Les 1 anatomie zenuwstelsel

Het zenuwstelsel 
H11 anatomie
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Het zenuwstelsel 
H11 anatomie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions



Centraal zenuwstelsel
=
- Hersenen
- Ruggenmerg


Perifeer zenuwstelsel
Zenuwstelsel buiten hersenen en ruggenmerg. 

Zenuwstelsel

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Neuron

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gliacellen
Bloed-hersenbarrière

  • Steun in de hersenen 
  • Isolatie
  • Voedingsstoffen doorgeven
  • Filteren schadelijke stoffen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De prikkeloverdracht

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Motorische zenuwbanen
(efferent)
=
Vanuit de hersenen naar het ruggenmerg neer het doelorgaan (spier)


Sensorische/sensibele zenuwbanen
(Afferent)
=
Opvangen, verwerken en voort geleiden van periferie naar de hersenen
Perifeer zenuwstelsel

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sympathisch zenuwstelsel

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Parasympatisch zenuwstelsel

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het Sympathische zenuwstelsel is onderdeel van:
A
Het Animale zenuwstelsel
B
Het autonome zenuwstelsel
C
Het willekeurige zenuwstelsel
D
Van de grensstrengen

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welke zenuwbanen bestaat het perifeer zenuwstelsel?
A
Sensibele en motorische zenuwcellen
B
Willekeurig en onwillekeurige zenuwcellen
C
Autonome zenuwstelsel en Somatisch zenuwstelsel
D
Hersenen en ruggenmerg

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ons zenuwstelsel is opgebouwd uit 2 soorten cellen.
Zenuwcellen en ......
A
Motorische cellen
B
Schakelcellen
C
Sensibele cellen
D
Gliacellen

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat bedoelen we met autonoom zenuwstelsel?
A
Het zenuwstelsel die bij iedereen hetzelfde is
B
Dat sensibele en motorische zenuwbanen samenwerken
C
Dit deel van het zenuwstelsel kunnen we niet beïnvloeden
D
Dit deel is te beïnvloeden met onze wil

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarvoor dient een synapsspleet?
A
Voor de aanmaak van Neurotransmitters
B
Voor de prikkeloverdracht tussen neuronen
C
Voor het ontvangen van prikkels
D
Voor de energielevering van de neuronen

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een Dendriet is de "zender" van de zenuwcel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Door de myeline schede om de neuriet (Axon), word het signaal van de zenuwcel sneller doorgegeven
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we de plek waar de prikkel van de zenuwcel opgevangen wordt?
A
Dendriet
B
Axon
C
Synapsspleet
D
Schwann cellen

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we de stofjes die noodzakelijk zijn voor het overbrengen van de pikkel?
A
Bloedcellen
B
Neurotransmitter
C
Vessikel
D
Enzymen

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Centrale zenuwstelsel
  • Hersenen
  • Ruggenmerg

Hersenvliezen:
  • Dura mater (harde vlies)
  • Arachnoïdea (spinnenwebvlies)
  • Pia mater (zachte vlies)

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Epiduraal en Spinaal
Epiduraal = voor de Dura Mater
Spinaal = door de Dura Mater




Dura Mater = Harde vlies

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spinaal Anesthesie
Epiduraal Anesthesie 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hersenvocht/Liquor
We hebben 4 hersenventrikels
Liquor:
  • Uitwisseling van voedingsstoffen
  • Schokdemper
  • Continue aanmaak en verversing
  • Zit in hersenen en eromheen

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Indeling hersenen
  • Hersenstam
  • Cerebellum
  • Grote hersenen

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hersenstam
Verbinding tussen grote hersenen
kleine hersenen en ruggenmerg.
  • Mesencephalon (middenhersenen)
  • Pons van Varol (brug)
  • Medulla Oblongata (verlengde merg)

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kleine hersenen (cerebellum)
  • Coördinatie
  • Fijne motoriek
  • Aansturen van bewegingen

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderverdeling van de hersenen
Grote hersenen (cerebrum)
Tussenhersenen 
Hersenstam
Kleine hersenen 

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grote hersenen (Telencefalon)
  • 85% van het cerebrum bestaat
uit grote hersenen. 
  • 2 hemisferen (links en rechts
  • Verbonden met hersenbalk
  • Grijze en witte stof
  • Hersenschors (buitenkant)

Slide 32 - Diapositive

De 2 helften zijn met elkaar verbonden door de hersenbalk

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Occipitaal kwab
Pariëtaal kwab
Temporaal kwab
Frontaal kwab

Slide 35 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Indeling naar functie van de hersenen
In elke kwab zitten verschillende hersenfuncties

We hebben 3 soorten functiegebieden die in elke kwab kunnen voorkomen:

  • Motorische functiegebieden (verzorgen beweging/ activiteit)
  • Sensorische functiegebieden (zintuigprikkels verwerken)
  • Associatiegebieden (je verstand: schrijven, spreken, begrijpen, denken, herkennen etc.)

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Buitenste vlies
Onder dit vlies stroomt het Liquor
Dit vlies heeft een hele goede doorbloeding
Sleep het antwoord op de juiste plek
Dura mater
Arachnoidea
Pia Mater

Slide 37 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke hoort niet thuis in het rijtje?
Grote hersenen
Kleine hersenen
Ruggenmerg
Tussenhersenen
Hersenstam
A
Kleine hersenen
B
Ruggenmerg
C
Tussenhersenen
D
Hersenstam

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is WAAR over Liquor?
A
Liquor zorgt voor een juiste bloeddruk in de hersenen
B
Bij hersenvocht lekkage kun je hoofdpijn krijgen als je rechtop zit
C
Hersenvocht wordt aangemaakt door de kleine hersenen
D
Een epiduraal anesthesie wordt gezet in het liquor

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De Occipitaal kwab zit op ons achterhoofd
A
Juist
B
Niet juist

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In de Frontale kwab verwerken we visuele informatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hersenschors
Noemen we ook wel de grijze stof
Bestaat uit heel veel steuncellen (deze zijn grijs van kleur)
Alle informatie uit het lichaam wordt hier verwerkt:
  • Waarnemen
  • Motorische activiteit
  • Geestelijke activiteit

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel vliezen beschermen het centrale zenuwstelsel?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke volgorde is juist?
A
Spinnenweb vlies, Harde vlies, Zachte vlies
B
Harde vlies, Zachte vlies, Spinnenweb vlies
C
Zachte vlies, Harde vlies, Spinnenwebvlies
D
Harde vlies, Spinnenwebvlies, Zachte vlies

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar vinden we Spinale ruimte?
A
Voor het harde vlies
B
Door het harde vlies en het zachte vlies heen
C
Door het harde vlies
D
Door het Spinnenwebvlies

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een Spinale Verdoving wordt altijd op cervicale hoogte geprikt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer je op de juiste plek zit bij het plaatsen van een Epiduraal, dan lekt er wat Liquor uit de naald
A
Juist
B
Onjuist

Slide 47 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een complicatie bij Liquor lekkage?
A
Misselijkheid
B
Hoofdpijn
C
Vermoeidheid
D
Pijn op punctieplaats

Slide 48 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is waar?
1. De hersenschor bevat witte stof
2. Grijze stof bestaan uit cellichamen van de zenuwbanen
A
1 is juist
B
2 is juist
C
1 en 2 zijn beiden juist
D
1 en 2 zijn beiden onjuist

Slide 49 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions