Les 1, introduction + gram D (11-06) H1A


Pak je werkboek en een pen.
Ga lezen in je Nederlands boek of ga verder met de woordzoeker van gisteren (geen woordzoeker meer? Ga lezen).

Aujourd'hui c'est mardi!            Fijn dat je er weer bent!
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon


Pak je werkboek en een pen.
Ga lezen in je Nederlands boek of ga verder met de woordzoeker van gisteren (geen woordzoeker meer? Ga lezen).

Aujourd'hui c'est mardi!            Fijn dat je er weer bent!

Slide 1 - Diapositive

Le programme:
- Kennismaken chapitre 3
- Introduction & A, Lire



Slide 2 - Diapositive

Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les weet je waar hoofdstuk 6 over gaat
- Aan het einde van de les kun je een gesprek over de weg wijzen begrijpen
- Aan het einde van de les ken je woorden die te maken hebben met vervoer en de weg wijzen

Slide 3 - Diapositive

Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 4 - Diapositive

Spreekvaardigheid:
Hoe zat het ook alweer....
- Vertellen hoe je heet
- Vertellen hoe oud je bent
- Vertellen waar je woont ...
Pak je aantekening van dit jaar erbij als hulpmiddel.

Slide 5 - Diapositive

Ouvre le livre à la page 48-49
Wat is het thema van hoofdstuk 6?

Slide 6 - Diapositive

Chapitre 6 gaat over:
- De weg wijzen in je woonplaats
- Je leert woorden over gebouwen en steden
- Grammaire: werkwoord aller (gaan), vragen stellen

Slide 7 - Diapositive

Introduction:
- Vidéo

Slide 8 - Diapositive

Ouvre le livre à la page 50
A, écouter
Quoi? Klassikaal maken we exercice 5AB
Comment? Tijdens het luisterfragment werk je serieus en gefocust
à gauche = links
à droite = rechts

Slide 9 - Diapositive

Prononciation (uitspraak) vocabulaire A

Wat? Herhaal het Franse woord klassikaal

Slide 10 - Diapositive

Au travail:
Quoi (wat)? Fais exercice 4A, 6ABC, 7A
Comment (hoe)? Individuellement ou ensemble en 2 (fluisteren) 
Temps (tijd)?
Prêt (klaar)? Apprendre voca A

Slide 11 - Diapositive

Les devoirs (huiswerk) pour demain 
- (Af)maken exercice  4A, 6ABC, 7A
- Leren vocabulaire A (FR-NL & NL-FR)

Slide 12 - Diapositive