Caesar les 2: De Galliers

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

De Bello Gallico VI.14: De voordelen
Militiae vacationem omniumque rerum habent immunitatem. Tantis excitati praemiis et sua sponte multi in disciplinam conveniunt et a parentibus propinquisque mittuntur.

Slide 2 - Diapositive

Waarvan hebben de druïden 'immunatinem'?
A
'militiae vacationem'
B
'militiae vacationem' en 'omnium rerum'
C
'militiae vacationem' en 'immunitatem'
D
'omnium rerum'

Slide 3 - Quiz

Zorgt dit voor een goede of slechte opkomst aan nieuwe leerlingen?
A
goede
B
slechte

Slide 4 - Quiz

Hoe komen de nieuwe leerlingen bij de druïden?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
sua sponte
B
a parentibus mittuntur
C
in disciplinam conveniunt
D
propinquis mittuntur

Slide 5 - Quiz

Vertaling
  • Militiae vacationem omniumque rerum habent immunitatem. Tantis excitati praemiis et sua sponte multi in disciplinam conveniunt et a parentibus propinquisque mittuntur.
  • Zij hebben immuniteit/vrijstelling van het leger en van alle zaken. Aangespoord door dergelijke beloningen komen veel ofwel uit eigen beweging bij de leer ofwel worden zij gestuurd door ouders en naasten. 

Slide 6 - Diapositive

De Bello Gallico VI.14: De leer
Magnum ibi numerum versuum discere coguntur. Itaque vicenos annos nonnulli in disciplina manent. Neque fas esse putant versus litteris mandare. In aliis rebus, publicis privatisque, Graecas litteras scribunt. Duabus de causis druides id instituisse puto: neque in populum disciplinam referri volunt; neque volunt eos, qui discunt, minus memoriae studere. Hoc plerisque accidit. Propter litteras memoriam remittunt. 

Slide 7 - Diapositive

Welke naamval is versuum?
A
acc ev
B
nom mv
C
acc mv
D
gen mv

Slide 8 - Quiz

Duabus de causis druides id instituisse puto:
Wat is de A van de AcI?
A
duabus
B
causis
C
druides
D
id

Slide 9 - Quiz

Om welke twee redenen denkt Caesar dat de druïden geen schrift gebruiken voor hun leer?

Slide 10 - Question ouverte

Gebeurt het vaak dat het geheugen verslapt?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Gebruiken de druïden helemaal geen schrift?
A
Klopt niet
B
Klopt

Slide 12 - Quiz

Magnum ibi numerum versuum discere coguntur. Itaque vicenos annos nonnulli in disciplina manent. Neque fas esse putant versus litteris mandare. In aliis rebus, publicis privatisque, Graecas litteras scribunt. Duabus de causis druides id instituisse puto: neque in populum disciplinam referri volunt; neque volunt eos, qui discunt, minus memoriae studere. Hoc plerisque accidit. Propter litteras memoriam remittunt. 


  • Daar worden zij gedwongen/aangespoord een groot deel van versregels te leren. En dus blijven enkelen 20 jaar in de leer. En niet menen zij het geoorloofd te zijn de regels aan het schrift toe te vertrouwen. Voor andere zaken, publiek en prive, schrijven zij het Griekse schrift. Ik meen dat de Druiden dit hebben ingesteld vanwege twee redenen: zij willen niet dat de leer onder het volk wordt verspreid; en niet willen zij dat zij, die leren, minder aandacht besteden aan hun geheugen. Dit gebeurt de meesten. Vanwege het schrift laten zij hun geheugen verslappen. 

Slide 13 - Diapositive

Vragen bij de tekst
1) In deze tekst geeft Caesar een reden waarom er geen literaire bronnen zijn uit de oudheid van de Galliërs zelf. Welke reden is dit?

2) Vind je dat de praktijk van de druïden zoals Caesar hier beschrijft, bijdraagt aan het beeld van barbaren die verslagen moeten worden of aan het beeld van een cultuur die het waard is geassimileerd te worden? Beargumenteer je antwoord.

3) Hoe stonden Romeinen doorgaans tegenover religieuze denkbeelden van andere volkeren? Kun je dit in je boek of op het internet vinden?

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Vragen?
  • Degenen die geen vragen meer hebben mogen gaan
  • Degenen die nog vragen hebben over het participium mogen/kunnen blijven 

Slide 16 - Diapositive

Het participium
Een bijzin in 1 zin bij een zelfstandig naamwoord
Gedraagt zich dus als bijvoeglijk naamwoord
PPA                                  PPP                             PFA
rijtje rex                    rijtje servus/femina/bellum

Slide 17 - Diapositive

Alesiae in munitionibus stans Vercingetorix exitum
proelii conspexit. 

  • Op de ommuringen van Alesia staand Vercingetorix de afloop van het gevecht bekeek
  • Terwijl Vercingetorix op de ommuringen van Alesia stond, bekeek hij de afloop van het gevecht

Slide 18 - Diapositive

Alesiae in munitionibus ventus Vercingetorix exitum
proelii conspexit. 

  • Op de ommuringen van Alesia  Vercingetorix gekomen zijnd de afloop van het gevecht bekeek
  • Nadat Vercingetorix op de ommuringen van Alesia gekomen was, bekeek hij de afloop van het gevecht

Slide 19 - Diapositive