Les 8 - Avant-Garde en Manifesten

Les 8 - Avant-Garde en Manifesten
1905 - 1940
Kubisme - Futurisme - Dada - Surrealisme


Pak je laptop en log in bij LessonUp!
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Les 8 - Avant-Garde en Manifesten
1905 - 1940
Kubisme - Futurisme - Dada - Surrealisme


Pak je laptop en log in bij LessonUp!

Slide 1 - Diapositive

Wat gebeurt er in de Westerse geschiedenis tussen 1905 en 1940?

Slide 2 - Question ouverte

1905 en 1940
  • 1914-1918: De Eerste Wereldoorlog (met voorstanders en tegenstanders)
  • 1918-1929: Interbellum (Tijd tussen twee oorlogen in)
  • Sigmund Freud en zijn theorieën over dromen en het onbewuste
  • Bauhaus; opkomst van een opleiding die alle disciplines meeneemt
  • Film en fotografie als kunstvorm op zichzelf (technologische ontwikkelingen)
  • Opkomst van het nazisme en fascisme, kunst als propaganda


Slide 3 - Diapositive

Avant-garde is....
Avant-garde is....
Avant-garde is....
Avant-garde is....
Avant-garde is....

Slide 4 - Question ouverte

Avant-garde is....
...de benaming van kunstenaars die voorop lopen, die door experimenten zoeken naar nieuwe wegen, vormen en technieken in hun kunstdiscipline, waarbij zij zich afzetten tegen en meestal breken met de gevestigde artistieke tradities.

Wat avant-garde wordt genoemd is niet exclusief voor een bepaalde kunst of periode. Het geldt voor alle stromingen in de wereld van kunst en cultuur die iets nieuws hebben voortgebracht.

Slide 5 - Diapositive

Expressionisme als paraplu
  • Fauvisme
  • Primitivisme
  • Kubisme
  • Futurisme
  • constructivisme
  • functionalisme
  • Dadaisme
  • surrealisme

Sigmund Freud
  • Psychiater
  • Droomduiding
  • Ijsbergtheorie
  • Dromen zijn zonder regels en belemmeringen

Expressionisme

Slide 6 - Diapositive

Kubisme 1907-1914
  • Pablo Picasso en George Braque
  • Analyse van vorm, geometrische grondvormen
  • Inspiratie in niet westerse volkskunst

Georges Braque, Viaduct bij L'Estaque, 1908
Paul Cézanne, Maison Maria met uitzicht op Château Noir, ca. 1895
Blz. 95 van KON +  H 10.2 van de reader
Post-impressionisme
Pablo Picasso, Les demoiselles d'avignon, 1907
  • vervorming/abstraheren
  • verschillende perspectieven
  • 2 soorten kubisme

Slide 7 - Diapositive

1. Analytisch kubisme 1907-1912
Juan Gris, Portret van Pablo Picasso, 1912
  • uiteenrafelen en analyseren van vormen
  • meerdere perspectieven in 1 beeld verwerken
Georges Braque, Vrouw met mandoline, 1910
Pablo Picasso, L'Aficionado [De Toreador] , 1912

Slide 8 - Diapositive

2. Synthetisch Kubisme 1912-1914
  • Ontstaan collage
  • Stillevens en mensfiguren
  • Dingen samen voegen (synthetiseren en assembleren)
Juan Gris, Zonwering, 1914
Pablo Picasso, Nature morte, bouteille et verre, 1913
Georges Braque, Fruitschaal en glas, 1912

Slide 9 - Diapositive

Wat is een collage?

Slide 10 - Question ouverte

Analytisch kubisme
Synthetisch kubisme
Vormanalyse
Collage
Reliëf
Stillevens

Slide 11 - Question de remorquage

Beeldhouwkunst
  • mensfiguren, portretten en stillevens
  • teruggebracht tot geometrische vormen
  • invloed van Afrikaanse beeldhouwkunst 
  • Assemblages
Jacques Lipchitz, Seated Bather, 1916–7
Henri Laurens - Tête, 1918
Picasso's 'Mandolin & Clarinet' 1912

Slide 12 - Diapositive

Welke overeenkomsten zie je tussen
Afrikaanse beelden en kubistische beeldhouwkunst?

