H8.3 Wolken en neerslag

H8 Het weer
  • 8.1 Starten
  • 8.2 Temperatuur
  • 8.3 Wolken en neerslag
  • 8.4 Wind
  • 8.5 Extreem weer 
  • PTA H8 op 11 oktober 2024
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

H8 Het weer
  • 8.1 Starten
  • 8.2 Temperatuur
  • 8.3 Wolken en neerslag
  • 8.4 Wind
  • 8.5 Extreem weer 
  • PTA H8 op 11 oktober 2024

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leuke Weetjes
Hoogste temperatuur ooit gemeten op aarde?
  • 56,7°C Death valley (VS)
Laagste temperatuur ooit gemeten op aarde?
  • -89,2°C Antarctica
Grootste sneeuwvlok ooit gemeten op aarde?
  • 38 cm Montana (VS)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke vorm komt
water allemaal voor?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

H8.3: Wolken en neerslsag 
Leerdoelen:

  • beschrijven wat een wolk en neerslag is
  • beschrijven welke vormen van neerslag er zijn

  • beschrijven wat de atmosfeer en luchtvochtigheid is


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fasen
Water kan net als veel andere stoffen voorkomen in drie toestanden:






Deze drie verschillende toestanden worden fasen genoemd.







Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gas vorm:
  • onzichtbare waterdamp
Vloeibare vorm:
  • water
  • mist
  • dauw
Vaste vorm: 
  • IJs
  • sneeuw
  • rijp
  • (ijzel)

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van wolken tot neerslag
Een wolk bestaat uit kleine druppeltjes water of ijskristalletjes. 

Slide 7 - Diapositive

Uitleggen aan de hand van tekst H6.3
Soorten neerslag
Soorten neerslag

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het deeltjesmodel
- Alle moleculen bewegen voortdurend
- Alle moleculen trekken elkaar aan
- De moleculen van een stof veranderd niet

MAAR

Hoe bewegen de moleculen in de verschillende fasen? 
Aan de hand van het deeltjesmodel kunnen we dit zien.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Moleculen veranderen NIET

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Faseovergangen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag

  • Lees H8.3 goed door; leerboek p. 190
  • Maak opdrachten van 8.3 (opg. 4 t/m 11; p. 202)


  • Daarna een quiz in LessonUp (8 vragen)


timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vast
Vloeibaar
Gas
Zeewater
Sneeuw
Waterdamp
Mist
Hagel
Regenwater
ijsklontje 

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Stoffen komen in drie fasen voor. Bij welke fase bewegen de moleculen het snelst?
A
vaste stof
B
vloeistof
C
gasvormige stof

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke fase is een stof na condenseren?
A
Vaste fase
B
Vloeistof fase
C
Gasfase

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke fase is sneeuw?
A
gas
B
vloeibaar
C
vast

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke fase is water als het 105°C is?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke fase is water als het 65°C is?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Stoffen komen in drie fase voor. Bij welke fase bewegen de moleculen bijna niet?
A
vaste stof
B
vloeistof
C
gasvormige stof

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is mist?
A
kleine vlokjes bevroren water
B
kleine druppels vloeibaar water
C
kleine gasvormige waterdampbelletjes
D
waterdampdruppels in gasvormige lucht

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag

  • Lees H8.3 goed door; leerboek p. 190
  • Maak opdrachten van 8.3 (opg. 4 t/m 11; p. 195)


  • Volgende les: Atmosfeer en luchtvochtigheid


Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H8.3: Wolken en neerslsag 
Leerdoelen:

  • beschrijven wat een wolk en neerslag is
  • beschrijven welke vormen van neerslag er zijn

  • beschrijven wat de atmosfeer en luchtvochtigheid is


Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling H8.3 Wolken en neerslag
De drie eigenschappen van het deeltjesmodel  
  • moleculen veranderen niet, bewegen altijd en trekken elkaar aan
De drie fasen van een stof
  • vast, vloeibaar en gasvormig
De 6 fase overgangen van een stof
  • sublimeren, rijpen
  • verdampen, condenseren
  • stollen/bevriezen, smelten

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Absolute nulpunt
Dit is de temperatuur waarbij de moleculen helemaal stil liggen.

