Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Grammatica: der/die/das + ein/eine kein/keine
der / die / das / die
... Mann
... Vater
... Stier
... Lehrer
.... Polizist
... Frau
... Mutter
... Kuh
... Lehrerin
.... Polizistin
... Kind
... Mädchen
... Herz
... Baby
.... Handy
... Kinder
... Mädchen
... Herzen
... Männer
.... Handy
1 / 21
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Cette leçon contient
21 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
der / die / das / die
... Mann
... Vater
... Stier
... Lehrer
.... Polizist
... Frau
... Mutter
... Kuh
... Lehrerin
.... Polizistin
... Kind
... Mädchen
... Herz
... Baby
.... Handy
... Kinder
... Mädchen
... Herzen
... Männer
.... Handy
Slide 1 - Diapositive
Der, die und das
De lidwoorden in het Nederlands:
de en het
worden in het Duits aangegeven met:
der, die und das
Het is handig om bij de uitleg aantekeningen te maken!
Slide 2 - Diapositive
Geslacht: der, die of das?
Hoe kun je weten of een woord der, die of das is?
mannelijk: der
vrouwelijk: die
onzijdig: das
Slide 3 - Diapositive
mannelijk = der
dieren van het mannelijke geslacht
bijv. der Stier, der Wolf, der Hahn
de namen van de dagen, maanden, jaargetijden, windrichtingen
bijv. der Sonntag , der Januar, der Sommer, der Norden
Slide 4 - Diapositive
vrouwelijk = die
dieren/personen van het vrouwelijk geslacht
bijv. die Kuh = de koe, die Lehrerin = de lerares
woorden, die eindigen op:
-schaft, -ei, -heit, -ung, -keit, -ion, -ität
De
meeste
woorden die op een -e eindigen zijn vrouwelijk, dus
die
Slide 5 - Diapositive
onzijdig = das
hele werkwoorden die als zelfstandig naamwoord gebruikt worden
bijv. das Hoffen, das Denken, das Essen, das Lesen
woorden eindigend op -chen of -lein (betekenis: -tje)
bijv. das Löffelchen = het lepeltje, das Kindlein = het kindje
De
meeste
woorden waar je "het" voor staat, zijn in het Duits
das
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
De uitgangen van ein en kein
Slide 12 - Diapositive
ein / eine / ein / -
... Mann
... Vater
... Stier
... Lehrer
.... Polizist
... Frau
... Mutter
... Kuh
... Lehrerin
.... Polizistin
... Kind
... Mädchen
... Herz
... Baby
.... Handy
... Kinder
... Mädchen
... Herzen
... Männer
.... Handy
Slide 13 - Diapositive
ein/eine of kein/keine?
Slide 14 - Diapositive
Jonas ist ein / eine Kind.
A
ein
B
eine
Slide 15 - Quiz
Losser ist ein / eine Dorf
A
ein
B
eine
Slide 16 - Quiz
Jan und Max sind kein / keine Freunde.
A
kein
B
keine
Slide 17 - Quiz
Mein Opa hat kein/keine Haare mehr.
A
kein
B
keine
Slide 18 - Quiz
Hoe ver ben ik?
A
Ik snap alles.
B
Ik snap het een beetje.
C
Ik snap het niet.
Slide 19 - Quiz
Evaluatie
Slide 20 - Diapositive
Hoe ver ben ik?
A
Ik snap alles.
B
Ik snap het een beetje.
C
Ik snap het niet.
Slide 21 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Der die das
Octobre 2024
- Leçon avec
35 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo g, t, havo
Leerjaar 1,2
Gentiaan 2 TL week 4
Janvier 2022
- Leçon avec
20 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Week 49 3V
Décembre 2021
- Leçon avec
22 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Gentiaan 2H 7-12
Janvier 2022
- Leçon avec
27 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Week 49 H3
Décembre 2021
- Leçon avec
35 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
RL 2 Duits
Septembre 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Der die das
Octobre 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo g, t, havo
Leerjaar 1,2
Der, die, das basis + Endungen
Novembre 2022
- Leçon avec
31 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2,3