Presentatie

Presentatie

Goede voorbereiding

+

veel oefenen

=

SUCCES

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Presentatie

Goede voorbereiding

+

veel oefenen

=

SUCCES

Slide 1 - Diapositive

Presentatie

Jullie gaan een presentatie houden voor het vak Nederlands. Deze presentatie doe je alleen.


Presenteren is best wel moeilijk, maar geloof het of niet:


Presenteren kun je leren!

Slide 2 - Diapositive

Aan de presentatie stellen we natuurlijk een aantal eisen:

1.    De presentatie moet tussen de 5 en 10 minuten duren;
2.   De presentatie mag niet voorgelezen worden van een blaadje;
      (Het is geen voorleesbeurt!)
3..   Het onderwerp van je presentatie is het gelezen boek;
4.   De presentatie moet een inleiding, kern en slot hebben;
5.   Het doel van de presentatie is de luisteraars enthousiast te                    maken om jouw boek te lezen (of juist niet);
6.   Je gebruikt een hulpmiddel om de presentatie duidelijker of                aantrekkelijker te maken (bv: PowerPoint of Prezi).

Slide 3 - Diapositive

Beoordeling

Je eindbeoordeling voor de presentatie bestaat uit twee cijfers:
* een cijfer voor je presentatie
* één punt voor je houding tijdens de andere presentaties
   (voldoende = geen punt aftrek)   (onvoldoende = één punt aftrek)

Deze presentatie telt 50% mee en de fictieopdracht (ingeleverd in Teams) telt ook 50% mee.



Slide 4 - Diapositive

Taalgebruik
* stemgebruik (volume/verstaanbaarheid/tempo)    6 ptn
* zinsbouw    4 ptn
* je gebruikt geen stopwoordjes    2 ptn

Presentatie
* oogcontact met de klas    3 ptn
* houding (handen/…)    3 ptn

Powerpoint of Prezi
* minimaal vijf dia’s    5 ptn
* verzorging    5 ptn

Succes!

Slide 5 - Diapositive

Stappenplan

1. Informatie opzoeken

2. Inleiding maken

3. Middenstuk maken

4. Afsluiting maken

5. Powerpoint maken

6. cue-cards (spiekbriefje) maken

6. Oefenen

Slide 6 - Diapositive

1. Informatie opzoeken

* Verzamel de informatie van internet, uit tijdschriften of andere
   boeken. Neem de teksten niet letterlijk over, want die zinnen
   zijn vaak te moeilijk om te onthouden!

* Verdeel de informatie in minimaal vier deelonderwerpen.

* Beter te veel informatie, dan te weinig. De verteltijd speelt
   namelijk een grote rol .

Slide 7 - Diapositive

2. Inleiding maken

Je hebt intussen geleerd, wat in een inleiding moet zitten.

Je kunt een keuze maken uit:

* het onderwerp aankondigen

* een belangrijke vraag stellen

* een grappig, toepasselijk verhaaltje vertellen

Je mag natuurlijk ook een combinatie maken van deze 3.


Belangrijk: Maak de luisteraar nieuwsgierig naar wat je te vertellen hebt!


Slide 8 - Diapositive

3. Middenstuk maken

In het middenstuk, zit de echte informatie. Zorg voor een goede opbouw door de informatie in minimaal vier deelonderwerpen te verdelen.  

Foto's op je powerpoint of Prezi maken de presentatie aantrekkelijker.


Slide 9 - Diapositive

4. Afsluiting maken

Zoals je geleerd hebt, staat in het slot:

* een samenvatting

* een conclusie

* een advies of oproep

Je kunt dit natuurlijk ook in een presentatie gebruiken, maar denk ook eens aan wat anders, bijvoorbeeld een quizje, kahoot, filmpje, enz.