0 Kelvin
=
  • - 273 graden Celcius

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Atmosfeer

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Luchtdruk
De zwaartekracht waarmee de lucht op iedere vierkante centimeter duwt

Tegendruk:
De druk in een voorwerp die terugduwt zodat een voorwerp niet in elkaar wordt gedrukt

Pascal
De eenheid van de luchtdruk (hPa)
1 bar  = 1000 hPa = 100 000 Pa = 1,0 *105 Pa Binas Tabel 2

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Luchtvochtigheid
  • Geeft het percentage (%) waterdamp in de lucht weer

  • Meet je met een hygrometer (%) 

  • Past in koude lucht meer of minder vocht?
  • minder vocht 

  • Stel de luchtvochtigheid is 50% => de lucht bevat helft van de                                                 maximale hoeveelheid waterdamp

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dauwpunt en luchtvochtigheid
Warme lucht kan meer waterdamp bevatten dan koude lucht.

Als de lucht afkoelt ontstaat er een relatieve luchtvochtigheid van 100 %                           Dauwpunt

Dan zal de waterdamp condenseren en ontstaat er dauw

 

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

luchtvochtigheid
Wat is luchtvochtigheid?
  • luchtvochtigheid is de hoeveelheid  waterdamp (g/m3) in de lucht.
Wat is relatieve luchtvochtigheid?
  • geeft de hoeveelheid waterdamp, t.o.v. de maximale mogelijke hoeveelheid waterdamp, in procenten
Rel. Luchtvochtigheid = 
         hh waterdamp in lucht : max. hh waterdamp x 100%

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het dauwpunt
  • De temperatuur waarbij waterdamp begint te condenseren heet het dauwpunt.
  • Wolken ontstaan op hoogten waar de tempereratuur is afgekoeld tot het dauwpunt
  • De lucht zit dan "vol" met waterdamp

  • Past in warme of koude lucht meer waterdamp?

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave
Buiten is het 23 °C warm en bevat de lucht 15 g/m3 waterdamp.
* Wat is de relatieve luchtvochtigheid in de lucht bij deze temperatuur?
  • hh waterdamp in lucht = 15 g/m3
  • max. hh waterdamp = 20 g/m3
  • Rel.lucht = 15 : 20 x 100% = 75% 

* Wat is de relatieve luchtvochtigheid bij 10°C en bij 10 g/m3 waterdamp?
  • 100% (= dauwpunt)
Rel. Luchtvochtigheid = 
         hh waterdamp : max. hh waterdamp x 100%

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag

  • Lees H8.3 goed door; leerboek p. 190
  • Maak opdrachten van 8.3 (opg. 4 t/m 16; p. 202)


Volgende les: Onderzoeken; 
  • Relatieve luchtvochtigheid 


Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Practicum: Relatieve luchtvochtigheid
Lees eerst het hele practicum door:
Weet wat je moet doen!

Ruim daarna alles weer op => werkplek ook schoon
Maak de vragen

Huiswerk wat al af moet zijn: 8.3 opgave 4 t/m 16
Voor maandag
Doorlezen 8.4 en maken eerste opgaven 4 t/m 9
Klaar => in learnbeat => "zelf oefenen" H8.2 + H8.3 (online op de laptop)
 







Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vragen Relatieve luchtvochtigheid
Wat is de temperatuur van het water, wanneer je condens zag?
  • ?

Waarom moet het water worden afgekoeld?
  • Dauwpunt ligt lager dan de temperatuur in het lokaal. 

Waarom komt er aan de buitenkant condens op het bekerglas?
  • Waterdamp uit de lucht botst tegen het koude bakje => condenseert
 







Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

extra vragen Relatieve luchtvochtigheid
Waaraan kun je merken dat de luchtvochtigheid op bepaalde dagen hoog is? Noem minimaal 1 kenmerk!
  • Je raakt je zweet minder goed kwijt, huid voelt klam aan
Hoe noem je het punt waarop er waterdruppels (condensvorming) in de lucht ontstaan?
  • Dauwpunt
Wat is het percentage vocht in de lucht als het dauwpunt bereikt is?
  • 100%
 







Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions