Carnavalsquiz

1 / 16
suivant
Slide 1: Vidéo
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Zijn we er klaar voor?
A
B
Joah
C
JAAAAAAA
D
Nee

Slide 2 - Quiz

We beginnen makkelijk: van welk feest is carnaval altijd precies 40 dagen verwijderd?
A
Kerstmis
B
Pasen
C
Sinterklaas
D
Pinksteren

Slide 3 - Quiz

Slepen! Koppel de juiste carnavalsnaam aan de juiste originele naam van elke stad.
Den Bosch
Breda
Tilburg
Eindhoven
Oeteldonk
Kielegat
Lampegat
Kruikenstad

Slide 4 - Question de remorquage

Slide 5 - Vidéo

Even een paar vragen over dit filmpje:

1. Hoe heet deze vorm van optreden?
A
Kwekken
B
Tonproaten
C
Suppelen
D
Skonkletsen

Slide 6 - Quiz

2. Hopen dat je goed opgelet hebt: wat kreeg de vrouw in een echtscheidingszaak?
A
Het huis en de auto
B
Het huis en de kindjes
C
De auto en de kindjes
D
De centjes

Slide 7 - Quiz

3. De laatste vraag over dit filmpje: wat was de naam van deze advocaat?
A
Ad Vocaat
B
Bram Motnogiets
C
Dick
D
Advocaatje Slagroom

Slide 8 - Quiz

Sleep de juiste naam naar de juiste carnavalsartiest
Vieze Jack
Gullie
Snolle-bollekes
Bram-tas-Ties
Veul Gère
Lamme Frans

Slide 9 - Question de remorquage

De Oeteldonkse Prins heet traditioneel elk jaar Amadeiro. Deze naam is een anagram: de letters van een ander woord zijn gehusseld om dit woord te maken. Wat is het oorspronkelijke woord?



Slide 10 - Question ouverte

Talige kennis:
Wat betekent in Den Bosch het woord 'Durske'?
A
Meisje
B
Biertje
C
Een beetje dorst
D
Dutje

Slide 11 - Quiz

Ik kom zelf uit een dorp met als carnavalsnaam 'Zandhoazenlaand'. Hoe heet dat dorp normaal gesproken?
A
Waalwijk
B
Drunen
C
Elshout
D
Vlijmen

Slide 12 - Quiz

Maak de liedtekst af:
'Bij ons staat op de keukendeur...'
A
We zakken even lekker deur
B
Verwacht vooral geen dennengeur
C
Het is niet altijd rozengeur
D
Vandaag eens even geen gezeur

Slide 13 - Quiz

Hoe heet de woensdag na carnaval?
A
Vastwoensdag
B
Aswoensdag
C
Krabwoensdag
D
Brakwoensdag

Slide 14 - Quiz

Einde!

Een ontzettend fijne vakantie allemaal!

Slide 15 - Diapositive

Wat betekent het woord carnaval?
A
Vaarwel feest
B
Vaarwel bier
C
Vaarwel vlees
D
Vaarwel

Slide 16 - Quiz