Les 8- Cursus 7 §10-12+14 oefenen voor de toets

Les 8- Cursus 7 §10-12+14 oefenen voor de toets
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Les 8- Cursus 7 §10-12+14 oefenen voor de toets

Slide 1 - Diapositive

Goedemiddag 2Vd
Pak je spullen alvast (boek/Nieuw Nederlands/pen+schrift) en ga lezen in je leesboek
timer
10:00
Wat gaan we doen vandaag?
  • 10 min lezen
  • lessonup proeftoets
  • zelfstandig leren

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen van de afgelopen tijd
- De aanvoegende en gebiedende wijs correct spellen.
- Ik kan Engelse werkwoorden correct spellen.
- Ik kan de persoonsvormen in samengestelde zinnen spellen.
- Werkwoordsvormen die hetzelfde klinken correct spellen.

Klinkt dit bekend? Laten we eens 
oefenen


Slide 3 - Diapositive

de hemel, beware me.
A
Aantonende wijs
B
aanvoegende wijs
C
gebiedende wijs

Slide 4 - Quiz

Eet, nu!
A
Aantonende wijs
B
aanvoegende wijs
C
gebiedende wijs

Slide 5 - Quiz

Lang leve de koningin.
A
Aantonende wijs
B
aanvoegende wijs
C
gebiedende wijs

Slide 6 - Quiz

In welke zin staat een gebiedende wijs?
A
Mevrouw Pruis vroeg: ‘Wie kan het rijtje opzeggen?’
B
Denny zei: ‘Vaak ga ik zaterdag naar de stad’.
C
Nanda aarzelde: ‘Kan het toch niet morgen in plaats van vandaag?’
D
De agent zei tegen de vermeende dief: ‘Verroer je niet.’

Slide 7 - Quiz

De leerling ... het document gisteren op haar Chromebook.
(saven)
A
savde
B
savede
C
savete
D
savte

Slide 8 - Quiz

Vul de juiste vorm van het werkwoord (vd) in.

Nadat ik heb ...(flossen), ga ik altijd naar bed.



Slide 9 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het werkwoord (pvvt) in.

Mara ... (downloaden) iedere week een ander boek.



Slide 10 - Question ouverte

In welke zin zijn de werkwoorden allebei goed gespeld?




A
Selma verwonde zich aan de verhitte pan.
B
Selma verwondde zich aan de verhitte pan.
C
Met mijn verwonden hand kneedde ik toch het deeg.
D
Met mijn verwondde hand kneedde ik toch het deeg.

Slide 11 - Quiz

Rennend door de straten zocht het jongetje zijn verloren step.
Welk antwoord is juist?

A
Rennend is een voltooid deelwoord
B
Rennend is de persoonsvorm
C
Rennend is een onvoltooid deelwoord
D
Rennend is het onderwerp

Slide 12 - Quiz

Vul de juiste vorm van het werkwoord (pvtt) in.
Ruben (vermijden) de docent zoveel mogelijk.

Slide 13 - Question ouverte

Welke zin is correct gespeld?

A
Zwijgent smulde het meisje van de kippenpootjes.
B
Zwijgend smulte het meisje van de kippenpootjes.
C
Zwegend smulde het meisje van de kippenpootjes.
D
Zwijgend smulde het meisje van de kippenpootjes.

Slide 14 - Quiz

Geef aan of de volgende zin enkelvoudig of samengesteld is.
Terwijl Sander zijn huiswerk maakte, at hij een zak drop leeg.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 15 - Quiz

Geef aan of de volgende zin enkelvoudig of samengesteld is.

Hiske luistert altijd podcast tijdens het wandelen.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 16 - Quiz

Geef aan of de volgende zin enkelvoudig of samengesteld is.
In de ochtend neuriede de man tijdens het autorijden het mooie liedje.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 17 - Quiz

Welk(e) werkwoordsvorm(en) kun je van tijd veranderen?
A
Voltooid deelwoord
B
persoonsvorm
C
onvoltooid deelwoord
D
infinitief

Slide 18 - Quiz



Kies uit:
bn vd/ bn od / pvtt/ pvvt/ gw / inf / od / vd


Welke vorm heeft het rode  werkwoord?
Veel webwinkels vergrootten afgelopen jaar hun winst.

Slide 19 - Question ouverte



Kies uit:
bn vd/ bn od / pvtt/ pvvt/ gw / inf / od / vd


Welke vorm heeft het rode  werkwoord?
De zingende soliste had het publiek ontroerd.

Slide 20 - Question ouverte

Tim ... (ontbloten) zijn arm en toonde op die ... (ontbloten) arm zijn tattoo.
A
ontblote, ontblote
B
ontblootte, ontblote

Slide 21 - Quiz

Tim ... (ontbloten) zijn arm en toonde op die ... (ontbloten) arm zijn tattoo.
A
pvvt, bn
B
pvtt, bn

Slide 22 - Quiz

Het ...(verkleden) meisje snapte niet dat Sinterklaas zich ook ... (verkleden)
A
verkleedde, verkleedde
B
verklede, verkleedde

Slide 23 - Quiz

Het ...(verkleden) meisje snapte niet dat Sinterklaas zich ook ... (verkleden)
A
bn, vd
B
bn, pvvt

Slide 24 - Quiz

Ga nu zelf aan de slag met voorbereiden voor de toets!
Spelling cursus 7 §10 t/m §12 en §14
P. 260 t/m 269


Slide 25 - Diapositive

Fijne dag en succes met leren!

Slide 26 - Diapositive