Dag 9

Thema 8: Technologie
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2ISK

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Thema 8: Technologie

Slide 1 - Diapositive

vanaf
  • 1) dit woord gebruik je om te zeggen in welke plaats iets begint, of op welke datum of tijd iets begint
  • zin: Vanaf het station moet je nog 10 minuten lopen.
  • 2) van boven naar beneden
  • zin: Vanaf het dak van de flat kun je de hele stad zien. 

Slide 2 - Diapositive

vinden (ww)
  • 1) een mening hebben
  • zin: Ik vind die bloemen mooi.
  • 2) terug krijgen wat weg was
  • zin: Ik vind mijn sleutels in de tas.
  • werkwoord: 
  • ik vind - jij vindt - hij vindt - wij vinden

Slide 3 - Diapositive

vliegen (ww)
  • zich door de lucht verplaatsen
  • werkwoord ik vlieg - jij, hij,zij vliegt - wij vliegen
  • zin: We vliegen volgende week met de KLM naar Japan.

Slide 4 - Diapositive

voorstellen (ww)
  • kennis maken
  • zin: Zal ik me even voorstellen? Mijn naam is Koos Huisman. 

Slide 5 - Diapositive

wanneer
  • op welke tijd of datum
  • vraagwoord
  • zin: Wanneer ben je terug? Vanmiddag om 16:00 uur ben ik weer thuis.
  • zin: Wanneer ben je jarig? Ik ben 23 maart jarig.

Slide 6 - Diapositive

Maak één zin met het woord 'vanaf'.
- Kies 1 betekenis
- minimaal vier woorden
- let op: hoofdletter en punt, volgorde van de woorden, goede vorm van
het werkwoord.
39

Slide 7 - Question ouverte

Welke zinnen horen bij de twee betekenissen van het werkwoord 'vinden'?

1. Wat vind jij van zijn nieuwe kapsel?
2. Wij vinden school niet altijd leuk, maar meestal wel.
3. Als je het boek weer vindt, geef je het dan weer terug?
4. Gelukkig, ik heb mijn portemonnee weer gevonden!
40
A
1. goed 2 . goed 3. fout 4. fout
B
1 .goed 2. goed 3. goed 4. goed
C
1. goed 2. fout 3. fout 4. goed
D
1. fout 2. fout 3. fout 4. fout

Slide 8 - Quiz

41
Ben je weleens ergens
naartoe gevlogen met het vliegtuig?
Nee? Waar zou je dan naartoe willen?

Slide 9 - Carte mentale

Maak een zin met het werkwoord 'voorstellen'.


42

Slide 10 - Question ouverte

..................hebben wij een toets?
43
A
Wanneer
B
Vanaf
C
Wij
D
Maken

Slide 11 - Quiz