Slide 13 - Question ouverte

Benoem
zo veel mogelijk
kenmerken
van het
kubisme

Slide 14 - Carte mentale

Algemene kenmerken
  • Verwarrend perspectief (Verschuiven en verschillende standpunten)
  • Analyse van vorm (geometrische vormen)
  • Stilleven is belangrijk onderwerp (muziek instrumenten)
  • Geometrische vormen
  • Geabstraheerde beelden
  • Collage techniek (Schilderkunst)
  • Assemblage (beeldhouwkunst)
  • Primitivisme

Slide 15 - Diapositive

Futurisme 1909-1916
  • Manifest van Marinetti 1909
  • Energie, vooruitgang en verandering
  • ideologie
  • snelheid, mechanische beweging en lawaai, zichtbaar en voelbaar maken
  • beweging tegen de 19e eeuwse mentaliteit
Giacomo Balla, Dynamiek van een hond aan een riem, 1912
Carlo Carrà, Free-Word Painting, 1914
Gino Severini, Gepantserde trein in actie, 1915

Slide 16 - Diapositive

Noem zo veel mogelijk
kenmerken van het Futurisme

Slide 17 - Carte mentale

Kenmerken
  • een gefragmenteerde (kubistische) beeldtaal
  • veel dynamiek in de compositie
  • gebruik van het film principe (sequentie) om beweging weer te geven
  • beweging en herhaling
  • moderne onderwerpen
  • snelheid, geluid

Umberto Boccioni, Onder de Pergola in Napels 1914
Umberto Boccioni, Unieke vormen van continuiteit in een ruimte 1913
Carlo Carrà, Paard en ruiter of Rode ruiter, 1913

Slide 18 - Diapositive

Abstracte kunst door Wassily Kandinsky
Moskou I, 1916
Rijdend paar, 1906-07
Herfst in Murnau, 1908
Kruisende lijnen, 1923
van post-impressionistisch naar geabstraheerd naar abstract

Slide 19 - Diapositive

Eerste wereldoorlog 1914-1918
Dada 1916 - 1923
  • Protest tegen de waanzin en zinloosheid van de oorlog vanuit het neutrale Zwitserland
  • Cabaretgroep
  • dada is een nonsenswoordje
  • vanuit dit woord ontstaat de stijlnaam dadaïsme

Hugo Ball, theater Café Voltaire (1916)
Filippo Marinetti - 
poezie 1919
Raoul Hausmann
(fotomontage) 1920 
Raoul Hausmann 
Beeldhouwkunst 1919/20

Slide 20 - Diapositive

Jean (Hans) Arp -
Untitled (Squares Arranged According to the Laws of Chance)-
1917
Kurt Schwitters- Het kersen schilderij - 1921
Raoul Hausmann - The Art Critic - 1919-20
Schilderkunst

Toeval
Collage met Object Trouvé
Fotomontage

Slide 21 - Diapositive

Man Ray- Indestructible Object (or Object to Be Destroyed)- 1923
Beeldhouwkunst - Assemblage
Marcel Duchamp - Fietswiel op krukje - 1913
Raoul Hausmann - Mechanischer Kopf - 1920

Slide 22 - Diapositive

Beeldhouwkunst - Readymade
  • moet een kunstenaar bekend zijn om kunst te maken? 
  • Kan massaproductie ook kunst zijn? 
  • Wat gebeurt er als we een dagelijks object uit zijn gebruikelijke situatie halen, denken we er dan anders over? 
  • Wat is kunst ?
Marcel Duchamp - Fountain - 1917

Slide 23 - Diapositive

Theater en Poëzie
  • Theater is waar het begon, absurdistische en ironische voorstellingen, kritisch met humor. 
  • Klankenpoezie
  • Tekst en vormgeving (typografie)

Paul van Ostaijen -
Boem paukenslag 1921
Het klankgedicht Karawane van Hugo Ball
 
Theo van Doesburg, typografisch uitgewerkt door I.K. Bonset

Slide 24 - Diapositive

Welke verschillende technieken en methoden gebruiken Dada kunstenaars?

Slide 25 - Question ouverte

Benoem zoveel mogelijk kenmerken en begrippen die passen bij Dada

Slide 26 - Carte mentale

< kenmerken en invloed >
  • Fluxus
  • Pop-art
  • Conceptuele kunst
Marcel Duchamp - L.H.O.O.Q. (Mona Lisa met snor) 1919
Theo van Doesburg: affiche voor Dada-Soiree, 1922
  • antikunst
  • geen kunstvorm maar een leefstijl
  • afwijzing van schoonheid en ordening
  • toeval
  • collages
  • fotomontages
  • assemblages
  • met gebruik van objets trouvés
  • readymade
  • absurde voorstellingen
  • chaotische vormgeving
  • onconventionele technieken
  • kritisch door humor en ironie
  • zonder belemmering en zonder regels

Slide 27 - Diapositive

Salvador Dali - 1947
Surrealisme vanaf 1924

  • Dadaïsme is een voorloper van Surrealisme
  • André Breton geloofde in een hogere werkelijkheid, waarin droom en realiteit samenkomen
  • Sigmund Freud grote invloed
  • Het denken, voelen en handelen van de mens wordt bepaald door het onderbewuste
  • Droomwerelden verbeelden
  • Het toeval, het absurde en het onwerkelijke zijn kenmerkend (ook voor dada)
  • Twee richtingen: figuratieve schilderkunst en abstracte schilderkunst. 
Sur = boven ----- Realisme = werkelijkheid
(Boven de werkelijkheid)

Slide 28 - Diapositive

Figuratieve schilderkunst
Verbeelding van droomwerelden, naturalistisch geschilderd. Wat is realiteit en wat niet? bijna filosofisch!
Salvador Dalí, De duurzaamheid van het geheugen, 1931
René Magritte - Ceci n’est pas une pipe) - 1928/29

Slide 29 - Diapositive

Abstracte schilderkunst

  • Onderbewuste proberen te laten spreken (gaat over het proces)
  • Grotendeels abstract soms met herkenbare vormen
  • Automatisch tekenen/automatisme
  • experimentele materialen en technieken (rubbing of decalcomanie)
  • Toeval
Joan Miró, Zittende vrouw I, 1938
André Masson- Automatische tekening -1924
Jean Hans Arp - automatische tekening - 1918

Slide 30 - Diapositive

Beeldhouwkunst
  • Het logisch denken uit schakelen en zich laten leiden door willekeurige ingeven en ideeën.
  • Nieuwe werkelijkheid aan geven
  • Het toeval, onbewuste ingevingen, readymades en object trouvés
  • (functie)vervreemding
Meret Oppenheim -
Pelzhandschuhe - 1936
Salvador Dalí, Vénus de Milo aux tiroirs 1938
Alberto Giacometti- Woman with Her Throat Cut, 1932

Slide 31 - Diapositive

Benoem zoveel mogelijk kenmerken en begrippen die passen bij Surrealisme

Slide 32 - Carte mentale

Andere stromingen en kenmerken
  • het absurde en onwerkelijke
  • dromen en visioenen worden verbeeld in figuratieve schilderijen
  • abstracte schilderijen worden gemaakt vanuit associaties
  • toeval speelt een belangrijke rol
  • vervreemding

  • VS - > abstract expressionisme
  • Magisch realisme
Yves Tanguy- Indefinite Divisibility- 1942
Kenmerken
Invloed op andere stromingen
Jackson Pollock - abstract expressionisme

Slide 33 - Diapositive