2.2 Mediasamenleving 24-25

2.2 Mediasamenleving
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

2.2 Mediasamenleving

Slide 1 - Diapositive

Lesplanning

  • Herhalen 2.1
  • Uitleg 2.2
  • Zelfstandig aan het werk 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

Herhalen 2.1

Slide 4 - Diapositive


Is hier sprake van communicatie?
Is hier sprake van communicatie?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Zender 
Ontvanger 
Boodschap
Medium
De persoon die communiceert.
De informatie die overgedragen wordt.
Brief, gesprek of een whatsappje.
Voor wie de boodschap bedoeld is of de persoon die de boodschap oppikt.

Slide 6 - Question de remorquage

Massamedia
A
zijn zenders die hun geld verdienen met reclames. Zoals RTL 4/5/7 en SBS6.
B
zijn zenders die geld krijgen van de overheid. AVROTROS en BNNVARA, op NPO 1, 2,3
C
zijn media waarbij de informatie door heel veel mensen wordt gezien, gelezen of gehoord.
D
is het doorgeven van actuele, bijzondere of interessante informatie

Slide 7 - Quiz

Leerdoelen
• Je kunt uitleggen wat een mediasamenleving is en hier voorbeelden bij noemen.
• Je kunt twee voorbeelden geven van online-risico’s.
• Je kunt met twee voorbeelden uitleggen dat jij ook in een mediasamenleving leeft.

Slide 8 - Diapositive

Begrippen in deze les
• Mediasamenleving
• Internetmedia
• Online grensoverschrijdend gedrag


Slide 9 - Diapositive

Mediasamenleving
Nederlanders besteden dagelijks uren aan massamedia.
Bijvoorbeeld: sociale media, het journaal kijken, muziek luisteren en
series kijken.

We leven daarom in een mediasamenleving: voor bijna alles wat
we doen, hebben we media nodig en gebruiken we media.


Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Internetmedia
Vroeger kwam al het nieuws van journalisten. Dat las je in de krant, of zag je op het journaal > Deze informatie werd altijd 'gecheckt'

Tegenwoordig kan iedereen via internet informatie verzenden. Bijvoorbeeld via YouTube, TikTok, een blog of Instagram. 
  • Deze nieuwe media of internetmedia zijn interactief >  je kunt online direct op elkaars berichten reageren.


Slide 12 - Diapositive

Online risico's 
Jongeren zitten dagelijks gemiddeld bijna drie uur op sociale media.


Een groot deel van de jongeren is verslaafd aan sociale media.
Ook moet je goed oppassen met wat je op internet zet. Wat je zelf op internet zet kan grote gevolgen hebben.


Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Wat is Socialbesitas?
A
het stom vinden van sociale media
B
het verslaafd zijn aan kletsen
C
heel veel tv kijken
D
het verslaafd zijn aan het gebruiken van sociale media

Slide 15 - Quiz

Heb jij socialbesitas?
A
JA
B
NEE
C
IK TWIJFEL

Slide 16 - Quiz

Mijn schermtijd is tussen de:
A
0-20
B
20-60
C
60-100
D
>100

Slide 17 - Quiz

Er moet een vaste schermtijd aan social media worden ingesteld
A
Eens
B
Oneens

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Online risico's 
Regelmatig worden jongeren gepest via sociale media. Dit is online grensoverschrijdend gedrag: gedrag waarbij iemand online iets met jou doet waardoor je je onveilig voelt.
Mensen die zich hieraan schuldig maken, doen dat vaak anoniem. Hierdoor zijn ze moeilijk te pakken.



Vraag: Ken jij iemand die wel eens te maken heeft gehad met online grensoverschrijdend gedrag? Zo ja, op welke manier?

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Aan de slag! 
2.2 Mediasamenleving
Maken blz. 39/40/41

Lezen: blz. 38 + 42 + 43




Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Lien