Pubquiz Nederland 2.0

• Nederlands
• Primary Education
• Secondary Education

Pubquiz Nederland 2.0

Rondes

1. Liedjes in emoticons

2. Raad de plaat titel+artiest

3. Maak het liedje af

4. Nederlandse spelling

Welk liedje is dit

Welk liedje was dit?

Welk liedje was dit?

Welk liedje was dit?

Welk liedje was dit?

Welk liedje was dit?

Welk liedje is dit?

titel = 1 punt

artiest = 1 punt

Vul hier je antwoorden in
1...... 2.... 3.... 4.... etc.

Maak het liedje af

1. Heb gelukkig geen visum nodig om bij je te zijn
2. Neem de bus naar Polen of de trein naar Berlijn
3. Ik blijf hier tot ik dood ben
4. Europapapapapa

Maak het liedje af

1. Por eso tomo pa' olvidarte
2. Porque sinceramente duele recordarte
3. Si tú no estás la soledad ganó el combate
4. De maan komt niet op als jij er niet meer bent

Maak het lied af

1. Maar we waren toch zilver
2. Maar we waren toch prima zo
3. Maar we waren toch geweldig
4. Maar we waren toch goud

Maak het liedje af

1. Oh, wie houdt je vast wanneer het buiten warm is?
2. Oh, wie houdt je vast wanneer het in Nederland koud is?
3. Oh, wie houdt je vast wanneer het buiten koud is?
4. Oh, wie houdt je vast wanneer het buiten heet is?

Maak het liedje af

1. Hij is van jou
2. Hij is van mij
3. Blijf van hem af
4. Hier heb je hem

Nederlandse spelling

Klik de juiste spelling aan:
Ik ben vorig jaar naar Ibiza

1. verhuist
2. verhuisdt
3. verhuisd
4. verhuizd

Klik de juiste spelling aan:
Daar heb ik paella ...

1. geproeft
2. geproefd
3. geproefdt
4. geproevd

Hij ... het heerlijk

1. vind
2. vint
3. vindt
4. fint

Ik ... me rot

1. lachte
2. lichtte
3. lachten
4. lachtten

Ik ....... de brief

1. beantwoordt
2. beantwoordde
3. beantwoorden
4. beantwoordden

Hij... de kaart

1. verzond
2. verzondt
3. verzont

Mijn moeder ..... zich om

1. kleedt
2. kleed
3. kleet
4. kleetd

.... jij dat leuk?

1. vind
2. vindt
3. vint

Mijn juf..... van de antwoorden

1. huilt
2. huild
3. huildt

Want wij .... niet na

1. denkon
2. denkken
3. dengken
4. denken

Terwijl ze het 1000 keer heeft....

1. uitgelegt
2. uitgelegd
3. uitgelegdt

En zelfs een boek heeft

1. schrijft
2. geschreven
3. geschreefen
4. beschrijft

Maar wij hebben zomaar iets

1. ingevuld
2. ingevuldt
3. ingevult
4. ingefuld

Na de zomer gaan we beter ons best

1. deden
2. doet
3. doen

En ervoor zorgen dat juf trots op ons

1. word
2. wordt
3. wort
4. werdt

En de winnaar is!!!