Economie: prijzen, inflatie, koopkracht en CPI

Wat is koopkracht?
1 / 16
suivant
Slide 1: Question ouverte
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Wat is koopkracht?

Slide 1 - Question ouverte

Koopkracht
De hoeveelheid goederen en diensten die je kunt kopen met je geld.

Je koopkracht hangt af van:
  • je inkomsten;
  • de prijzen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Berekening koopkracht

Stijging salaris + stijging inflatie = koopkracht stijging OF daling

voorbeeld:

Salaris stijgt met 3% en inflatie stijgt met 1% dan is er sprake van een KOOPKRACHT STIJGING VAN 2%

Slide 4 - Diapositive

Maken

Vragen

1 tot/met 8

tijd: max. 15 minuten

Slide 5 - Diapositive

Inkomen & inflatie
Nominaal inkomen: het inkomen dat je in euro's verdient.
Reëel inkomen: De koopkracht van je inkomen.

VOORBEELD:
nominaal inkomen stijgt met 5%
inflatie is 3%
stijging koopkracht is dan 2%

Slide 6 - Diapositive

Stijging inkomen in % - inflatie in % = ....
A
reëel inkomen
B
nominaal inkomen
C
modaal inkomen
D
duurzaam inkomen

Slide 7 - Quiz

Loon-prijsspiraal
Werknemers willen bij inflatie prijscompensatie (lonen moeten net zoveel stijgen als de inflatie). De loonkosten zijn hoger, en dit wordt weer doorberekend in de producten. Hierdoor willen werknemers weer loonsverhoging.

Slide 8 - Diapositive

Controle
  • Weet je wat koopkracht is en hoe deze kan stijgen of dalen?
  • Weet je wat de oorzaken en gevolgen van inflatie zijn?
  • Weet je de verbanden tussen inflatie, nominaal inkomen, reëel inkomen en prijscompensatie

Slide 9 - Diapositive

maken

Vragen

9 tot/met 11


Slide 10 - Diapositive

Op welke uitgavenpost kan men in de huishouden makkelijk bezuinigen?

Slide 11 - Question ouverte

CBS=
Centraal Bureu voor de Statistiek

Slide 12 - Diapositive

Indexcijfer Formule
Indexcijfer = 
gevraagde jaar / basisjaar x 100

Voorbeeld:
Loon basisjaar: 2000 euro
Loon nieuwjaar: 2500 euro
Indexcijfer = 
2500 / 2000 x 100 = 125

Slide 13 - Diapositive

VUISTREGEL
INDEXCIJFER VAN HET BASISJAAR IS ALTIJD 100

Slide 14 - Diapositive

CPI= Consumentenprijsindexcijfer


een indexcijfer dat de ontwikkeling van consumentenprijzen weergeeft

Slide 15 - Diapositive

consumentenprijsindex
Stappen om het cpi te berekenen: samengesteld GEWOGEN indexcijfer

Vermenigvuldig het indexcijfer van iedere artikelgroep met de bijbehorende wegingsfactor. 
Tel alle uitkomsten van stap 1 bij elkaar op. 
Deel je uitkomst van stap 2 door het totaal van alle wegingen  

Je uitkomst is het consumentenprijsindexcijfer.


Slide 16 - Diapositive