Verzekeringen

• Economie
• Secundair onderwijs

Je zit met je ma of pa in de wagen. 

Tegenlicht op de weg met de wagen, je belandt in de sloot. 

Geen gewonden, auto gehavend, 7 000 EUR herstelkost. 

Wie is volgens jou verantwoordelijk voor de schade?

Wie moet de schade volgens jou vergoeden?

Druk op de skipiste, je bent nog niet zo bedreven op je snowboard. Je breekt je been. Je moet naar huis gebracht worden. Je wordt 2 keer geopereerd.

Wie is volgens jou verantwoordelijk voor de schade?

Wie moet de schade volgens jou vergoeden?

Je helpt mee bij de organisatie van een fuif. Op de avond zelf laat je een bak cola op je voet vallen. 

Wie is volgens jou verantwoordelijk voor de schade?

Wie moet de schade volgens jou vergoeden?

Je neefjes spelen met water in de tuin. 

Ze lopen het huis in en  in de hevigheid van het spel krijgt 

je werkcomputer de volle laag. 

Hij is compleet naar de vaantjes …

Wie is volgens jou verantwoordelijk voor de schade?

Wie moet de schade volgens jou vergoeden?

Welke verzekeringen ken je?

Een ongeval ...
Wat nu?