toets Mens en gezondheid Annet

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

toets Mens en gezondheid Annet

Een baliemedewerker moet representatief zijn. Wat betekent ‘representatief’?

1. Dat je aardig en klantvriendelijk bent
2. Dat je de omgangsregels die gelden in het bedrijf kunt toepassen.
3. Dat je het bedrijf en alle medewerkers goed kent.
4. Dat je met je uiterlijk en gedrag laat zien dat je bij het bedrijf hoort.

Welke stelling over deze medewerkster van MC Donals is juist?

1. De medewerkster is representatief omdat klanten zien dat ze een medewerkster is
2. De medewerkster is representatief, omdat zij weinig make-up draagt en haar heeft opgestoken
3. De medewerkster is niet representatief omdat zij geen jasje en blouse draagt.
4. De medewerkster is niet representatief omdat zij een petje en een shirt met korte mouwen draagt.

Wat is representatief

1. dat je blij bent
2. dat je aanwezig bent
3. dat je luidruchtig bent
4. nette indruk achterlaten

Plaats objectief en subjectief bij de juiste woorden.

Zie les 2: objectief/subjectief

Vriendelijk

12 jaar

Oud

Zwart haar

Lichte ogen

Slim

Objectief

Subjectief

Subjectief

Subjectief

Objectief

Objectief

Een observatie moet altijd .... zijn.

Objectief

Subjectief

Objectief of subjectief?

Bertha houdt haar telefoon vast.

De klas is erg rumoerig.

Bertus heeft een mooi t-shirt aan.

Objectief

Subjectief

Subjectief

Objectief

Sleep de afbeeldingen naar het juiste hokje. Is het wel of niet representatief?

Wel representatief

Niet representatief

Wat wordt er bedoeld met bedrijfspolicy?

1. De uitgangspunten van hoe men in het bedrijf werkt.
2. Hoe je je moet gedragen zoals je werkgever van je verwacht.
3. Zo noem je degene die over de afspraken van een congreshotel gaat.
4. Dit is degene die de klanten van een congreshotel begroet

Wat is begroeten?

1. Dat je de klant aankijkt
2. Dat je de klant groet (bijv. goedemorgen)
3. Dat je aan de kant gaat voor de klant
4. Dat je tegen de klant praat (bijv. kan ik je helpen?)

Hoe begroet je iemand in het Duits?

1. Tschüss
2. Schön
3. Guten Tag

Wat is de goede volgorde:

A. Koffie of thee aanbieden, B. Vriendelijk welkom heten, C. Laten plaats nemen om te wachten. D. Vragen hoe laat de afspraak was.

1. A, B, C, D
2. D, B, A, C
3. B, D, A, C
4. B, D, C, A

Welke omschrijvingen horen bij welk begrip?

Aantekeningen die je maakt voor jezelf, van bv. een vergadering of een telefoongesprek. 

Brief waarop bepaalde gegevens staan voorgedrukt, zodat je alleen noodzakelijke dingen hoeft in te vullen. 

Schriftelijke mededeling aan een of meer personen die je alleen gebruikt in interne correspondentie. 

Voorgedrukt kaartje met daarop een lijst mogelijkheden waarvan je er één kunt aankruisen. 

Compliment Card

Formulier

Memo

Notitie

Goede afspraak zakelijk telefoongesprek

Slechte afspraak zakelijk telefoongesprek

Pen en papier om iets te noteren

Zacht en snel praten 

Eten tijdens je gesprek

Rustig en beleefd blijven

Andere dingen doen tijdens het gesprek

Informeel gesprek

Formeel gesprek

Dit gesprek is niet officieel

Dit gesprek voer je (vaak) met vrienden familie of mensen die je tegenkomt

Dit gesprek kan over van alles gaan; jezelf, een probleem, wat je wel en niet leuk vindt, je mening, wat je gisteren gedaan hebt

Dit is een zakelijk gesprek

Een voorbeeld van dit gesprek is een functioneringsgesprek of een sollicitatiegesprek

Tijdens dit gesprek gebruik je correcte zinnen en woorden

1. Formeel taalgebruik

Formeel taalgebruik wordt meestal gebruikt in professionele of officiële situaties, zoals in zakelijke correspondentie, academische artikelen, of bij het spreken met iemand van hogere status of autoriteit. 

Voorbeelden van formele situaties:

Een sollicitatiebrief schrijven.

Spreken op een zakelijke bijeenkomst of presentatie.

Correspondentie met klanten of leidinggevenden.

Officiële documenten of rapporten opstellen.

2. Informeel taalgebruik

Informeel taalgebruik is geschikt voor situaties waarin er een meer persoonlijke en ontspannen sfeer is, zoals in gesprekken met vrienden, familie of collega's waarmee je een goede relatie hebt.

Voorbeelden van informele situaties:

Een gesprek met vrienden over het weekend.

Een sms-bericht sturen naar een familielid.

Social media posts of informele e-mails aan collega's.

Een telefoongesprek met een goede vriend.

Hieronder staan enkele zinnen uit een telefoongesprek van het gezondheids

centrum.

Zet de zinnen in de juiste volgorde. 

Zet de zin die als eerste komt bovenaan.

1

2

3

4

5

Dan zie ik u vanmiddag. Mocht er nog iets zijn dan kan u altijd even bellen. 

Dat is heel verveldnd, het lijkt mij goed dat u even naar het spreekuur komt. 

Graag gedaan, ik zie u vanmiddag.

Goedemorgen, Huisartsenpraktijk de Pelikaan, u spreekt met Bea Stip. Wat kan ik voor u doen?

Kunt u vanmiddag om 15.00 uur? 

Wat zijn open vragen?

1. Vragen die met ja of nee beantwoord kunnen worden.
2. Beginnen vaak met wat, waarom, wie, welke of wanneer.
3. Zijn bedoeld als openingszin.
4. Geven beperkt ruimte om te antwoorden

Wat is een gesloten vraag?

1. Hoe ben je hier gekomen?
2. Vind je het spannend?
3. Wat wil je straks gaan doen?
4. Wie heeft je gebracht?

Wat vermijden als je.....

cholesterol arm

koolhydraat arm

glutenvrij

suikervrij

aardappelen

Koek

snoep

boter

frisdrank

brood

Pasta

varkensvlees

LETTERLIJK

FIGUURLIJK

Vegetarisch

Koosjer

Glutenvrij

Halal

Veganistisch

Flexitariër

ritueel geslacht ( moslims)

voeding van religieuze joden

geen vlees en

geen vis eten

geen enkel voedingsmiddel of

product van dieren, enkel plantaardige producten

minder vlees eten (af en toe) 

geen tarweproducten eten waar gluten in zitten

Wat is niet representatief?

1. Correct en aangepast taalgebruik
2. Schone en nette kleding dragen
3. Vriendelijk en netjes gedrag
4. Dat je veel make-up en sieraden draagt

8,4597

Afronden op twee decimalen

Afronden op drie decimalen

Afronden op één decimaal

Afronden op gehelen

8,5

8

8,4

8,45

8,44

8,46

8,460

8,459