Sparen, Rente en Inflatie

Leerdoel
Aan het einde van de les weet je waarom banken rente vragen bij een lening en rente betalen bij sparen. Je begrijpt ook hoe inflatie de koopkracht beïnvloedt en wat de reële rente is.
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Leerdoel
Aan het einde van de les weet je waarom banken rente vragen bij een lening en rente betalen bij sparen. Je begrijpt ook hoe inflatie de koopkracht beïnvloedt en wat de reële rente is.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over sparen?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is sparen?
Sparen is het opzij zetten van geld voor de toekomst. Je kunt sparen bij een bank of thuis in een spaarpot.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom ontvang je rente bij sparen?
Als je geld op een spaarrekening zet, leen je eigenlijk geld aan de bank. De bank betaalt je rente als vergoeding voor het lenen van jouw geld.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Sparen, Rente en Inflatie

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom vragen banken rente bij een lening?
Banken lenen geld uit aan mensen en bedrijven. Ze vragen rente als vergoeding voor het uitlenen van geld. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is inflatie?
Inflatie is de stijging van de algemene prijzen in een land. Het betekent dat je met hetzelfde geld minder kunt kopen.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe beïnvloedt inflatie je spaargeld?
Als de inflatie hoger is dan de rente die je krijgt op je spaargeld, verliest je spaargeld in waarde. Dit komt doordat de koopkracht daalt.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de reële rente?
De reële rente is het verschil tussen de rente die je krijgt op je spaargeld en de inflatie. Het laat zien hoeveel je spaargeld in werkelijkheid in waarde stijgt of daalt.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is koopkracht?
A
De winstgevendheid van bedrijven
B
De waarde van geld in de economie
C
De groei van het BBP
D
De hoeveelheid goederen en diensten die je kunt kopen met je inkomen

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is inflatie?
A
Een stijging van het algemene prijsniveau
B
De groei van de economie
C
De waardestijging van geld
D
Een daling van het algemene prijsniveau

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is reele rente?
A
De rente die de bank ontvangt
B
De rente die je ontvangt op spaargeld
C
De rente die je betaalt voor een lening
D
De rente gecorrigeerd voor inflatie

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

opg 3.13
timer
2:00

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

nog meer oefenen
maak opg 3.15

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kun je je spaargeld beschermen?
Om je spaargeld te beschermen tegen inflatie, kun je ervoor kiezen om te investeren in beleggingen die een hoger rendement bieden dan de inflatie.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 20 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 21 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Zelfstandig werken
maak opg opg 3.1 t/m 3.4 (niet af wordt huiswerk)

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions