Havo/vwo jaar 2, H4. les 2.

Economie jaar 2
Hoofdstuk 4
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Economie jaar 2
Hoofdstuk 4

Slide 1 - Diapositive

Inhoud van de les
  • Algemene zaken
  • Theorie hoofdstuk 4
  • Opdrachten

Slide 2 - Diapositive

Wat is economie
Uit het Grieks: Eco = oikos, nomie = nomos --> betekent letterlijk huishoudboekje.
Dit is de wetenschap die zich bezighoudt met de keuzes die mensen maken bij de productie, consumptie en distributie van schaarse goederen en diensten.

Slide 3 - Diapositive

Afspraken bij de economie les.
  • Je heb altijd je lesbrief en schrift mee --> tip doe de lesbrief zo snel mogelijk in een snelhechter of map.
  • Je hebt altijd een rekenmachine mee.
  • Je bereidt je elke les goed voor. 

Deze afspraken gelden ook voor mij als docent. 

Slide 4 - Diapositive

Planning dit jaar
Eén uur per week, gedurende een half jaar.

Toets 1: Hoofdstuk 4 en 5
Toets 2: Hoofdstuk 6

Dit is weinig maar dient als kennismaking met het vak. Ook zorgt dit voor een goede basis voor jaar 3. 

Slide 5 - Diapositive

Huiswerk
Opdracht 4.1 bespreken

Controleer eerst de antwoorden met diegene die naast je zit.  Neem hier twee minuten de tijd voor.

Na die twee minuten bespreken wij de opdracht klassikaal. 

Slide 6 - Diapositive

Aantal lastige begrippen
  • Toeslagen
  • Kinderbijslag
  • Alimentatie


Slide 7 - Diapositive

Aantal lastige begrippen (blz. 40 en 41)
  • Toeslagen: Tegemoetkoming vanuit de overheid om je kosten te betalen zoals je zorgverzekering en de huur.
  • Kinderbijslag:  Met de kinderbijslag betaalt de overheid mee aan de kosten die horen bij de opvoeding van een kind. 
  • Alimentatie: Alimentatie is een financiële bijdrage aan de kosten van levensonderhoud voor de ex-partner of het kind (of de kinderen).


Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

Drie soorten uitgaven (blz. 43)
Huishoudelijke uitgaven: Dagelijkse uitgaven, zoals een frikandelbroodje.

Vaste lasten: Zijn uitgaven die elke maand terugkeren. Zoals je Netflix abonnement.
De reserveringen: Geld opzij leggen voor grotere uitgaven die een huishouden niet wekelijks of maandelijks doet. Reserveren doe je met uitgaven waarvan je zeker weet dat ze komen, maar niet precies weet wanneer. Bijvoorbeeld geld opzij leggen voor een nieuwe wasmachine.


Slide 11 - Diapositive

Opdrachten
Maak opdracht 4.2 t/m 4.5.
Jullie krijgen daar 10 minuten tijd voor.
Hulp nodig? Vraag het eerst aan diegene naast je.
Klaar? Maak opdracht 4.6.

timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

Opdrachten
Maak opdracht 4.6 t/m 4.9 op bladzijde 42 en 43.
Jullie krijgen daar 15 minuten tijd voor .
Hulp nodig? Vraag het eerst aan diegene naast je.
Klaar? Maak opdracht 4.10 en 4.11.

Slide 13 - Diapositive

Belangrijke formule bij opdracht 4.9: percentage berekenen




12 van de 26 leerlingen heeft de serie Lupin gezien.

Slide 14 - Diapositive

Belangrijke formule bij opdracht 4.9: percentage berekenen




12 van de 26 leerlingen heeft de serie Lupin gezien.

12 / 26 x 100 = 46,15 --> 46,2%
  

Slide 15 - Diapositive