Herhaling hfd 2 + examentraining

Een heel gelukkig, gezond en succesvol 2021 gewenst!

1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Een heel gelukkig, gezond en succesvol 2021 gewenst!

Slide 1 - Diapositive

Vandaag: Herhaling par 1-9
Theorie 
Meerkeuze vragen -> kennisvragen
Open vragen -> toepassen/inzicht

Doel: kennis + manier van antwoorden oefenen

Slide 2 - Diapositive

Convectiestromen vinden plaats in de ...
A
Aardkorst
B
Aardmantel
C
Buiten kern
D
Binnen kern

Slide 3 - Quiz

Beschrijf wat het verschil is tussen een midoceanische rug en diepzee trog. Ga in op de ligging van beide.

Slide 4 - Question ouverte

Covergent 
Divergent 
Midoceanische rug
Trog

Slide 5 - Diapositive

Bij een midoceanische rug is er sprake van...
A
Convergentie
B
Divergentie
C
Transforme plaatbeweging
D
Zowel convergentie als divergentie

Slide 6 - Quiz

Plaattektoniek

Slide 7 - Diapositive

Beschrijf waarom er bij Indonesië wel kans is op een aardbeving en bij Madagascar niet. (oorzaak/gevolg)

Slide 8 - Question ouverte

Beschrijf wat er gebeurd bij een subductiezone

Slide 9 - Question ouverte

Welke twee woorden horen bij een divergente plaatbeweging
A
Schildvulkaan, explosieve uitbarsting
B
Stratovulkaan, explosieve uitbarsting
C
Schildvulkaan, effusieve uitbarsting
D
Stratovulkaan, effusieve uitbarsting

Slide 10 - Quiz

Beschrijf in eigen woorden waarom wat er zo bijzonder is aan het vulkanisme op Hawaii.

Slide 11 - Question ouverte

Leg uit dat er een uitbarsting van een stratovulkaan vaak vooraf wordt gegaan door aardbevingen. (oorzaak/gevolg)

Slide 12 - Question ouverte

Leg uit waarom een stratovulkaan hoog is en een schildvulkaan veel lager

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Stratovulkaan
Dit is een vulkaankegel: een berg die ontstaan is door de lagen as en lava van een reeks uitbarstingen.
Als de vulkaan uitbarst en helemaal leegloopt, dan stort de bovenkant in elkaar en krijg je een caldera.
Deze gloeiend hete wolken zijn wel 800ºC en razen met een snelheid van meer dan 100km/uur naar beneden.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Welke vorm is geen mechanische verwering
A
Vorstverwering
B
temperatuursverschillen
C
Uiteenvallen door plantenwortels
D
oplossen van kalksteen in water

Slide 18 - Quiz

Verwering
  • Verwering is het uiteenvallen van een gesteente in kleinere delen
  • Het is de eerste stap bij de afbraak van een gebergte
  • Oorzaak vooral:   invloed van het weer

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Waarom vind ik chemische verwering vaak in tropische gebieden?
(oorzaak/gevolg)

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

Waarom neemt de stroomsnelheid van een rivier af in de middenloop/benedenloop. Gebruik het woord verhang in je antwoord.

Slide 23 - Question ouverte

Verval en verhang

Slide 24 - Diapositive

Verhang

Slide 25 - Diapositive

 Verval

Slide 26 - Diapositive


Slide 27 - Question ouverte

Op de vorige foto zag je een dal.
Beschrijf het type dal en het ontstaan ervan.

Slide 28 - Question ouverte

Leg uit dat verwering vóór aardverschuivingen plaatsvind.

Slide 29 - Question ouverte

Beschrijf hoe de stroomsnelheid voor de kust en de stroomsnelheid van de rivier is bij de vorming van een delta

Slide 30 - Question ouverte

Welke kenmerk past het beste bij een delta?
A
De rivier stroomt snel in de delta
B
De delta ontstaat door erosie
C
Er vindt veel sedimentatie plaats
D
Er is slechts een geul

Slide 31 - Quiz

Einde rivier
Delta                  of               Estuarium

Slide 32 - Diapositive



Delta:
  • stroomsnelheid rivier stopt (door zee)
  • Al het sediment zakt naar de bodem
  • door ophoping ontstaat nieuw land
Estuarium:
  • Hoge stroomsnelheid langs kust, sediment wordt meegenomen

of

  • bij vloed dringt zeewater de rivier in

Slide 33 - Diapositive

De Himalaya is een voorbeeld van een ...
A
plooiingsgebergte
B
breukgebergte
C
jong gebergte
D
gebergte ontstaan door vulkanisme

Slide 34 - Quiz

In Oost-Afrika bewegen de platen uit elkaar. Welke type vulkanisme komt vind je hier?

