17. März/ Kapitel 4 Veranstaltung/Aufgaben nach Wahl

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Startaufgabe

Sieh dir das Bild rechts an.

Wie hast du heute den Tag begrüßt?

Ich habe den Tag mit ........... begrüßt

Creatieve, praktische opdracht

• Cijfers in SOM
• beoodelingsformulier met feedback in It's
• Danique, Sven, Gemini, Sam, Finn, Eline, Julia: graag reactie op bericht in It's

Algemene feedback

• een ppt is geen brochure
• gebruik de checklijst voordat je de opdracht inlevert
• oefen samen de presentatie, geef elkaar feedback op uitspraak en zinsbouw
• oefen uitspraak met docent
• maak gebruik van de Sprachmittel

Die Hausaufgaben für heute

Gelernt:

Lernliste N-D: bis zu 'de training’

Lernliste D-N Teil A und C

Modalverben können und müssen im Präsens (t.t)

Aan het einde van de twee lessen

• kun je Modalverben gebruiken
  
• kun je werken met het naamvallenschema 

Wie?

• ein Lied hören und mitsingen
• Spiel - Umschreiben und erraten
• Aufgaben nach Wahl
• erklären nach Wahl

Woordjes die op dezelfde manier vervoegd worden als der, die, das, die:

Diese- (deze), 

welche- (welke), 

solche-, (zulke),

 manche- (sommige), 

jede- (iedere, elke).

Woordjes die op dezelfde manier vervoegd worden als

ein en kein:

mein,

dein,

sein,

ihr,

unser,

euer,

ihr, Ihr

Aufgabe: 

- Ergänze das fehlende Wort.

- Benutze 'het naamvallenschema'

- Argumentiere:

v = voorzetsel

w = bijzonder werkwoord

o = ontleden

soort woordje: Der- of Eingruppe

Notiere die Antworten groß auf einem Zettel!!

1. Oranje spielt heute Abend gegen (de) .........Mannschaft (v)

2. Ich habe (mijn) .....Hund (m)

nicht gesehen

3. Der Lehrer hilft (de) ...... Studenten (mv)

Een snoepje voor wie het goed heeft

Richtige Antwort

1 die

2 meinen

3 den

1. Oranje spielt heute Abend gegen (de) .........Mannschaft (v)

2. Ich habe (mijn) .....Hund (m)

nicht gesehen

3. Der Lehrer hilft (de) ...... Studenten (mv)

1 die (Akkusativ, voorzetsel gegen)

2 meinen  (Akkusativ, ontleden, lijdend voorwerp)

3 den (Dativ, bijzonder werkwoord helfen)

Spiel - umschreiben und erraten

1 Kies een woord uit de Lernliste (Kapitel 4)

2 Schrijf een omschrijving van dat woord in het Duits op een vel papier (laat docente checken)

3 Bedenk hoe je dit kunt uitbeelden

4 Laat de klas de omschrijving zien, lees voor en beeld uit

5 welke groep raadt het woord als eerste?

Dobbelsteenspel: Modalverben

Man braucht: 

- Eine dreier- oder Vierergruppe

- einen Würfel (online)

Man muss:

- einmal würfeln für das Personalpronomen

- noch einmal würfeln für das Verb

- und dann konjugieren (vervoegen) 

- richtig? 1 Punkt

1 ich - können

2 du - müssen

3 er - dürfen

4 wir - wollen

5 ihr - wissen

6 Sie, sie - mögen

Wer gewinnt?

An die Arbeit

Wähle aus:

1. die Aufgaben zu Grammatik E (K4)

2. die Aufgaben zu den Modalverben (auf Papier)

3. Text: ein Wochenende in Bern (auf Papier)

4. Aufgabe zu Theater und Konzerte (Its_bronnen, mit Ohrstöpsel)

5. Aufgabe zu 'naamvallen' (auf Papier)

Wie? Allein und zu zweit überlegen.

Hilfsmittel: 

zu 1_ Online Methode/Buch

zu 2_ Online Methode/Buch

zu 3_ uitmuntend.de/Wörterbuch

zu 4_uitmuntend.de/Wörterbuch

zu 5_Spickothek

Was hast du in diesen Deutschstunden gelernt?

Ich habe mich heute amusiert
0 = gar nicht 10 = sehr gut

010