BLOK 4 Over taal deel 2 Figuurlijk taalgebruik

BLOK 4 OVER TAAL
deel 2 
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

BLOK 4 OVER TAAL
deel 2 

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen

Na deze les weet je 
wat figuurlijke taal is

Slide 2 - Diapositive

Figuurlijke taal

Slide 3 - Diapositive


Na deze les weet je 
wat figuurlijke taal is

In het volgend filmpje wordt het verschil tussen LETTERLIJK en FIGUURLIJK taalgebruik uitgelegd.

Let op : je krijgt ook vragen tijdens het filmpje !

Slide 4 - Diapositive

1

Slide 5 - Vidéo

00:58
Niek is een boom van een vent =
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 6 - Quiz

Figuurlijk taalgebruik

Slide 7 - Diapositive

Mirjam trekt haar schoenen aan.

A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 8 - Quiz

Mirjam trekt de stoute schoenen aan.

A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 9 - Quiz

Ik luister graag naar dit liedje.

A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 10 - Quiz

Het is altijd hetzelfde liedje.

A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 11 - Quiz


Na deze les weet je 
wat figuurlijke taal is

Wat betekenen de volgende uitdrukkingen ?
Je mag dit opzoeken op internet.

Slide 12 - Diapositive

Armin kijkt door een roze bril.

Slide 13 - Question ouverte

Miriam straalt helemaal.

Slide 14 - Question ouverte

Bodhi loopt met zijn hoofd in de wolken.

Slide 15 - Question ouverte

Olaf gaat op zijn strepen staan.

Slide 16 - Question ouverte

Sabrina heeft haar diploma
met de hakken over de sloot gehaald.

Slide 17 - Question ouverte

De kat uit de boom kijken.

Slide 18 - Question ouverte

De aap komt uit de mouw.

Slide 19 - Question ouverte

De hond in de pot vinden.

Slide 20 - Question ouverte

Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.

Slide 21 - Question ouverte

Een vreemde eend in de bijt zijn.

Slide 22 - Question ouverte

Klik op de link in de volgende slide.
Zoek de goede betekenis bij het spreekwoord.

Maak een screenshot van je resultaat en plaats het in de volgende slide.


Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Lien