‹Revenir à la recherche

Gentiaan 2H 7-12

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

es ist..
7:45
14:30
10:34
16:15
0:56

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Programm
Rückblick
    Lernziele

    Grammatik
    • Genus
    Schritt 16
    • Aufgaben

    Toets Schritt 9-16  -> 13-12



      Slide 4 - Diapositive

      Rückblick
      Was haben wir letztes Mal gemacht oder gelernt?


      Slide 5 - Diapositive

      Lernziele

      Ik weet de verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke woorden

      Slide 6 - Diapositive

      der      /   die     /   das     /     die
      ... Mann
      ... Vater
      ... Stier
      ... Lehrer
      .... Polizist
      ... Frau
      ... Mutter
      ... Kuh
      ... Lehrerin
      .... Polizistin
      ... Kind
      ... Mädchen
      ... Herz
      ... Baby
      .... Handy
      ... Kinder
      ... Mädchen
      ... Herzen
      ... Männer
      .... Handy

      Slide 7 - Diapositive

      Der, die und das
      De lidwoorden in het Nederlands:
      de en het
      worden in het Duits aangegeven met:
      der, die und das

      Het is handig om bij de uitleg aantekeningen te maken!

      Slide 8 - Diapositive

      Geslacht: der, die of das? 

      Hoe kun je weten of een woord der, die of das is? 
      mannelijk: der 
      vrouwelijk: die 
      onzijdig: das

      Slide 9 - Diapositive

      mannelijk = der
      dieren van het mannelijke geslacht 
      • bijv. der Stier, der Wolf, der Hahn 

      de namen van de dagen, maanden, jaargetijden, windrichtingen 
      • bijv. der Sonntag , der Januar, der Sommer, der Norden

      Slide 10 - Diapositive

      vrouwelijk = die
      dieren/personen van het vrouwelijk geslacht 
      • bijv. die Kuh = de koe, die Lehrerin = de lerares

      woorden, die eindigen op: 
      • -schaft, -ei, -heit, -ung, -keit, -ion, -ität 

      De meeste woorden die op een -e eindigen zijn vrouwelijk, dus die


      Slide 11 - Diapositive

      onzijdig = das
      hele werkwoorden die als zelfstandig naamwoord gebruikt worden 
      • bijv. das Hoffen, das Denken, das Essen, das Lesen

      woorden eindigend op -chen of -lein (betekenis: -tje) 
      • bijv. das Löffelchen = het lepeltje, das Kindlein = het kindje 

      De meeste woorden waar je "het" voor staat, zijn in het Duits das

      Slide 12 - Diapositive

      Slide 13 - Diapositive

      Slide 14 - Diapositive

      Slide 15 - Diapositive

      Slide 16 - Diapositive

      Slide 17 - Diapositive

      Slide 18 - Diapositive

      ein     /   eine    /   ein     /    keine
      ... Mann
      ... Vater
      ... Stier
      ... Lehrer
      .... Polizist
      ... Frau
      ... Mutter
      ... Kuh
      ... Lehrerin
      .... Polizistin
      ... Kind
      ... Mädchen
      ... Herz
      ... Baby
      .... Handy
      ... Kinder
      ... Mädchen
      ... Herzen
      ... Männer
      .... Handy

      Slide 19 - Diapositive

      Slide 20 - Diapositive

      Slide 21 - Diapositive

      Slide 22 - Diapositive

      Slide 23 - Diapositive

      Slide 24 - Diapositive

      ein / eine / ein / keine
      ... Metzgerei
      ... Apotheke
      ... Leidenschaft
      ... Monat
      ... Freitag
      ... Tag
      ... Schüler(mv)
      ... Schule
      ... Heizung
      ... Ding
      ... Essen

      Slide 25 - Diapositive

      Aufgaben
      D-Prüfung ab Seite 91
      M: 1, 4, 5 

      Slide 26 - Diapositive

      Exitticket
      Schrijf in het Duits:
      • het is 17.20
      • het is kwart voor 4
      • het is 4.39
      Wanneer:
      • is een woord mannelijk
      • is een woord vrouwelijk
      • is een woord onzijdig

      De dagen van de week
      • de Maandag
      • de Woensdag
      • de Vrijdag
      Je mag de les pas verlaten als je antwoord hebt gegeven op de volgende vragen:
      lever je blaadje in voor je het lokaal verlaat
      Schrijf in het Duits:
      • Hoe laat sta je op?
      • Hoe laat begint school?
      • De school begint om 8.30

      Slide 27 - Diapositive

      Plus de leçons comme celle-ci

      Der die das

      - Leçon avec 35 diapositives
      DuitsMiddelbare schoolvmbo g, t, havoLeerjaar 1,2

      Grammatica: der/die/das + ein/eine kein/keine

      - Leçon avec 21 diapositives
      DuitsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

      Gentiaan 2 TL week 4

      - Leçon avec 20 diapositives
      DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

      Week 49 3V

      - Leçon avec 22 diapositives
      DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

      Der die das

      - Leçon avec 16 diapositives
      DuitsMiddelbare schoolvmbo g, t, havoLeerjaar 1,2

      Der, die, das basis + Endungen

      - Leçon avec 31 diapositives
      DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2,3

      Week 49 H3

      - Leçon avec 35 diapositives
      DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

      Gentiaan 2H 30-11

      - Leçon avec 28 diapositives
      DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3