3.4: Het Interbellum: na en voor een oorlog

3.4: Het interbellum
H3: De Eerste Wereldoorlog en het Interbellum
3.4: Het Interbellum
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3.4: Het interbellum
H3: De Eerste Wereldoorlog en het Interbellum
3.4: Het Interbellum

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
1. Je kunt verschillende bepalingen uit het Verdrag van Versailles noemen en beschrijven.

2. Je kunt uitleggen waarom er veel onvrede heerste over de Weimarrepubliek.

3. Je kunt uitleggen waarom Duitsers dachten een sterke leider nodig te hebben om de economische crisis op te lossen.

4. Je kunt beschrijven hoe Hitler met zijn NSDAP veel steun kreeg onder het Duitse volk.
 
5. Je kunt beschrijven hoe Hitler van Duitsland een dictatuur maakte.

Slide 2 - Diapositive

In november 1918 is de WOI ten einde met een wapenstilstand. De grote verliezer van de oorlog is Duitsland. 

Direct na de oorlog starten de onderhandelingen, waarbij drie grote geallieerde landen, de VS, Frankrijk en Groot-Brittannie alles bepalen. De grote afwezige bij deze onderhandelingen is Duitsland. 
De uitkomsten van deze onderhandelen komen in een vredesverdrag, ook wel de Vrede van Versailles (1919).

Slide 3 - Diapositive

De bepalingen in de Vrede van Versailles:
1. Duitsland moet enorme herstelbetalingen (132 miljard Goud-mark) doen om de schade te vergoeden;
2. Duitsland moest veel grondgebied weer inleveren. Dit waren gebieden als Elzas-Lotharingen en koloniën;
3. Duitsland moet leger uitdunnen (max. 100.000 soldaten + geen tanks, vliegtuigen);
(vorm van demilitarisatie)

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo


Klik op de afbeelding om in te zoomen.
Welke strafbepaling uit de Vrede van Versailles herken je in de afbeelding?
A
Duitsland moet enorme herstelbetalingen doen om de schade te vergoeden;
B
Duitsland mag alleen nog maar een heel klein, zwak leger houden, zonder tanks en vliegtuigen;
C
Duitsland mag in de provincie Rijnland (nabij België en Frankrijk) helemaal geen soldaten meer hebben;
D
Duitsland moet 10% grondgebied geven aan buurlanden (geen Nederland)

Slide 6 - Quiz

Hiernaast zie je een politieke prent over het Verdrag van Versailles (1919).
Op de vingers van de hand staat: Britse Rijk, Frankrijk, Amerika en Italië.
Op de pil in de lepel staat: vredesvoorwaarden.
De politieke leiders zeggen: “Of je het nou leuk vindt of niet, je moet (deze pil) doorslikken.”
In de prent is een mening te herkennen over het Verdrag van Versailles.
Welke mening is te herkennen in de prent?

A
De politieke leiders helpen Duitsland om de vredesvoorwaarden te accepteren.
B
De politieke leiders leggen Duitsland zonder te onderhandelen zware vredesvoorwaarden op.
C
Duitsland voelt zich schuldig over de oorlog en accepteert de zware vredesvoorwaarden.
D
Duitsland wil doorvechten en accepteert daarom de vredesvoorwaarden niet.

Slide 7 - Quiz


Klik op de afbeelding om in te zoomen.

De tekening gaat over de Volkenbond.
Welke omschrijving past bij de bron?

De Volkenbond gaat ...
Hierna: een sleepvraag.
A
een succes worden, omdat de Verenigde Staten deelnemen.
B
een succes worden, omdat Duitsland deelneemt.
C
mislukken, omdat de Verenigde Staten niet deelnemen
D
mislukken, omdat Duitsland niet deelneemt.

Slide 8 - Quiz

Hierna: filmpje ondertekening Vrede van Versailles door Duitsland - Welkom in de jaren '20 (+ 2 min.)
oorzaak
gevolg
De Volkenbond is een oorzaak / gevolg van het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
Een oorzaak / gevolg van de enorme herstelbetalingen voor Duitsland is het ondertekenen van de Vrede van Versailles. 
In de Vrede van Versailles staat dat Duitsland wordt demillitariseerd.
Een oorzaak/ gevolg van de verplichte demilitarisatie van Duitsland is het vernietigen van alle Duitse oorlogsschepen. 
Duitsland verliest de oorlog. Een oorzaak / gevolg is het verlies van de provincie Elzas-Lotharingen + alle kolonies. 

