3.8 Zuid-Amerika: Politieke ontwikkelingen

3.8 Politieke ontwikkelingen
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

3.8 Politieke ontwikkelingen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je weet hoe de meeste Zuid-Amerikaanse landen zich in de postkoloniale periode hebben ontwikkeld tot meer stabiele democratische landen.
  • Je kunt uitleggen waarom het neoliberalisme tot bottom-up democratisering en sociale participatie leidde.
  • Je kunt uitleggen hoe de koloniale tijd heeft gezorgd voor de huidige etnische en economische tegenstellingen

Slide 2 - Diapositive

Politieke ontwikkelingen
De meeste Zuid-Amerikaanse landen ontwikkelden zich in de postkoloniale periode van kwetsbare democratieën via oligarchie, populistische regeringen en dictatuur naar meer stabiele landen.

In de koloniale tijd is de kiem gelegd voor de huidige etnische en raciale tegenstellingen en grensconflicten.

 

Bemoeienis vanuit het noorden
Veel bemoeienis vanuit de VS om het communisme tegen te gaan. Militaire regimes kwamen met hulp van de VS aan de macht.
Economische crisis
Pas in de economische crisis van de jaren '80 werden veel militaire regimes afgezet.

Slide 3 - Diapositive

Na 1825:
  • Politieke onafhankelijkheid van staten
  • Oude machtsverhoudingen blijven bestaan:
  • Economische afhankelijkheid van vroegere koloniale macht blijft bestaan.
  • Oude machtsverhoudingen blijven: een kleine groep rijken heeft alle macht: oligarchie

Slide 4 - Diapositive

Vanaf 1930: populisme komt op
(Grote crisis Noord-Amerika jaren '30, rijke oligarchen, arme bevolking)
Populisme als alternatief

  • Gericht op coöperatie
  • Persoonlijkheidscultus rondom de leider (voorbeeld: Perón in Argentinië)
Populisme?
Regeringen die de nadruk leggen op een sterke band tussen de grote leider en het volk. (De leider steunt op het leger, op de door hem opgerichte vakbonden en op een combinatie van sociaal beleid en propaganda.)

Slide 5 - Diapositive

1

Slide 6 - Vidéo

Welke kenmerken van populisme herken je in de speech?

Slide 7 - Question ouverte

Actualiteit: oligarchen Rusland
Waar denk je aan?

Slide 8 - Carte mentale

01:37
Eva Perón - Argentinië
Wat maakt de speech populistisch? Zie volgende pagina

Slide 9 - Diapositive

WO II - 1980: veel rechtse dictaturen gesteund door V.S.
  • Veel regimes vervangen door meer democratische regeringen.
  • Bloedige dictaturen met directe of indirecte hulp van de V.S. (gemotiveerd vanuit angst voor communisme)

Slide 10 - Diapositive

Verzet: Dwaze Moeders
(1976-1983)
‘Moeders van de Plaza de Mayo’, naar het centrale plein in Buenos Aires, getooid met karakteristieke witte hoofddoeken (bron: Amnesty International).

Slide 11 - Diapositive

DWAZE MOEDERS
WAT? WAAR? WAAROM DAAR?

Slide 12 - Question ouverte

Jaren '80: Neoliberalisme (naar Amerikaans voorbeeld)
Kernwoorden:

  • Privatisering
  • Bezuinigen op overheidsuitgaven
  • Deregulering
  • Vrijhandel
Neoliberalisme?
Een ontwikkelingsbeleid gebaseerd op het privatiseren van staatsbedrijven, het verlagen van handelstarieven, het verkleinen/afschaffen van overheidssubsidies, het verlagen van winstbelasting en het afschaffen van regels voor het bedrijfsleven.

Slide 13 - Diapositive

Voordelen van neoliberalisme?

Slide 14 - Carte mentale

Nadelen van neoliberalisme?

Slide 15 - Carte mentale

Vanaf 2000: Bevolkingsparticipatie
Door het neoliberalisme nam de sociale en regionale ongelijkheid enorm toe.

Reacties van burgers leidden tot:
  • Bottom-up democratisering
  • Sociale participatie

Slide 16 - Diapositive

Wat? Waar? Waarom daar?
Vul je antwoord in in volgende slide
Door het neoliberalisme nam de sociale en regionale ongelijkheid enorm toe.

Reacties van burgers leidden tot:
  • Bottom-up democratisering
  • Sociale participatie

Slide 17 - Diapositive

Wat? Waar? Waarom daar?

Slide 18 - Question ouverte

Wat? Waar? Waarom daar?
Vul je antwoord in in volgende slide

Slide 19 - Diapositive

Wat? Waar? Waarom daar?

Slide 20 - Question ouverte

Wat? Waar? Waarom daar?
Vul je antwoord in in volgende slide

Slide 21 - Diapositive

Wat? Waar? Waarom daar?

Slide 22 - Question ouverte

Wat? Waar? Waarom daar?
Vul je antwoord in in volgende slide

Slide 23 - Diapositive

Wat? Waar? Waarom daar?

Slide 24 - Question ouverte

Maduro wint de verkiezing dec. 2020
Wat? Waar? Waarom is dat raar?

Slide 25 - Diapositive

Wat? Waar? Waarom is dat raar?

Slide 26 - Question ouverte

Let op: veel examenvragen gaan over protesten, bottom-up democratisering en good governance



Volgende slides geven achtergrondinformatie

Slide 27 - Diapositive

Verdieping en achtergrond
BIJ TIJDGEBREK SLA JE 5 DIA'S OVER

Slide 28 - Diapositive

Video: Protesten in Chili

Slide 29 - Diapositive

Evo Morales
Voormalig president Bolivia (2006-2019).
Eerste inheemse president.

Verkiezingen in 2019 onwettig verklaard.
In 2019 gevlucht naar Argentinië na claim door huidige regering 'aanzetten tot opruiing van eigen bevolking tijdens verkiezingen'. 
Sinds november 2020 weer terug in Bolivia na inauguratie Luis Arce (voormalige minister van Financiën onder Morales).

Slide 30 - Diapositive

Bolivia

Verdieping / extra: 
Documentaire
'In de naam van het volk
- Evo Morales (Bolivia)'

Kijkvraag: noteer minimaal drie
begrippen/concepten die je herkent of die
je opvallen en leg de relatie met de lesstof

Slide 31 - Diapositive

Bolsenaro Brazilië

Slide 32 - Diapositive

Kijkvragen
Noteer begrippen/concepten die je herkent of die je opvallen en leg de relatie met de lesstof (minimaal 3)



Slide 33 - Diapositive

Afsluiting: terug naar leerdoelen
  • Je weet hoe de meeste Zuid-Amerikaanse landen zich in de postkoloniale periode hebben ontwikkeld tot meer stabiele democratische landen.
  • Je kunt uitleggen waarom het neoliberalisme tot bottom-up democratisering en sociale participatie leidde
  • Je kunt uitleggen hoe de koloniale tijd heeft gezorgd voor de huidige etnische en economische tegenstellingen

Slide 34 - Diapositive

Drie dingen die ik deze les heb geleerd

Slide 35 - Question ouverte

Twee dingen die ik interessant vond deze les

Slide 36 - Question ouverte

Één vraag die ik nog altijd heb over de stof / de les

Slide 37 - Question ouverte