Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Taalcompleet thema 3 (A1)
T
Thema 3
Wonen
1 / 53
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Cette leçon contient
53 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
T
Thema 3
Wonen
Slide 1 - Diapositive
Waar kijk je naar buiten?
A
door het raam
B
door het dak
C
door de muur
Slide 2 - Quiz
Waar ga je naar binnen?
A
door het raam
B
door het balkon
C
door de deur
Slide 3 - Quiz
Wat zie je?
timer
1:00
Slide 4 - Question ouverte
Wat zie je?
Kijk naar de pijl
timer
1:00
Slide 5 - Question ouverte
Wat zie je?
timer
1:00
Slide 6 - Question ouverte
Wat zie je?
Slide 7 - Question ouverte
rangtelwoorden
Slide 8 - Diapositive
Uitleg
Rangtelwoorden:
0-20 meestal +de (vier ==> vierde, tien ==> tiende)
eindigt op -t, -g, -d + ste (ach
t
ste, vierentwinti
g
ste, honder
d
ste)
leren: een (1) ==> eerste, drie ==> derde
Slide 9 - Diapositive
Uitleg
rangtelwoorden
1e
eerste
2e tweede
3e
derde
4e vierde
5e vijfde
6e zesde
7e zevende
8e acht
ste
9e negende
10e tiende
20e twintig
ste
30e dertig
ste
40e veertig
ste
100e honderd
ste
1000e duizend
ste
Slide 10 - Diapositive
een (1)
Slide 11 - Question ouverte
zes ==> 6e?
Slide 12 - Question ouverte
achtentachtig ==> 88e?
Slide 13 - Question ouverte
schrijf in letters: 14e
Slide 14 - Question ouverte
schrijf in letters: 40e
Slide 15 - Question ouverte
1000e
A
duizenste
B
duizendste
C
duizentste
Slide 16 - Quiz
U _____ het woord.
A
spel
B
spelt
C
spellen
Slide 17 - Quiz
De leerlingen ______ een woord.
A
spel
B
spelt
C
spellen
Slide 18 - Quiz
Hij ______ welkom!
A
zeg
B
zegt
C
zeggen
Slide 19 - Quiz
Jullie ______ hallo.
A
zeg
B
zegt
C
zeggen
Slide 20 - Quiz
Typ de goede vorm van spellen:
Arthur ______ weekend.
timer
1:00
Slide 21 - Question ouverte
Typ de goede vorm van spellen:
Ik _____ mijn naam.
Slide 22 - Question ouverte
Typ de goede vorm van spellen:
De ouders _____ de naam.
Slide 23 - Question ouverte
Typ de goede vorm van zeggen:
U _______ goedenavond.
Slide 24 - Question ouverte
Typ de goede vorm van zeggen:
Wat _____ je?
Slide 25 - Question ouverte
Typ de goede vorm van zeggen:
Turan en Dave ______ doei.
Slide 26 - Question ouverte
Wij drinken een _____ koffie.
A
kopje
B
alleen
C
nieuw
Slide 27 - Quiz
Marja is ______ van meneer Zinhi.
A
een beetje
B
alleen
C
de buurvrouw
Slide 28 - Quiz
Mijn vrouw is niet ______.
A
beetje
B
thuis
C
koekje
Slide 29 - Quiz
Schrijf de goede vorm van zijn:
Het _____ gezellig op school.
Slide 30 - Question ouverte
Schrijf de goede vorm van zijn:
De opdrachten ____ een beetje moeilijk.
Slide 31 - Question ouverte
Schrijf de goede vorm van zijn:
Het kopje ____ in de keuken.
Slide 32 - Question ouverte
Schrijf de goede vorm van hebben:
De docenten _____ pauze.
Slide 33 - Question ouverte
Schrijf de goede vorm van hebben:
______ je een nieuwe fiets?
Slide 34 - Question ouverte
Schrijf de goede vorm van hebben: Mijn vriendin _____ hoofdpijn.
Slide 35 - Question ouverte
Schrijf de goede vorm van spreken:
U _____ Spaans.
Slide 36 - Question ouverte
Schrijf de goede vorm van spreken:
Ik _____ Duits en Engels.
Slide 37 - Question ouverte
Schrijf de goede vorm van spreken:
De kinderen ______ Nederlands op school.
Slide 38 - Question ouverte
Schrijf de goede vorm van wonen:
Mijn vader ______ niet in België.
Slide 39 - Question ouverte
Schrijf de goede vorm van wonen:
_______ jij in Amsterdam?
Slide 40 - Question ouverte
Schrijf de goede vorm van wonen:
Isabel ______ in Spanje.
Slide 41 - Question ouverte
Welke kleur zie je?
gonre
Slide 42 - Question ouverte
Welke kleur zie je?
zrawt
Slide 43 - Question ouverte
Welke kleur zie je?
ijrsg
Slide 44 - Question ouverte
Schrijf de goede vorm van schrijven:
Henk _____ op papier.
Slide 45 - Question ouverte
Schrijf de goede vorm van schrijven:
Ik _____ in het boek.
Slide 46 - Question ouverte
Schrijf de goede vorm van kiezen:
Rihana _____ een groene bank.
Slide 47 - Question ouverte
Schrijf de goede vorm van kiezen:
Anton _____ een wit bed.
Slide 48 - Question ouverte
Maak een goede zin met de woorden:
met een potlood ik schrijf.
Slide 49 - Question ouverte
Maak een goede zin met de woorden:
Glenda koffie drinkt.
Slide 50 - Question ouverte
Maak een goede zin met de woorden:
liggen de kinderen in bed.
Slide 51 - Question ouverte
Maak een goede zin met de woorden:
in een flat Lisa en Siem wonen.
Slide 52 - Question ouverte
moeilijk of makkelijk??
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 53 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
3.9: eerste, tweede, derde
Septembre 2024
- Leçon avec
11 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
3.9: eerste, tweede, derde
Septembre 2023
- Leçon avec
12 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
les 22 - getallen
Février 2023
- Leçon avec
11 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 2
Ordnungszahlen in het Duits
Mars 2023
- Leçon avec
14 diapositives
rangtelwoorden (1M Theme 2)
Novembre 2017
- Leçon avec
16 diapositives
Les 3
Mai 2024
- Leçon avec
37 diapositives
NT2
Beroepsopleiding
Hoofdstuk 3
Juin 2023
- Leçon avec
42 diapositives
NT2
Beroepsopleiding
Spelling Blok 7 Week 1 Les 3
Avril 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 6