Zelfzorg verkoudheid en griep

Verkoudheid en griep
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
ApothekersassistenteMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Verkoudheid en griep

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Leerdoelen
-verschil tussen verkoudheid en griep
- oorzaken en kenmerken van griep, hoest en verkoudheid
- WHAM vragen
- samenvatten
- rekening houden met medicatie
-  medicamenteuze adviezen
- niet-medicamenteuze adviezen

Slide 3 - Diapositive

casus
Een man van 32 komt in de apotheek. Hij voelt zich wat grieperig en wil graag een middel hebben

Slide 4 - Diapositive

Waardoor wordt griep veroorzaakt?
A
een bacterie
B
een virus

Slide 5 - Quiz

Griep wordt veroorzaakt door een virus: het influenza virus. Deze kun je niet bestrijden met medicijnen maar gaat vanzelf weer over.

Slide 6 - Diapositive

Bij griep voelt iemand zich opeens ziek. De klachten ontstaan binnen 12 uur.

Slide 7 - Diapositive

Welke klachten horen bij griep? Noem er 7

Slide 8 - Carte mentale

De 7 klachten:
hoesten
hoofdpijn
keelpijn
koorts
koude rillingen
spierpijn
vermoeidheid

Slide 9 - Diapositive

Wist je dat?
Mensen al snel zeggen dat ze een griepje hebben? Ook als ze alleen verkouden zijn of keelpijn hebben?
Griep is anders....Bij griep heeft iemand koorts, koude rillingen of spierpijn

Slide 10 - Diapositive

casus 
De patiënt geeft aan last te hebben van hoofdpijn, een verstopte neus en hij hoest ook elke keer.
Hij heeft geen andere klachten zoals koorts of koude rillingen

Slide 11 - Diapositive

Heeft de klant last van griep of een verkoudheid?
A
griep
B
verkoudheid

Slide 12 - Quiz

verkoudheid
Deze wordt veroorzaakt door het rhinovirus. Dit virus verspreidt zich makkelijk door bijv. druppeltjes in de lucht. De slijmvliezen in de neus en keel zijn ontstoken waardoor men klachten krijgt.

Slide 13 - Diapositive

Bij een verkoudheid wordt het slijmvlies in de neus en keel dikker
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

casus
Hoest is een explosieve uitademing om  slijm, vocht of een vreemd voorwerp uit de luchtwegen te verwijderen.
Hoesten komt vaak voor in combinatie met verkoudheidsklachten.  Ik hoor dat u ook hoest kunt u ook aangeven wat voor hoest dit is?

Slide 15 - Diapositive

Welke soorten hoest ken je?

Slide 16 - Question ouverte

casus
Het is een droge hoest er zit geen slijm bij.

Slide 17 - Diapositive

Heeft de klant last van een productieve of niet-productieve hoest?
A
productieve hoest
B
niet-productieve hoest

Slide 18 - Quiz

Welke vraag moet de assistent nu stellen?
A
hoe lang heeft u al last van deze klachten?
B
Voor wie is het advies bedoeld?
C
Wat heeft u zelf al gedaan tegen de klachten?

Slide 19 - Quiz

casus
Het is belangrijk om te weten hoe lang de klachten al bestaan. Bij langdurige klachten dien je naar de huisarts te verwijzen.
Je verwijst naar de huisarts als:-  verkoudheid al een week duurt en niet verbetert, koorts die na 5 dagen niet minder wordt. ouderen >70 al na 1 dag

Slide 20 - Diapositive

Casus
Heeft al 2 dagen last en hij heeft al paracetamol gebruikt. Hij kan moeilijk slapen en heeft morgen een belangrijke bespreking op zijn werk. Hij gebruikt insuline.

Slide 21 - Diapositive

Wat voor aandoening heeft de klant?
A
astma
B
diabetes
C
hartritmestoornis

Slide 22 - Quiz

Op welke manier houd je rekening met een klant met diabetes?
A
Je moet extra goed opletten op een bijwerking van een middel
B
Je moet erop letten of een middel suiker bevat
C
Je moet erop letten of er insuline aan het middel is toegevoegd

Slide 23 - Quiz

diabetes
Je moet er wel op letten of er suiker in het middel zit en de patiënt daar op wijzen. Een klant met diabetes mag wel wat suiker , maar hij moet er rekening mee houden in zijn dieet.