Slide 35 - Question ouverte

Wat is geen voorbeeld van een exogeen proces
A
Erosie
B
Verwering
C
de zon
D
convectiestroming

Slide 36 - Quiz

Endogene processen:

  • van binnenuit

  • aardbevingen, vulkanisme, platentektoniek, gebergtevorming

  • veroorzaakt door: energie in de aarde
Exogene processen:

  • van buitenaf

  • verwering, erosie, sedimentatie


  • veroorzaakt door: zon

Slide 37 - Diapositive

Noem 2 voorbeelden van een oud gebergte en 2 voorbeelden van een jong gebergte

Slide 38 - Question ouverte

Beschrijf een verschil tussen een jong en oud gebergte
Ga hierbij in op een "uiterlijk" kenmerk

Slide 39 - Question ouverte

EINDE!

Slide 40 - Diapositive

Examentraining 
In deze examentraining staat de oefening van het onderdeel Aarde centraal. 

Slide 41 - Diapositive

Gebruik de bronnen (zie volgende dia) en de atlas.
Geef
− de naam van het gesteente waaruit Giant’s causeway bestaat;
− het kaartblad dat aanwijzingen geeft voor de wijze waarop dit
gesteente daar is ontstaan.
De volgende vragen komen uit het examen 2016, 2e tijdvak

Slide 42 - Question ouverte

Slide 43 - Diapositive

Gebruik de atlas.
De gesteenten in The Burren zijn honderden miljoenen jaren oud. In de laatste 200.000 jaar is het landschap sterk afgevlakt.
Welke vorm van erosie heeft de grootste rol gespeeld bij het afvlakken van het landschap van The Burren?

Slide 44 - Question ouverte

Nadat The Burren was afgevlakt door erosie zijn door een andere exogene kracht allerlei diepe gleuven en spleten ontstaan (zie bron 2) die de kalksteen verdelen in blokken.
Geef de oorzaak van het ontstaan van de gleuven en spleten in de kalksteen.

Slide 45 - Question ouverte

Gebruik bronnen.
Bij de kliffen bij Moher staat een stenen pilaar in zee,
die bestaat uit hetzelfde gesteente als de kliffen.
Beschrijf de wijze waarop de pilaar is ontstaan.

Slide 46 - Question ouverte

Gebruik de bron.
Zowel het Noordereiland als het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland worden
regelmatig getroffen door aardbevingen.
Leg uit op welk van deze twee eilanden alleen ondiepe aardbevingen voorkomen.
Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.
De volgende vragen komen uit het examen 2014, 2e tijdvak

Slide 47 - Question ouverte

Gebruik de bron.
In de vulkanische zone op het Noordereiland stijgt magma op richting
het aardoppervlak. Ten oosten van de vulkanische zone gebeurt dit niet.
Leg uit dat ten oosten van de vulkanische zone geen magma opstijgt richting
het aardoppervlak.
Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 48 - Question ouverte

Gebruik de bron.
In de vulkanische zone op het Noordereiland stijgt magma op richting
het aardoppervlak. Ten oosten van de vulkanische zone gebeurt dit niet.
Leg uit dat ten oosten van de vulkanische zone geen magma opstijgt richting
het aardoppervlak.
Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 49 - Question ouverte

Gebruik bron 2 en kaartblad 54e druk 170-171 of 55e druk/online
176/177. De foto’s in bron 2 zijn, in willekeurige volgorde,
van de bergen Aoraki/Mount Cook, Ruapehu en
Taranaki/Mount Egmont. Welke foto (a, b of c) is
van de berg Aoraki/Mount Cook?
Geef een argument voor je keuze.

Slide 50 - Question ouverte

Gebruik kaartblad 54e druk 216 of 55e druk/online 218.
Nieuw-Zeeland maakt deel uit van de ‘ring van vuur’. Dit is een zone rondom de Grote Oceaan waar veel subductie plaatsvindt. De kaarten A tot en met D geven elk een aanwijzing voor het optreden van subductie in de ‘ring van vuur’.
Neem de letters A tot en met D over op je antwoordblad.
Schrijf achter elke letter een aanwijzing die de betreffende atlaskaart geeft voor het optreden van subductie in de ‘ring van vuur’.

Slide 51 - Question ouverte