Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
Check-in
😒🙁😐🙂😃
Slide 1 - Sondage
Ik ben tevreden met het resultaat voor mijn meesterproef
Slide 2 - Sondage
Waarom hebben we eigenlijk voedsel nodig?
Slide 3 - Carte mentale
In welk organel in de cel maak je van Glucose en zuurstof energie?
A
De celkern
B
Het endoplasmatisch reticulum
C
Ribosomen
D
Mitochondriën
Slide 4 - Quiz
Wat is de afkorting van het energiedragende molecuul dat door een mitochondrium wordt gemaakt?
Slide 5 - Question ouverte
Het transporteren van zuurstof in de cel kost energie (ATP)
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Het proces waarmee zuurstof passief de cel in stroomt noemen we ...
Slide 7 - Question ouverte
A
Assimilatie (kost energie)
B
Assimilatie (levert energie op)
C
Dissimilatie (kost energie)
D
Dissimilatie (levert energie op)
Slide 8 - Quiz
A
Assimilatie (kost energie)
B
Assimilatie (levert energie op)
C
Dissimilatie (kost energie)
D
Dissimilatie (levert energie op)
Slide 9 - Quiz
A
Assimilatie (kost energie)
B
Assimilatie (levert energie op)
C
Dissimilatie (kost energie)
D
Dissimilatie (levert energie op)
Slide 10 - Quiz
Wat is tijdens het sprinten vooral de beperkende factor voor de verbranding?
A
Glucose
B
Zuurstof
C
Glycogeen
D
ATP
Slide 11 - Quiz
Het wereldrecord op de 100m sprint is 9.58 sec. (gelopen door Usain Bolt). Uit welke voorraad van energiebronnen haalt hij de meeste energie tijdens deze prestatie?
A
ATP
B
ATP + CP
C
CP
D
Glucose
Slide 12 - Quiz
Het wereldrecord op de marathon is 2u01m39s. (gelopen door Eliud Kipchoge). Uit welke voorraad van energiebronnen haalt hij de meeste energie tijdens deze prestatie?