Voorzetsels van beweging

Prepositions of movement
Voorzetsels van beweging
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 1 min

Éléments de cette leçon

Prepositions of movement
Voorzetsels van beweging

Slide 1 - Diapositive

Prepositions of movement
In deze lessonup ga je leren over de voorzetsels van beweging.
       Het doel is dat je deze kunt toepassen in Engelse zinnen.

Slide 2 - Diapositive

Prepositions of movement
Voordat we de voorzetsels van beweging gaan bekijken gaan we eerst een filmpje bekijken om te zien welke voorzetsels je al kent.

Let goed op! Tijdens het filmpje zijn er vragen!

Slide 3 - Diapositive

10

Slide 4 - Vidéo

Prepositions of movement
Hopelijk ging dat goed en ken je al een aantal voorzetsels van beweging.

Nu gaan we kijken naar alle voorzetsels en kijken of je de betekenis er van weet.

Slide 5 - Diapositive

00:13
The bull is ... the mountain.
A
on
B
at
C
over
D
up

Slide 6 - Quiz

00:20
The flies are ... the bull.
A
past
B
down
C
through
D
around

Slide 7 - Quiz

00:22
The bull runs ... the mountain.
A
up
B
down
C
off
D
out of

Slide 8 - Quiz

00:26
He bumped ... the fence.
A
into
B
through
C
around
D
to

Slide 9 - Quiz

00:43
The bull is looking ... the fence.
A
over
B
past
C
through
D
across

Slide 10 - Quiz

01:19
The bull runs ... the farmer's wife.
A
to
B
from
C
around
D
away from

Slide 11 - Quiz

02:09
There is a flie ... the bull's head.
A
out of
B
over
C
around
D
across

Slide 12 - Quiz

03:09
The cow is running ... in the field.
A
across
B
into
C
out of
D
around

Slide 13 - Quiz

03:39
The big bull walked ... the gate (=hek).
A
through
B
out of
C
over
D
past

Slide 14 - Quiz

03:49
The big bull is walking ... the small bull.
A
up
B
into
C
around
D
to

Slide 15 - Quiz

up =

Slide 16 - Question ouverte

down =

Slide 17 - Question ouverte

through =

Slide 18 - Question ouverte

into =

Slide 19 - Question ouverte

to =

Slide 20 - Question ouverte

away from =

Slide 21 - Question ouverte

over =

Slide 22 - Question ouverte

off =

Slide 23 - Question ouverte

out of =

Slide 24 - Question ouverte

across =

Slide 25 - Question ouverte

around =

Slide 26 - Question ouverte

past =

Slide 27 - Question ouverte

from =

Slide 28 - Question ouverte

Prepositions of movement
Overzicht:

across              naar de overkant 
around              omheen 
to                      naar 
away from        weg van 
up                     omhoog / naar boven 
down                omlaag / naar beneden
from                  van
off                     vanaf
into                   in
through             door
out of                uit
over                  over
past                   langs

Slide 29 - Diapositive