6.13

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 6.13
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Open je boek op blz. 284

2. Lesdoel 

Aan het eind van deze les:

- kun je aangeven welke tekstsoort het is, welke tekstdoelen er zijn en welke tekstvormen er zijn. 

3. Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.

Je maakt zelfstandig opdracht 9 + 10 op blz. 284 t/m 285.

Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

Namen lln

Mini-check

Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Wat is een voorbeeld van een informerende tekst.

1. Nieuwsbericht
2. Recept

Hoe noem je een uitleg over hoe je iets moet doen?

Waar vind je vaak een instructie?

Wie maakt wat?

Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 9 + 10 op blz. 276 t/m 277.

De rest doet mee met de instructie. 

4. Instructie

Lees en kijk mee naar de volgende dia's. 

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Namen lln, jullie maken zelfstandig opdracht 9 + 10 op 

blz. 284 t/m 285.

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Namen lln of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 9.

6. Zelfstandig werken

Je maakt nu zelfstandig:

V: les 6.13, blz. 284 t/m 285, opdr. 9 + 10 --> Niemand

B: les 6.13, blz. 284 t/m 285, opdr. 9 + 10  --> namen lln

I: les 6.13, blz. 284 t/m 285, opdr. 9 + 10 --> namen lln 

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna ga je in stilte lezen of een woordzoeker maken. 

7. Evaluatie

Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 

Iedere tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp van de tekst. Hoe vind je het onderwerp van een tekst?

1. Lees de tekst verkennend
2. Stel jezelf de vraag: Waarover gaat de tekst?
3. Kijk naar de verschillende onderdelen van de tekst
4. Alledrie de antwoorden

Wat is een tussenkopje?

1. Een stukje tekst over één onderwerp
2. Een titel boven een tekst
3. Een titel boven een alinea
4. De conclusie van een tekst

Een deelonderwerp is....

1. Waar de tekst over gaat
2. Waar een klein stukje tekst over gaat

Wat is het tekstdoel?

1. informeren
2. activeren
3. overtuigen
4. amuseren

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk: 

...dag .. maand

6.13 opdracht 9 + 10

Toetsen: 

...

geen

Afsluiting

Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................