Slide 9 - Question de remorquage

Slide 10 - Vidéo

Hiernaast zie je een kaart van Duitsland uit de periode 1919-1939.
Welke gebieden worden aangegeven met de nummers 1 tot en met 8?
Dit zijn gebieden die Duitsland .....
Hierna: uitleg kaart van Europa na WOI
A
heeft veroverd in de periode 1933-1939
B
heeft veroverd tijdens de Eerste Wereldoorlog.
C
moest afstaan door het Verdrag van Versailles.
D
moest afstaan tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Slide 11 - Quiz

De kaart van Europa verandert na de WOI:
  • Duitslands bondgenoot Oostenrijk-Hongarije houdt op te bestaan en worden 2 aparte landen;
  • De staat Joegoslavie wordt opgericht waar Slovenen, Kroaten, Serviers en Bosniers in wonen;
  • De staat Polen wordt opgericht en krijgt stukken land van Rusland en Polen.
Hierna: uitleg Republiek van Weimar

Slide 12 - Diapositive

Tijdens WOI was Duitsland een keizerrijk, onder keizer Wilhelm II. Hij vlucht na de oorlog naar Nederland, wat neutraal was. 

Duitsland krijgt een democratie én een nieuwe naam: Republiek van Weimar. Zij ondertekenen de Vrede van Versailles. Veel Duitsers zijn woedend: 'Wij zijn toch niet de enigen die de WOI zijn gestart'? 

Veel mense ngeloven dat het Duitse leger nooit is verslagen, maar door de eigen regering heeft opgegeven. Dit noem je de dolkstootlegende (een legende is een verzonnen verhaal). 

Gevolg: de populariteit voor de democratie daalt, maar wordt ook versterkt door een economische crisis met veel superinflatie (alles wordt duurder). Vervolgens treuzelen de Duitsers met de herstelbetalingen, waarna Franse en Belgische soldaten het Duitse Ruhrgebied bezetten. 
Hierna: filmpje hyperinflatie in Duitsland (+ 1 min.)

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo


Een Duitse generaal kijkt in 1919 terug op de Duitse nederlaag:
"Ik was bezorgd of Duitsland sterk genoeg zou blijven tot de overwinning. Ik heb mijn zorgen al vaker uitgesproken tegen de regering. In die tijd waren er al in het geheim plannen gemaakt om te capituleren. De dappere soldaten voelden zich verraden, want zij wilden doorvechten". 
In de bron is een theorie te herkennen die verklaart waarom Duitsland de oorlog verloren zou hebben. 
Hoe wordt die theorie genoemd?

Slide 15 - Question ouverte

De rode vlek in het plaatje is het Ruhrgebied, het dichtstbevolkte en welvarendste gebied van Duitsland.

In 1923 werd het Duitse Ruhrgebied bezet door Franse en Belgische troepen.

Wat was een reden voor die bezetting?
Hierna: Sleepvraag
A
De bezetting was een onderdeel van het Verdrag van Versailles.
B
De Volkenbond vond dat Duitsland een extra straf verdiende.
C
Duitsland kon niet voldoen aan de herstelbetalingen.
D
Het Duitse geld was door de inflatie bijna niets meer waard.

Slide 16 - Quiz

Sleep de punaises naar de juiste kaart:
Hierna: uitleg fascisme van Mussolini
Kaart van Europa van vóór de WOI
Kaart van Europa van kort na de WOI

Slide 17 - Question de remorquage

Niet alleen in Duitsland, maar ook in andere landen is sprake van een economische crisis met superinflatie en politieke problemen.
In Italië zorgt dit in 1922 tot het einde van de democratie. In Italië wordt een nieuwe politieke beweging steeds groter, het fascisme.
Kenmerken van fascisten: 
  1. Extreem nationalistisch, 
  2. Dictatuur is beter dan democratie en
  3. Geweld wordt verheerlijkt.
In 1922 pleegt de Italiaan Mussolini met zijn knokploeg een geslaagde staatsgreep (met geweld de macht pakken).
De antidemocraat Adolf Hitler ziet Mussolini als voorbeeld. 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Kies de kenmerken van het fascisme
FASCISME
Democratie
Een sterke en machtige leider
Het toepassen van geweld
Gelijkheid
Persvrijheid
Censuur
Totalitair

Slide 20 - Question de remorquage

Hitler heeft ook een nieuwe politieke beweging bedacht, het nationaalsocialisme. 
Het nationaalsocialisme kent dezelfde kenmerken als het fascisme, maar nationaalsocialisme past ook racisme toe (het idee dat je mensen in rassen kan verdelen). 
Net als Mussolini, pleegt ook Hitler een staatsgreep in 1923, maar deze staatsgreep mislukt. Hitler wordt gearresteerd en komt 11 maanden in de gevangenis waar hij tijd heeft om zijn boek Mein Kampf ('Mijn strijd') te schrijven. 


Slide 21 - Diapositive

De opkomst van Hitler
Sleep de pictogrammen naar de juiste plek zodat je de opkomst van Hitler duidelijk maakt.
...
...
...
...
...
...

Slide 22 - Question de remorquage

Ondertussen vindt vanaf 1923 een economisch herstel plaats. 
De geallieerde landen zien in dat economische herstel van Duitsland ook in hun eigen belang interessant is.
De Amerikaanse bankier Dawes maakt in 1924 het Dawesplan, waarin de herstelbetalingen voor Duitsland worden verlaagd. 
Concreet houdt dit Dawesplan in dat de VS aan Duitsland geld geeft, zodat de Duitse economie wordt verbeterd. Hierdoor kan Duitsland de herstelbetalingen aan o.a. Frankrijk betalen. Hiermee kan Frankrijk weer spullen kopen uit de VS. 


Hierna: sleepvraag.

Slide 23 - Diapositive

Hieronder staan vijf gebeurtenissen die te maken hebben met Duitsland in
de periode 1920-1929. Geef per gebeurtenis aan of die vóór of na de invoering van het
Dawesplan heeft plaatsgevonden:
Hierna: uitleg Beurskrach
Vóór de invoering van het Dawesplan.
Na de invoering van het Dawesplan.
Door de enorme inflatie moeten mensen brood kopen met een grote stapel bankbiljetten. 
Duitsland wordt lid van de Volkenbond.
Het Ruhrgebied wordt bezet. 
Het vertrouwen in de Duitse economie neemt toe. 
Hitler probeert een staatsgreep te plegen.

Slide 24 - Question de remorquage

Maar op donderdag 24 oktober 1929 gaat het weer helemaal mis met de economie. In de VS hebben veel mensen aandelen (Live now, pay later) gekocht, maar op deze dag (Beurskrach) storten de aandelenkoersen op de effectenbeurs op Wall Street (New York) in.

Gevolg is een wereldwijde economische crisis. Duitsland wordt extra hard getroffen. In 1932 is 50% van de Duitse bevolking werkloos!

Miljoenen Duitsers hopen op een sterke man die het land uit deze uitzichtloze toestand kan redden.
In deze situatie ziet Hitler een tweede kans (niet meer via een staatsgreep, maar op een nette democratische manier) om de macht te pakken.

Slide 25 - Diapositive


Tot 1923 was er in Duitsland een economische crisis.
Wat was een oorzaak van deze crisis? 
En wat was een gevolg daarvan? 
A
Oorzaak: de bezetting van het Ruhrgebied, Gevolg: demilitarisatie van Duitsland
B
Oorzaak: de bezetting van het Ruhrgebied, Gevolg: Inflatie
C
Oorzaak: het Dawesplan Gevolg: demilitarisatie van Duitsland
D
Oorzaak: het Dawesplan Gevolg: Inflatie

Slide 26 - Quiz

Hiernaast zie je de prijs van één brood in Duitse Marken (= Duitse munt).
In de bron is een ontwikkeling in Duitsland in het jaar 1923 te herkennen.
Hoe wordt de ontwikkeling genoemd die te herkennen is in de bron?

Slide 27 - Question ouverte

Tussen 1920 en 1930 pleegde Hitler een staatsgreep. Dat was onder
andere een gevolg van de slechte economische situatie die op dat
moment voor veel onrust zorgde. De staatsgreep mislukte.