Slide 24 - Diapositive

Vat samen wat er in de casus aan de hand is.

Slide 25 - Question ouverte

casus
De klant geeft aan dat hij 's avonds voor het slapen gaan 2 paracetamol tabletten heeft genomen. Wat is je advies voor deze meneer? Zie volgende slide

Slide 26 - Diapositive

Hoeveel paracetamol kan de klant innemen om de hoofdpijn te verminderen?
A
2 keer per dag 2 a 3 tabletten van 240 mg
B
3 keer per dag 1 a 2 tabletten van 500 mg
C
6 keer per dag 1 tablet van 1000 mg

Slide 27 - Quiz

casus
Kan ik ook nog iets tegen een verstopte neus doen? Stomen en zoutoplossing helpen "voor geen meter" daar begin ik niet aan.

Slide 28 - Diapositive

Stomen heeft een bewezen effect op het verminderen van verkoudheidsklachten.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

Het is niet aangetoond dat het helpt om te stomen. Sommige mensen vinden het toch fijn omdat het de klachten kan verlichten.

Slide 30 - Diapositive

Welke neusspray kan de assistente het beste adviseren?
A
neusspray met corticosteroïden
B
Neusspray met fysiologisch zout
C
neusspray met xylomethazoline

Slide 31 - Quiz

gebruik
Meneer wil graag weten hoe hij de neusspray moet gebruiken.

Slide 32 - Diapositive

Welke 3 tips kun je aan deze meneer geven?

Slide 33 - Question ouverte

tips
Snuit voor het gebruik uw neus
Houd tijdens het spuiten het andere neusgat dicht
Gebruik de neusspray niet langer dan 7 dagen achter elkaar

Slide 34 - Diapositive

Hoestdrank werkt beter tegen hoesten dan leefregels zoals warme thee of een lepel honing
A
waar
B
niet waar

Slide 35 - Quiz

Het effect van hoestdrank is nooit aangetoond in een onderzoek. Ze werken wel verzachtend maar lossen bij productieve hoest geen slijm op. Niet-medicamenteuze adviezen hebben dus de voorkeur.

Slide 36 - Diapositive

casus
Je kunt de klant de volgende middelen adviseren. thymsiroop om te verzachten, deze is er ook in een suikervrije variant voor diabetes patiënten. Noscapect zou ook kunnen, dit zijn tabletjes met noscapine. De klant kiest voor noscapect

Slide 37 - Diapositive

Welk adviezen kan de assistent nog geven voor het hoesten?

Slide 38 - Question ouverte

- drink voldoende, vooral warme dranken
- schraap de keel NIET en kuch NIET
- een lepel honing kan ook helpen maar niet voor deze patiënt met diabetes

Slide 39 - Diapositive

In welke gevallen moet de klant naar de huisarts worden verwezen?

Slide 40 - Question ouverte

- als de hoest na 3 weken nog niet over is
- als de klant moeite krijgt met ademhalen of een piepend geluid maakt.
- als de verkoudheid na een week niet verbeterd is.

Slide 41 - Diapositive

Noem de belangrijkste adviezen bij verkoudheid met hoofdpijnklachten

Slide 42 - Question ouverte

belangrijkste adviezen bij verkoudheid en hoofdpijn
1. Neem paracetamol om de hoofdpijn te verminderen
2.Stomen met warm water kan verkoudheidsklachten verminderen
3. Gebruik neusspray met fysiologisch zout om de neus open te houden
zie verder  op de volgende slide...

Slide 43 - Diapositive

4. Gebruik een neusspray met xylomethazoline om de zwellling van het neusslijmvlies te verminderen
5. Gebruik tegen het hoesten een verzachtend middel, zoals thymsiroop of hoestprikkeldempend noscapine
6.  Drink voldoende, vooral warme dranken
7. Schraap de keel NIET bij het hoesten. Dit kan irritatie geven

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Lien

Zijn er nog vragen?

Slide 46 - Diapositive