Revolutie in Frankrijk: opfrissen

Leerdoelen


HAVO/VWO
  • De leerling kent de oorzaken voor het uitbreken van de Franse revolutie
  • De leerling kan verklaren welke invloed de Verlichting heeft gehad op de Franse revolutie  
  • De leerling kan beschrijven hoe de Franse revolutie afliep
Sleutelvragen
  • Wat is armoede?
  • Wat is rijkdom?
  • Waarom is rijkdom niet gelijk verdeeld over de wereld?
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, t, havo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen


HAVO/VWO
  • De leerling kent de oorzaken voor het uitbreken van de Franse revolutie
  • De leerling kan verklaren welke invloed de Verlichting heeft gehad op de Franse revolutie  
  • De leerling kan beschrijven hoe de Franse revolutie afliep
Sleutelvragen
  • Wat is armoede?
  • Wat is rijkdom?
  • Waarom is rijkdom niet gelijk verdeeld over de wereld?

Slide 1 - Diapositive

Waarom wordt de 18e eeuw de pruikentijd genoemd?
A
In deze tijd is de pruik uitgevonden
B
Rijke mensen droegen pruiken als mode
C
Pruiken werden als symbool voor de revolutie gebruikt
D
Dat was gewoon praktisch.

Slide 2 - Quiz

Wat is rationeel denken?
A
Alles uitproberen wat je bedenkt
B
Je ideeën te bepalen door aan een rad te draaien
C
Met je verstand alles proberen te verklaren
D
Denken door te luisteren naar de kerk

Slide 3 - Quiz

Abolitionisme betekend:
A
Slavernij
B
Gelijkheid
C
Mensenrechten
D
Afschaffing slavernij

Slide 4 - Quiz

1e stand
2e stand
3e stand
Boeren en Burgers
Geestelijken
Adel

Slide 5 - Question de remorquage

Wat is een juiste omschrijving van de periode die we 'De Verlichting' noemen?
A
Een periode waarbij er altijd licht aan staat
B
De periode waarin mensen rationeel gingen nadenken
C
De periode waarin mensen het meest in god geloofden
D
De periode waarin er elektrische verlichting werd uitgevonden

Slide 6 - Quiz

De Franse Revolutie
Leerdoelen
  • 3 oorzaken en  gevolgen van de Franse revolutie benoemen. (r)

Slide 7 - Diapositive

De Franse Revolutie

Slide 8 - Diapositive

De Franse Revolutie
Leerdoelen
  •  H3: Ik kan 3 oorzaken en 3 gevolgen noemen van de Franse Revolutie. (r)
  • Lege schatkist
  • Economische crisis
  • Voedseltekorten
  • Extra belastingen

Slide 9 - Diapositive

Wat was geen oorzaak van de Franse revolutie
A
Economische crisis
B
Extra belastingen
C
Burgeroorlog
D
Ongelijke machtsverdeling

Slide 10 - Quiz

De Franse Revolutie
Leerdoelen
  • Ik kan 3 oorzaken en 3 gevolgen noemen van de Franse revolutie (r)
  • Staten Generaal
  • Volk weinig macht (geen stemming per hoofd)
  • Nationale vergadering.
  • Koning zet het leger in.
  • Het volk in opstand

Slide 11 - Diapositive

Waarom waren de burgers boos?
(2 antwoorden zijn goed)
A
Voedeltekort
B
geen eerlijke stemming in de Staten Generaal
C
De Geestelijkheid wilden meer geld voor de kerk
D
Frankrijk werd aangevallen en de koning deed niks

Slide 12 - Quiz

De Franse Revolutie
Leerdoelen
  •  Ik kan 3 oorzaken en 3 gevolgen noemen van de Franse Revolutie (r)
  • Revolutie in het hele land
  • Adel en geestelijkheid aangevallen.
  • Nationale vergadering. schaft privileges af in: "Verklaring van de rechten van de mens en de burger"
  • Koning wordt gearresteerd.

Slide 13 - Diapositive

Wat stond er niet in de "verklaring van de rechten van de mens en de burger"?
A
Iedereen is vrij
B
iedereen had gelijke rechten
C
De standen werden afgeschaft
D
De koning mag worden vermoord.

Slide 14 - Quiz

De Franse Revolutie
Leerdoelen
  • Ik kan 3 oorzaken en 3 gevolgen noemen van de Franse Revolutie (r)
  • Grondwet
  • Constitutionele Monarchie
  • Democratie voor rijke mensen
  • Gematigde en Radicalen
  • Algemeen mannenkiesrecht
  • Onthoofding koning met de guillotine.

Slide 15 - Diapositive

Wat is een constitutionele Monarchie?
A
Een land waarin iedereen boven de 18 mag stemmen
B
Een koningkrijk waar de koning alle macht heeft
C
Een koninkrijk met een grondwet
D
Een grondwet waarin staat dat er altijd een koning moet zijn.

Slide 16 - Quiz

Waar stonden de radicalen bekend om? (2 antwoorden zijn goed)
A
Mensen ombrengen met guillotines
B
Hoge belastingen invoeren
C
Vechten voor de koning
D
Tribunalen

Slide 17 - Quiz

Wat is geen oorzaak van de Franse revolutie?
A
Voedseltekorten
B
Belastingen
C
Oorlogen
D
De radicalen

Slide 18 - Quiz

Wat heeft invloed gehad op de Franse Revolutie?
(Meerdere antwoorden zijn goed)
A
Economische crisis
B
De Verlichting
C
Voedseltekorten
D
Standensamenleving

Slide 19 - Quiz

Waarmee eindigde de Franse Revolutie?
A
Napoleon greep de macht
B
Napoleon won een oorlog voor Frankrijk
C
De koning kwam weer aan de macht

Slide 20 - Quiz

Afsluiting
Zijn de leerdoelen behaald?


HAVO/VWO
  • De leerling kent de oorzaken voor het uitbreken van de Franse revolutie
  • De leerling kan verklaren welke invloed de Verlichting heeft gehad op de Franse revolutie  
  • De leerling kan beschrijven hoe de Franse revolutie afliep


Slide 21 - Diapositive