4.3 lezen - deel 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands

We starten met 10 minuten lezen.

Toets lezen

4.3 Lezen

informeren / amuseren

instructies 

tijdsvolgorde signaalwoorden

verwijswoorden

Check je (voor)kennis

Inleiding / kern / slot (tweedeling en driedeling)

Signaalwoorden

Tekstverbanden: tegenstellend, opsommend, oorzaak-gevolg, tijdaangevend / tijdsvolgorde

Verwijswoorden

Tekstdoelen: informeren, overtuigen, amuseren, activeren, instrueren

Hoofdzaken en bijzaken

Kernzin / belangrijkste zin

VERWIJSWOORDEN

Verwijswoorden verwijzen meestal 

naar een woord dat al eerder genoemd is of 

wijzen vooruit naar een woord dat nog genoemd gaat worden.

Sharon komt uit Nigeria, zij woont nu in Nederland.
Wat is hier het verwijswoord?

1. Ayoub
2. woont
3. zij
4. Nederland

Vanessa komt uit Ghana, dat is een mooi land.
Waar verwijst dat naar?

1. Vanessa
2. Ghana
3. Nederland
4. komt

Ik heb zin in de pauze, dan ga ik een croissant kopen.
Wat is hier het verwijswoord?

1. ik
2. dan
3. pauze
4. zin

Ik heb gesport en ik heb dorst. Daarom ga ik straks wat drinken.
Waar verwijst daarom naar?

1. dat ik dorst heb
2. gesport
3. en
4. ik

Lesdoelen

Jullie herkennen signaalwoorden die horen bij het tekstverband van tijdsvolgorde.

Jullie kunnen deze signaalwoorden gebruiken om een instructie schrijven.

 

Wat is het doel van een instructie?

Instructie

= een uitleg in stappen hoe je iets moet doen

Waarom is een recept een goed voorbeeld van een instructie?

Tekstdoel informeren

Je leest de tekst om iets te weten te komen.

Als je het tekstdoel weet, dan weet je wat je kunt verwachten van de tekst.

Wat klopt hier niet?

Haal de bananen uit de schil en prak fijn met een vork. 

Voeg eerst de eieren toe en kluts los. Meng de havermout erdoor. 

Verwarm ten slotte een grote koekenpan met een beetje olijfolie of kokosolie. Bak pannenkoekjes van ongeveer 10 centimeter doorsnee. Rooster daarvoor in een andere (droge) pan de kokosrasp goudbruin. Serveer de bananenpannenkoekjes met de blauwe bessen, kokos en eventueel wat honing of ahornsiroop.

Haal de bananen uit de schil en prak fijn met een vork. 

Voeg eerst de eieren toe en kluts los. Meng de havermout erdoor. 

Verwarm ten slotte een grote koekenpan met een beetje olijfolie of kokosolie. Bak pannenkoekjes van ongeveer 10 centimeter doorsnee. Rooster daarvoor in een andere (droge) pan de kokosrasp goudbruin. Serveer de bananenpannenkoekjes met de blauwe bessen, kokos en eventueel wat honing of ahornsiroop.

Haal eerst de bananen uit de schil en prak fijn met een vork. 

Voeg daarna de eieren toe en kluts los. Meng hierna de havermout erdoor. 

Verwarm intussen een grote koekenpan met een beetje olijfolie of kokosolie. Bak zodra de pan warm is pannenkoekjes van ongeveer 10 centimeter doorsnee. Rooster terwijl je de pannenkoekjes bakt in een andere (droge) pan de kokosrasp goudbruin. Serveer ten slotte de bananenpannenkoekjes met de blauwe bessen, kokos en eventueel wat honing of ahornsiroop.

"Ten tweede is het belangrijk om een goede tent mee te nemen op kamp."

Waarom wijst "ten tweede" in de zin "Ten tweede is het belangrijk om een goede tent mee te nemen op kamp." niet op een tijdsvolgorde?

Signaalwoorden die wijzen op tijdsvolgorde

eerst, nadat, voordat, daarna, ten slotte, toen, terwijl, zodra

Het gaat om de volgorde.

De volgorde kan je niet veranderen.

Bij een opsomming maakt de volgorde niet uit.

Aan de slag

Maak een samenvatting van de theorie van 4.3

Maak van 4.3 opdracht 17 tot en met 20

Klaar? Opdracht 14 en 15

Ik kan de signaalwoorden van het tekstverband tijdsvolgorde herkennen

😒🙁😐🙂😃

Ik kan van verwijswoorden zeggen naar welk woord in de tekst ze verwijzen

😒🙁😐🙂😃