In welk jaar vond deze staatsgreep plaats?
En welke omschrijving van de economische situatie past bij dat jaar?
A
jaar: 1923, economische situatie: inflatie in Duitsland.
B
jaar: 1923, economische situatie: wereldwijde economische crisis
C
jaar: 1926, economische situatie: inflatie in Duitsland.
D
jaar: 1926, economische situatie: wereldwijde economische crisis

Slide 28 - Quiz


Uit een Amerikaanse krant (1924):
"De voorbereidingen voor het herstelprogramma zijn vandaag afgerond.
Duitsland krijgt een lening van 800 miljoen mark. Daarmee kan Duitsland zijn economie herstellen en weer aan zijn verplichtingen voldoen".
In de bron wordt gesproken over een herstelprogramma.
Maak de zin af: 'Dit herstelprogramma staat ook wel bekend onder de naam het ..........' 
Hierna: sleepvraag.

Slide 29 - Question ouverte

Bekijk het schema van het Dawesplan (1924). Sleep 3 landen naar de juiste plek.
Kortom, er blijven ook drie landen over.
Hierna: enkele quizvragen.
Duitsland
Frankrijk 
Nederland
Sovjet-Unie
Turkije
Verenigde Staten

Slide 30 - Question de remorquage

Hiernaast zie je de Amerikaan Charles Dawes.

Welke uitspraak is WEL een direct gevolg van het Dawesplan?
A
Duitsland leent geld van de Verenigde Staten om de economie op gang te helpen.
B
Duitsland mag geen lid van de Volkenbond worden.
C
Duitsland wordt opgedeeld in vier bezettingszones.
D
Duitsland zet de herstelbetalingen stop om de economie op gang te helpen.

Slide 31 - Quiz


Hiernaast zie je Charles Dawes, de bedenker van het herstelprogramma 'het Dawesplan' 

Het Dawesplan werkte goed tot eind 1929.
Welke historische gebeurtenis zorgde ervoor dat het Dawesplan  daarna niet meer werkte?
A
de Beurskrach in de Verenigde Staten
B
de bezetting van het Ruhrgebied
C
de inflatiepolitiek van de Duitse overheid
D
de invoering van het Verdrag van Versailles

Slide 32 - Quiz

In 1929 ontstond er een economische wereldcrisis. Vooral Duitsland werd zwaar getroffen en miljoenen mensen verloren hun baan. De volgende gebeurtenissen in de Verenigde Staten speelden hierbij een rol:
1 Banken gingen failliet doordat leningen niet meer terugbetaald konden worden.
2 De aandelenkoersen daalden enorm.
3 Financiële hulp aan Duitsland werd stopgezet.

Wat is de juiste volgorde van deze gebeurtenissen die geleid hebben tot een hoge werkloosheid in Duitsland?
A
1 → 2 → 3 → hoge werkloosheid in Duitsland
B
1 → 3 → 2 → hoge werkloosheid in Duitsland
C
2 → 1 → 3 → hoge werkloosheid in Duitsland
D
2 → 3 → 1 → hoge werkloosheid in Duitsland

Slide 33 - Quiz

Hieronder staan vijf gebeurtenissen uit de periode 1914-1918. 
Sleep de gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde (van vroeger naar later):
Hierna: Evaluatie leerdoelen.
De Beurskrach op Wallstreet (New York) vindt plaats.
Het Dawesplan wordt ingevoerd. 
De Duitse democraten ondertekenen de Vrede van Versailles. 
Mussolini pakt via een geslaagde staatsgreep de macht in Italië 
De staatsgreep van Hitler mislukt, waarna hij in de gevangenis belandt. 

Slide 34 - Question de remorquage

Geef antwoord op de leerdoelen.
1. Je kunt verschillende bepalingen uit het Verdrag van Versailles noemen en beschrijven.
2. Je kunt uitleggen waarom er veel onvrede heerste over de Weimarrepubliek.
3. Je kunt uitleggen waarom Duitsers dachten een sterke leider nodig te hebben om de economische crisis op te lossen.
4. Je kunt beschrijven hoe Hitler met zijn NSDAP veel steun kreeg onder het Duitse volk.
5. Je kunt beschrijven hoe Hitler van Duitsland een dictatuur maakte.

Slide 35 - Question ouverte

Slide 36 - Vidéo

Slide 37 - Vidéo