Havo 1 - Spaans Les 4

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Havo 1 - Spaans Les 4

Te doen...

1. Ga op je plekje zitten
   
2. Doe je jas uit
   
3. Telefoon in het Zakkie
   
4. Oortjes uit
   
5. Boek en etui op tafel
   
6. Tas op de grond

           Plattegrond H1A   

Wat moet ik doen?

1.Ik kom op tijd and ik neem altijd mijn schoolspullen mee.

2. Ik luister als iemand spreekt, als ik een vraag heb, steek ik mijn hand omhoog.

3. Ik respecteer iedereen en de lesmateriaal.

¿Qué vamos a hacer?
Wat gaan we doen?

praat over dingen die je leuk of niet leuk vindt

wordwall.net

00:23

je kunt het werkwoord GUSTAR gebruiken om te zeggen:

1. Mooi Vinden
2. Leuk Vinden
3. Lekker Vinden
4. Allemaal

00:43

maak je eigen zin met ME GUSTA

00:43

Lees en zeg het hardop

00:53

Ik hou van...

01:24

¿Qué horas son?

1. Hoe laat is het
2. Hoe vaak is het
3. Hoe veel is het
4. Hoe kan dat

01:40

Hoe zeg je buurman in het Spaans?

Waarvan hou je?

1. Ik hou van pizza.
2. Ik hou van videogames.
3. Ik hou niet van pizza.
4. Ik hou niet van videogames.

Gebruik van GUSTAR

gustar betekent leuk vinden of houden van

zelfstandig naamwoord

- bij enkelvoud = me gusta

me gusta la pizza

- bij meervoud = me gustan

me gustan los perros

werkwoord

- me gusta

me gusta bailar

me gusta comer

me gustar jugar

¿Te gusta .....? - werkwoord 

¿Qué te gusta?

Waar hou je van?

¿Te gusta la pizza?

Hou je van pizza?

¿Te gustan los videojuegos?

Houd je van videogames?

Antwoorden

Me gustan los video juegos 

Si me gusta.

No me gusta.

Si/no me gustan.

explicación 

De uitgang van 'gustar' wordt bepaald door het onderwerp (dikgedrukt): Wie of wat wordt leuk/lekker gevonden?

Me gusta ir de camping. - werkwoord = gusta
Ik hou van kamperen

Me gustan los libros. - zelfstandig nw, meervoud = gustan

Ik hou van boeken.

A nosotros nos gusta la fruta. - zelfstandig nw, enkelvoud = gusta

explicación 

De uitgang van 'gustar' wordt bepaald door het onderwerp (dikgedrukt):
Wie of wat wordt leuk/lekker gevonden?

A mi hermano le gustan los perros. - zelfstandig nw, meervoud = gustan
Mijn broer houdt van honden

A María le gustan los deportes. - zelfstandig nw, meervoud = gustan
Maria houdt van sporten.

A José y Carlos les gustan las series de Netflix. - zelfstandig nw, meervoud = gustan

José en Carlos houden van Netflix-series.

Exit Ticket
(ons doel van de les)

www.baamboozle.com