MM Leerjaar 2 - Par 3.2 Leven in een industriestad 1/2
1 / 20
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
1750
Meer eten
Meer mensen
1765: Uitvinding stoommachine
Het leven speelt zich af in en rondom de fabriek.
Toename aantal fabrieken in de steden
Herhaling.
'Agrarische revolutie'
Machines in plaats van mankracht
Mensen verhuizen naar de steden
'Industriële revolutie'
Slide 2 - Question de remorquage
NA de
Industriële revolutie
Herhaling.
VOOR de
Industriële Revolutie
Machines werken op stoomkracht.
Arbeiders gebruiken spierkracht.
De ondernemer koopt grondstoffen, organiseert het werk en verkoopt de producten.
Producten worden in de omgeving verkocht.
Er zijn grote fabrieken.
De baas werkt mee in de werkplaats.
Arbeiders werken met machines.
Arbeiders werken met handgereedschappen.
Slide 3 - Question de remorquage
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
A
Slide 7 - Quiz
A
Slide 8 - Quiz
A
Slide 9 - Quiz
Leefomstandigheden.
LEEFOMSTANDIGHEDEN
VAN DE ARBEIDERS
VAN DE ARBEIDERS
Slide 10 - Carte mentale
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Werkomstandigheden.
WERKOMSTANDIGHEDEN
VAN DE ARBEIDERS
VAN DE ARBEIDERS
Slide 13 - Carte mentale
Waarom worden de
kinderen verstopt?
kinderen verstopt?
A
Omdat ze straf hebben.
B
Omdat de inspectie komt.
C
Omdat ze pauze krijgen.
D
Omdat ze ontslagen worden.
Slide 14 - Quiz
Welk van deze situaties is JUIST?
A
Het is voor de arbeiders een groot probleem dat de inspectie en de arbeiders een andere taal spreken.
B
Het is voor de arbeiders erg goed probleem dat de inspectie en de arbeiders een andere taal spreken.
C
Het is voor de inspectie een groot probleem dat de inspectie en de arbeiders een andere taal spreken.
D
Het is voor de inspectie erg goed probleem dat de inspectie en de arbeiders een andere taal spreken.
Slide 15 - Quiz
Waardoor gebeurt er een ongeluk?
A
De jongen heeft
erg veel verdriet.
B
De jongen is moe en kan
zich niet goed focussen.
C
De jongen is
gewoon onhandig.
D
Degene die bij de
machine staat let niet op.
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
Sleep de omschrijvingen
naar de juiste afbeelding:
Arbeiders met rauwe stemmen die de hele tijd moeten kuchen.
Kortademige arbeiders met een droge hoest door stoflongen.
Arbeiders krijgen massaal verlammingen door vergiftigingen (vooral zwangere vrouwen en hun baby's) .
Slide 18 - Question de remorquage
Welke uitspraak over de leefomstandigheden van
de arbeider is NIET waar?
de arbeider is NIET waar?
A
Arbeiders woonden vaak dicht bij de fabriek
B
De huizen waren vaak donker en klein
C
Een huis werd gedeeld met het hele gezin
D
De woningen waren vaak erg hygiënisch
Slide 19 - Quiz
Stel een vraag over
iets dat je nog niet zo
goed hebt begrepen.
iets dat je nog niet zo
goed hebt begrepen.
