Tekstdoelen en tekstmanieren

Aan het einde van deze les:
  • kun je de zes tekstdoelen noemen;
  • kun je per tekstdoel minstens één voorbeeldtekstvorm noemen;
  • kun je de drie leesmanieren noemen en in eigen woorden uitleggen.



1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Aan het einde van deze les:
  • kun je de zes tekstdoelen noemen;
  • kun je per tekstdoel minstens één voorbeeldtekstvorm noemen;
  • kun je de drie leesmanieren noemen en in eigen woorden uitleggen.



Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Wat wil de spreker bereiken met dit stukje?
A
overhalen/activeren
B
amuseren
C
informeren
D
instrueren/uitleggen

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Wat is het doel van dit gedicht?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren/uitleggen

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Wat is het doel van dit recept?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren/uitleggen

Slide 9 - Quiz

/ uitleggen

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Wat is het doel van dit aanplakbiljet?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren/uitleggen

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Wat is het doel van deze krantenartikelen?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Instrueren/uitleggen
D
Overtuigen

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Wat is het belangrijkste doel van dit artikel?
A
Informeren
B
Instrueren/uitleggen
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Leesmanieren
  1. oriënterend lezen
  2. grondig lezen
  3. zoekend lezen 

Slide 22 - Diapositive

Voor je begint met het echte lezen van een tekst, bekijk je wat voor soort tekst het is en voorspelt het onderwerp en het doel van de tekst. 
Je leest eerst
Een tekst die je helemaal wilt begrijpen lees je vervolgens
Je hebt een actieve leeshouding.
Een tekst waarin je bepaalde informatie opzoekt, lees je niet helemaal, maar je zoekt gericht naar informatie die je nodig hebt. Je leest deze tekst
..............
..............
..............
Grondig
Verkennend
Zoekend

Slide 23 - Question de remorquage

Aan de slag!
Blok 1 en 2.
Zie planner.

Slide 24 - Diapositive