15.5 Zintuigen en regeling V5

14.5 Zintuigen en regeling
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

14.5 Zintuigen en regeling

Slide 1 - Diapositive

Homeostase
Regelkring voor ademhaling:
Chemo-receptoren in de aortaboog
pH, [O2] en [CO2]
drukzintuigjes-meten druk
Een verhoogde CO2 concentratie  in het bloed leidt tot een versnelde hartslag en ademhaling (H11)

Loopt via de hersenstam

Slide 2 - Diapositive

Regelkring
Receptoren
Verhoogde CO2 concentratie

Sensorische neuronen
Impulsen--> ademhalingscentrum in de hersenstam.

Motorische neuronen
--> verhoogde ademhaling

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Houding vasthouden
Hoe kun je zo lang stil blijven staan?

En hoe kan je lichaam een nieuwe houding aannemen?

Slide 5 - Diapositive

houding vasthouden

Slide 6 - Diapositive

houding aannemen

Slide 7 - Diapositive

Spierspoeltje: meet spierspanning

Slide 8 - Diapositive

Spierspoeltje
Spier uitgerekt:
depolarisatie sensorisch neuron (lichtblauw) en veel impulsen naar de hersenen
        

Slide 9 - Diapositive

Spierspoeltje
Spier gespannen: hyperpolarisatie sensorisch neuron (lichtblauw) en geen impulsen naar de hersenen
        

Slide 10 - Diapositive

Spierspoeltjes zijn betrokken bij reflexen en het samenwerken van antagonisten.

Slide 11 - Diapositive

Golgi peeslichaampje
Registreert rek in de pees
zorgt voor peesreflex bij te
grote rek ter voorkoming
van schade aan spieren


Slide 12 - Diapositive

Peesreflex

Slide 13 - Diapositive

Als er veel impulsen door een motorisch neuron gaan, zijn er bij het spierspoeltje van diezelfde spier
A
weinig impulsen
B
veel impulsen

Slide 14 - Quiz

Op welk molecuul reageert de chemoreceptor die de zuurgraad van het bloed meet?
A
CO2
B
pH
C
H+
D
OH-

Slide 15 - Quiz

Waar bevinden zich de inwendige chemoreceptoren voor O2, CO2, PH?

Slide 16 - Question ouverte

spierreflex
In de afbeelding is in een schema de schakeling weergegeven van een aantal
neuronen die verbonden zijn met de buigspier en de strekspier van het
onderbeen. 

Enkele neuronen zijn ter hoogte van het cellichaam genummerd.
In peessensoren en spierspoeltjes ontstaan actiepotentialen in reactie op uitrekking.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

In de volgende afbeelding is het cellichaam van neuron 7 uit de afbeelding op de vorige bladzijde met een aantal uitlopers van andere neuronen schematisch afgebeeld. Via een potentiaalmeter wordt op een bepaald moment de uitslag
gemeten zoals in de tekening is weergegeven.

Slide 20 - Diapositive

Door prikkeling van welk neuron of welke neuronen in de afbeelding kan deze uitslag bij neuron 7 zijn veroorzaakt? (3p)

Wel
Niet
neuron 2
neuron 6
neuron 1
neuron 9

Slide 21 - Question de remorquage

Dus bij uitrekken stuurt een spierspoeltje meer / minder impulsen door naar het czs, deze zorgt er (meestal) voor dat de spier samentrekt / ontspant.
A
meer; ontspant
B
minder; ontspant
C
meer; samentrekt
D
minder; ontspant

Slide 22 - Quiz

0

Slide 23 - Vidéo

Na alles wat je geleerd heb over proprioceptie, spierspoeltjes en hersenen zou je dit moeten kunnen verklaren. Probeer het eens!

Slide 24 - Question ouverte

Opdrachten boek

Slide 25 - Diapositive