Les 2: regelmatige werkwoorden (er) en ontkenning herhalen

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Bonjour

vmbo-3!

- Prenez votre livre
(Pak jullie boek)

- Mettez vos sacs par terre
(Zet jullie tassen op de grond)

- Laptops dicht op tafel!

Planning du jour

Répéter: regelmatige werkwoorden op -er vervoegen

Oefenening

Répéter: de ontkenning

Oefening

Leerdoelen

Aan het einde van de les:

• kan ik regelmatige werkwoorden vervoegen in het Frans.
  
• kan ik de ontkenning gebruiken in het Frans.

Herhalen:
regelmatige werkwoorden vervoegen op -er

In het Nederlands maken we altijd gebruik van het werkwoord ‘lopen’ om te kijken welke vorm je gebruikt bij een werkwoord.

--> Ik loop, jij loopt etc.

In het Frans kennen ze hier ook bepaalde rijtjes voor. Vandaag gaan jullie leren om alle regelmatige werkwoorden op –er te vervoegen.

Dit doen we door middel van het stappenplan in de volgende slides.
Neem deze over!

Stap 1:
het vinden van de 'stam'

Stap 1:

zoek de stam door -er van het werkwoord af te halen.

Bijvoorbeeld:

donner --> donner --> donn

De stam van dit werkwoord is dus 'donn'.

Door naar stap 2!

Stap 2:
de uitgangen

Stap 2:

zoek de juiste uitgang in het volgende rijtje.

je + e            je donne

tu + es          tu donnes

il/elle/on + e  il/elle/on donne

nous + ons    nous donnons

vous + ez      vous donnez

ils/elles + ent ils/elles donnent

Zijn er nog vragen?

Zijn er nog vragen over het vervoegen van de werkwoorden op -er?


Geen vragen? Dan gaan we oefenen!

Vervoeg het werkwoord tussen haakjes in de présent (commencer)

Le cours de français, il ________________

Vervoeg het werkwoord tussen haakjes in de présent (chercher)

Les élèves, ils ________________ leurs livres.

Vervoeg het werkwoord tussen haakjes in de présent (parler)

Nous ________________ avec les élèves.

Vervoeg het werkwoord tussen haakjes in de présent (écouter)

Vous ________________ le prof?

Herhaling:
de ontkenning

In het Nederlands maken we een zin vaak ontkennend door het woord 'niet' er achter te plakken.

Hoe doen we dat dan in het Frans?

In het Frans zijn er 2 woorden heel belangrijk:

ne en pas. 

De ontkenning:
de toepassing

De regel is altijd de volgende:

Je zet 'ne' altijd voor de persoonsvorm,

'pas' zet je er altijd achter!

Bijvoorbeeld.

Je vais à l'école

Je ne vais pas à l'école.

De ontkenning:
let even op!

Wanneer het werkwoord begint met een klinker (a/e/i/o/u) of een h, dan verandert ne in n’.

Voorbeelden:

J’habite à Ommen. -->

Je n’habite pas à Ommen.

J’aime le français. -->

Je n’aime pas le français.

De ontkenning:
twee praktische tips

Tip 1: het vinden van de persoonsvorm.
Om de persoonsvorm te vinden: zoek naar:

- namen

- woorden als: je/tu/il/elle/on/nous/vous/ils/elles

De persoonsvorm staat hier altijd direct achter!

Tip 2: overzicht tijdens het so.
Als je op het so/proefwerk de persoonsvorm onderstreept, maak je het voor jezelf overzichtelijk waar de ontkenning moet komen te staan.

Zijn er nog vragen?

Zijn er nog vragen over de ontkenning?

Geen vragen? Dan gaan we oefenen!

Maak de volgende zin ontkennend.

Nous sommes au collège.

Maak de volgende zin ontkennend.

On travaille bien.

Maak de volgende zin ontkennend.

Le prof parle anglais.

Maak de volgende zin ontkennend.

Il oublie son agenda.

Les devoirs

La prochaine leçon:
- De telwoorden t/m 100.

Faire:
- de oefeningen via LessonUp!

Apprendre:
- werkwoorden vervoegen op -er en de ontkenning
- hou het andere leerwerk ook bij!

Afsluiting

Ik wil graag even checken of de doelen van vandaag zijn behaald, of dat je hulp nodig hebt bij het behalen van de leerdoelen.

Pak je laptop en vul de code in (als je dat nog niet hebt gedaan), om de volgende vragen kort te beantwoorden.

Leerdoel 1: ik kan regelmatige werkwoorden vervoegen
in het Frans.

1. Onvoldoende
2. Goed
3. Ik heb hier hulp bij nodig

Leerdoel 2: ik kan de ontkenning gebruiken in het Frans.

1. Onvoldoende
2. Goed
3. Ik heb hier hulp bij nodig

Tot de volgende les!