Slide 10 - Diapositive

5. PowerPoint maken
  • niet te veel tekst
  • zorg voor passende en aantrekkelijke afbeelding
  • check (of laat iemand checken) op fouten 

Slide 11 - Diapositive

6. cue-cards maken
Je maakt 'spiekbriefjes' zo groot als een ansichtkaart.
Hier schrijf of typ je steekwoorden op, zodat je de volgorde goed kunt onthouden. Natuurlijk kun je ook af en toe omkijken naar het bord. Als je klaar bent met een cue-card stop je die onderaan je stapeltje.
Je mag NIET je hele tekst bij de presentatie houden! NIET VOORLEZEN DUS/

Slide 12 - Diapositive

7. Oefenen

  • Leer je tekst globaal uit je hoofd.
  • Gebruik bij het oefenen je spiekbriefje.
  • Oefen eerst zelf en daarna voor een publiek (ouders, broer, zus, klasgenoten etc.)
  • Film jezelf en kijk wat je nog kan verbeteren.

Slide 13 - Diapositive

Een krachtige presentatie

“Na een goede presentatie moet het onderwerp uitgeput zijn, niet de toehoorder”.

Een toespraak moet sprankelend en onderhoudend zijn, terwijl de toehoorder toch goed moet begrijpen waar het om gaat.

Slide 14 - Diapositive

Wat is het geheim van een goede presentatie?

•    brengt een boodschap over
•    heeft een levendige stijl
•    bestaat uit korte, actieve zinnen
•    bevat aantrekkelijke voorbeelden en anekdotes
•    sluit goed aan bij de verwachtingen van het publiek

Slide 15 - Diapositive

Hoe pakt je dat aan?
1.    Bereid je presentatie voor door hem op papier te zetten. Kies voor een logische
opbouw van je presentatie door alles in hoofdstukjes in te delen: net als een werkstuk. Een presentatie is net als een werkstuk, alleen niet geschreven, maar gesproken.

2.    Zorg dat je presentatie begint met een goede inleiding waarin je vertelt waarom je je onderwerp gekozen hebt en wat je allemaal gaat behandelen. Zet eventueel op het bord hoe je je presentatie hebt ingedeeld. Dus wat je allemaal gaat behandelen.

3.    Zorg ook voor een goed slot van je presentatie. Vat nog even de belangrijkste punten samen. Trek eventueel een conclusie en vraag vervolgens of er nog vragen of onduidelijkheden zijn.

Slide 16 - Diapositive

4.    Let erop dat je je stem goed gebruikt: ben je verstaanbaar (tempo, volume, uitspraak ; niet mompelen). Wat heel slim is, is om van tevoren een stukje van je spreekbeurt thuis te doen en die op te nemen. Dan hoor je pas goed hoe verstaanbaar je echt bent.

5.    Let op je houding en bewegingen: kies een houding die je prettig vindt en let erop of je geen zenuwbewegingen maakt (zoals de hele tijd aan je haar zitten, met een pen tikken, met je benen en voeten bewegen); dat leidt af. Neem eventueel iets in je handen (spiekbriefje, pen) als je dat prettig vindt.
Zorg dat je goed in je vel zit. Als je kleren aan hebt waarin je je niet op je gemak voelt, kan de gedachte daaraan gaan overheersen.

6.    Let op het publiek waarvoor je spreekt! Dat zijn meestal je medeleerlingen. Dus leg moeilijke woorden goed uit, geef voorbeelden van moeilijke dingen in je presentatie.

Slide 17 - Diapositive

7.    Heel belangrijk voor je publiek is dat je presentatie levendig is! Dus praat niet te monotoon; geef voorbeelden om je presentatie te verlevendigen. 
Of (als je dat kan) laat je publiek zelf meedoen: geef ze tussendoor een denkvraag, een opdrachtje, enz. Zo betrek je je publiek goed bij je presentatie.

8.    Oefen je presentatie van tevoren. Doe hem thuis, voor jezelf, voor de spiegel of voor ouders/vrienden. Dat heet 'droog' oefenen. Zo kun je checken of je alles goed weet, en je wordt er vaak ook minder zenuwachtig van.

9.    Lees je presentatie nooit op! Dat is saai, en het mag ook niet. Uiteraard mag je wel een spiekbriefje gebruiken, dus maak een overzichtelijk spiekbriefje met trefwoorden of trefzinnen dat je kunt gebruiken bij je presentatie.

10.    Ga na je presentatie goed na wat er goed ging en wat minder goed ging en schrijf dat op. Daarvan kan je leren, en dat is handig, want je zal nog veel vaker een presentatie mogen houden.

Slide 18 - Diapositive