paragraaf 44

Woordenboek
Deze les ga je aan de slag met je woordenboek. 
degenen die geen woordenboek in huis hebben, krijgen van mij apart instructies.
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Woordenboek
Deze les ga je aan de slag met je woordenboek. 
degenen die geen woordenboek in huis hebben, krijgen van mij apart instructies.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Het woordenboek hanteert de volgende basisvormen:

Zelfstandig naamwoord: de nominativus enkelvoud
Bijvoeglijk naamwoord: de nominativus enkelvoud, mannelijk
Werkwoord: de eerste persoon enkelvoud van de tegenwoordige tijd,
 actief (passief in het geval van deponentia). 

Slide 3 - Diapositive

Wat is het lemma van amandarat ?

Slide 4 - Question ouverte

wat is het lemma van hunc?

Slide 5 - Question ouverte

welken woorden in de regels 1-5 hebben hetzelfde lemma?

Slide 6 - Question ouverte

wat is het lemma van esset

Slide 7 - Question ouverte

wat is het lemma van agro

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

wat is het lemma van aleretur

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

wat is het lemma van omnibus?

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

careret komt van
A
careo
B
caro

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

welk woordsoort is quid?
A
onbepaald voornaamwoord
B
vragend voornaamwoord
C
betrekkelijk voornaamwood
D
persoonlijk voornaamwoord

Slide 17 - Quiz

het lemma van quid =
A
qui
B
quid
C
quod
D
quis

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

colendis is een gerundivum van een
A
e-stam
B
i-stam
C
mk-stam
D
a-stam

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

praefuisse komt van...

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

waar komt certis vandaan?

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive

modo moet je zoeken bij
A
modo
B
modus
C
allebei

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

klaar?

kijk dan naar de overige woorden in dze eerste vijf regels; weet je waar je die moet zoeken? Schrijf het op; als we eraan toe komen, bespreken we ze; 
begin met solitus , frui, tamenne & te . Dat zijn de lastigste

Slide 29 - Diapositive