2.8 Productinformatie

Voedselvergiftiging
Afweerreactie die ontstaat door het eten van voedsel dat is besmet met giftige stoffen

Vooral in kippen en varkens en rauwe producten
Tasten dunne darm aan


1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Voedselvergiftiging
Afweerreactie die ontstaat door het eten van voedsel dat is besmet met giftige stoffen

Vooral in kippen en varkens en rauwe producten
Tasten dunne darm aan


Slide 1 - Diapositive

Conserveren
 Voedingsmiddelen behandelen waardoor ze langer houdt bij zijn

Micro-organismen: vocht, voedsel, warmte en zuurstof

Slide 2 - Diapositive

Invriezen: -20 graden
Drogen: water onttrekken

Slide 3 - Diapositive

Pasteuriseren: tot 72 graden verhitten, niet alles dood
Steriliseren: tot 130-140 graden, wel alles dood

Slide 4 - Diapositive

Vacuüm verpakken: lucht eruit
Gasverpakken: geen lucht maar een mengsel van gassen

Slide 5 - Diapositive

Conserveermiddelen toevoegen: suiker, zout, zuur, stikstof of sulfiet
Doorstralen: radioactieve stralen

Slide 6 - Diapositive

Additieven
Stoffen die aan voedingsstoffen worden toegevoegd om ze langer houdbaar of aantrekkelijke te maken

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Wat staat er allemaal op de verpakking van voedsel?

Slide 9 - Carte mentale



Wat staat er allemaal op de verpakking van voedsel?

Slide 10 - Diapositive

2.8 Product informatie

Slide 11 - Diapositive

De kleine lettertjes
  • Productinformatie
  • Productiecode/partijcode
  • THT-datum
  • TGT-datum
  • Bewaarvoorschrift 
  • Ingrediënten 
  • E-nummer
  • Voedingswaarde

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

E-nummers

Additieven die geen gevaar opleveren voor de gezondheid

https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/e-nummers.aspx

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Vidéo


A

Slide 17 - Quiz

Wat hoort NIET bij voedsel bewaren?
A
drogen
B
in blik
C
invriezen
D
in water leggen

Slide 18 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Koelen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
luchtdicht verpakken

Slide 19 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
luchtdicht verpakken

Slide 20 - Quiz

Hoe komt het dat jam niet snel bederft?
A
Doordat bij het vullen alle lucht uit de pot is weggezogen
B
Doordat micro-organismen niet kunnen leven in een milieu met veel suiker
C
Doordat de temperatuur ervoor zorgt dat de enzymen van de micro-organismen niet werken.
D
Doordat de micro-organismen niet kunnen leven in een mileu zonder water

Slide 21 - Quiz

Aan yoghurt(zie de afbeelding links) wordt vaak rodebietensap toegevoegd. Hierdoor krijgt de vla een fellere kleur.

Is rodebietensap een additief? En is rodebietensap een conserveermiddel?
A
Wel een additief, geen conserveer middel
B
Geen additief, geen conserveermiddel
C
Geen additief, wel conserveermiddel
D
Wel een addititef, wel een conserveermiddel

Slide 22 - Quiz

Drie methoden om voedselbederf door micro-organismen tegen te gaan, zijn invriezen, pasteuriseren en steriliseren.

Bij welke van deze methoden worden alle micro-organismen in het voedsel gedood?
A
Pasteuriseren
B
Invriezen
C
Steriliseren
D
Pasteuriseren en Steriliseren

Slide 23 - Quiz

Huiswerk
Basisstof 5: opdrachten 5 t/m 9

Klaar? Maak de opdrachten van basisstof 8: productinformatie
timer
5:00

Slide 24 - Diapositive