Le présent / de tegenwoordige tijd ww -er

De tegenwoordige tijd
Werkwoorden op 
-er
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

De tegenwoordige tijd
Werkwoorden op 
-er

Slide 1 - Diapositive

Werkwoordstijden
- le présent
- l'imparfait
- le passé composé
- le futur
NU
GISTEREN
NET
STRAKS
MORGEN

Slide 2 - Diapositive

Werkwoordstijden
le présent  

NU
GISTEREN
NET
STRAKS
MORGEN

Slide 3 - Diapositive

Persoonlijke voornaamwoorden
je
tu
il
elle
on
nous
vous
ils
elles

Slide 4 - Diapositive

le présent
je
tu
il
elle
on
nous
vous
ils
elles
STAM van het 
WERKWOORD
habiter

habit

parler

parl

Slide 5 - Diapositive

le présent
habit

DE 
JUISTE UITGANG
e
es
e
e
e
ons
ez
ent
ent
je
tu
il
elle
on
nous
vous
ils
elles

Slide 6 - Diapositive

le présent
regard

DE 
JUISTE UITGANG
e
es
e
e
e
ons
ez
ent
ent
je
tu
il
elle
on
nous
vous
ils
elles

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Aantekeningen in je schrift
De tegenwoordige tijd
Werkwoorden op 
-er

Slide 9 - Diapositive


e  s
e  e  e
o  n  s 
e  z
e  n  t

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien