Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
Deutsch
Donnerstag, den 7. Dezember 2023
Slide 1 - Diapositive
Was machen wir heute?
Hören
Grammatik
Selbständig arbeiten
Aufgabe Köln
Slide 2 - Diapositive
Lernziele
Aan het einde van de les kun je.....
de regel van de zinsontleding (Der/Ein- Gruppe) herhalen in het Nederlands en in het Duits met behulp van de hij/hem regel en deze toepassen in opdrachten van Lektion 1.
verder werken aan de opdracht tijdens de Köln- Ausflug
Slide 3 - Diapositive
naklar.secure.malmberg.nl
Slide 4 - Lien
Grammatik
Zinsontleding en Der/Ein-Gruppe
Slide 5 - Diapositive
Zinsontleding en hij/hem-regel
alle ww in de zin= het gezegde
wie/wat+ gezegde=het onderwerp (1e naamval)
wat + gezegde+ onderwerp=lijdend voorwerp (4e naamval)
Aan wie/ voor wie=meewerkend voorwerp (3e naamval)
esse eet
Ich Ik
een taart eine Torte
- -
Slide 6 - Diapositive
hij/hem-regel
Ezelsbruggetje:
Het onderwerp (1e naamval) = Hij
Lijdend voorwerp (4e naamval)= Hem
Meewerkend voorwerp (3e naamval)= Aan hem
Oefenen:
Ich gebe meiner Mutter eine Blume.
hij aan hem hem
Slide 7 - Diapositive
Der/Ein- Gruppe
Slide 8 - Diapositive
Het der/ein schema
der
dem
den
die
der
die
das
dem
das
die
den n
die
Naamval
1e hij
3e aan hem
4e hem
mannelijk vrouwelijk onzijdig meervoud
ein
einem
einen
eine
einer
eine
keine
keinen n
keine
ein
einem
ein
Ein- schema
mannelijk vrouwelijk onzijdig meervoud
Naamval
1e hij
3eaan hem
4e hem
Der- schema
Slide 9 - Diapositive
Der/ein woorden
Der-
dies- deze
jed- ieder
jen- die
manch- sommige
solch- zulke
welch- welke
all- alle
Ein-
mein- mijn
dein- jouw
ihr- haar
sein- zijn
unser- onze
eur-/euer jullie
ihr/ Ihr- hun/ uw
kein- geen
Slide 10 - Diapositive
Voorzetzels
3e naamval-
aus- uit
bei- bij
mit- met
nach- naar, na
seit- sinds
von- van, door
zu- naar
4e naamval-
durch- door
für- voor
ohne- zonder
gegen- tegen
um- om
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Zinsontleding en hij/hem-regel
(de).......... Frau gibt (de)......... Mann ein..... Auto (o)
(Zij)........ hat für ......... (hem) ........ (een) Torte gebacken.
Slide 13 - Diapositive
Aan de slag!
Maak opdracht 1 t/m 3 en 10, 11 en 14 Lektion 3.1
Vind je het lastig? Kleine handboekje
Klaar?
Testjezelf Kapitel 2 Bern
Slide 14 - Diapositive
Köln Ausflug!
Slide 15 - Diapositive
Groepen
Slide 16 - Diapositive
Plannung
Meenemen:
ID-kaart
contact geld
Powerbank?
Warme kleding
Paraplu?
Slide 17 - Diapositive
Aan de slag!
Ga met je groepje aan de slag.
Kijk voor de opdracht op Teams.
Bedenk welke bezienswaardigheden jullie willen.
Bedenk wat je gaat zeggen.
Denk na over de volgorde.
Slide 18 - Diapositive
dashboard.blooket.com
Slide 19 - Lien
Lernziele
Aan het einde van de les kun je.....
de regel van de zinsontleding (Der/Ein- Gruppe) herhalen in het Nederlands en in het Duits met behulp van de hij/hem regel en deze toepassen in opdrachten van Lektion 1.
een introductie maken met de opdracht tijdens de Köln- Ausflug