Future

FUTURE
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

FUTURE

Slide 1 - Diapositive

Goal: What's the difference 

 I am visiting my aunt tomorrow.
 I am going to visit my aunt tomorrow.
 I will visit my aunt tomorrow.

Slide 2 - Diapositive

Future 1:...............
Future 2:.........
Future 3: ...............
Future 4: ..................

Slide 3 - Diapositive

Future 1: Present Continuous
Helemaal zeker, alles is al geregeld, hoe laat, met wie, alles is klaar: 

I am visiting my aunt tomorrow. 
 Ze weet dat je komt, dus ze bakt wat lekkers!

She is painting her room next Thursday.
Is afgesproken, ze heeft vrijgenomen.

Are you doing anything tomorrow?
 Zijn er dingen afgesproken?

Slide 4 - Diapositive

Future 2: to be going to + werkwoord
Iets wat je met grote mate van waarschijnlijkheid kunt voorspellen:


It is going to rain soon!
Jij ziet heel donkere wolken, kan niet missen!

Look out! She is going to drop that cup of tea!
Ze wankelt, dat gaat mis!

She is going to have a baby soon.
 Ze is heel zwanger, zal snel een baby komen.



We were going to visit my aunt, but she was out.
He was going to call his girlfriend, but he couldn’t find his phone.

Slide 5 - Diapositive

Future 2: to be going to + werkwoord
 Een bestaand plan of voornemen:

I am going to visit my aunt tomorrow.
Jij hebt je dat voorgenomen. Je tante weet van niks. Verrassing!

We are going to buy a new car soon.
Leuk, dat hebben we ons zo voorgenomen.

.



Slide 6 - Diapositive

Future 3: will + werkwoord
Simpel feit, let op, in het Nederlands gebruik je hier meestal de tegenwoordige tijd:


The sun will rise tomorrow.       
Feitje. De zon gaat morgen op.

Lunch break will be ten minutes longer today.
Feitje. Lunch duurt vandaag tien minuten langer

All lessons will be canceled.
 Feitje. Alle lessen vervallen.

Slide 7 - Diapositive

Future 3: will + werkwoord
Neutrale uitspraak. Of over dingen die je niet met 100% zekerheid kunt voorspellen:


I will visit my aunt tomorrow.
 Morgen ga ik daarheen. Neutrale uitspraak.

It will rain tomorrow.
Zeggen ze, neutraal. Waarschijnlijk wel.

They will find a cure for this disease.
 Hopelijk, maar nooit helemaal zeker.

Slide 8 - Diapositive

Future 3: will + werkwoord
Als er in de zin een voorwaarde staat waar eerst aan voldaan moet worden, gebruik je will + werkwoord:


Voorwaarde en beloftes
If you clean your room, I will bake a cake.
If you don’t do your homework, you will fail the test.

Slide 9 - Diapositive

 Afgesproken en geregeld, ze weet dat je komt.
Jij bent dat van plan, zij weet nog van niks.
Je zegt dat je dat gaat doen, neutraal.
I am visiting my aunt tomorrow.  
I am going to visit my aunt tomorrow.
I will visit my aunt tomorrow.

Slide 10 - Question de remorquage

Future 4: Present simple
Als iets op een bepaalde tijd is gepland, waar je zelf meestal geen invloed op hebt: 
Roosters & Vertrektijden 

  • The ballet performance starts at 8:00 pm.
  • When does the meeting begin?
  • There is no need to hurry, the train doesn’t leave for another 30 minutes.

Slide 11 - Diapositive

Our train ....... (leave)
at 4:47.

Slide 12 - Question ouverte

I love London. I ......(probably / go)
there next year.

Slide 13 - Question ouverte

What ..................... (wear / you)
at the party tonight?

Slide 14 - Question ouverte

I haven't made up my mind yet. But I think I .................(find)
something nice in my mum's wardrobe.

Slide 15 - Question ouverte

This is my last day here. I ................... (go)
back to England tomorrow.

Slide 16 - Question ouverte

Hurry up! The conference (begin)
in 20 minutes.

Slide 17 - Question ouverte

My horoscope says that I (meet)
an old friend this week.

Slide 18 - Question ouverte

Look at these big black clouds! It (rain)
.

Slide 19 - Question ouverte

Here is the weather forecast. Tomorrow (be)
dry and sunny.

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Lien

Kan ik de 7 tijden uit elkaar houden?
JA?: Hoe zorg ik ervoor dat dit zo blijft?
Nee?: Wat moet ik nog doen om op dit niveau te komen.


Slide 22 - Question ouverte

Ken ik de regels van de 7 tijden uit mijn hoofd
JA?: Hoe zorg ik ervoor dat dit zo blijft?
Nee?: Wat moet ik nog doen om op dit niveau te komen.


Slide 23 - Question ouverte

Ik ben klaar voor SE3
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage