H. 1.7 Zinsdelen benoemen. Les 1. Week 46

Goedemorgen :-)
  • Chromebook
  • Leesboek
  • Lesboek
  • Schrift & pen 
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2,6

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Goedemorgen :-)
  • Chromebook
  • Leesboek
  • Lesboek
  • Schrift & pen 

Slide 1 - Diapositive

      
Les 1 

  • 1.7: Grammatica zinsdelen
  • (zinsdelen benoemen) 


Les 2

  • 1.7: Hoofdzin/bijzin
  • Enkelvoudige zin/ samengestelde zin

Les 3

Alles oefenen van les 1+2.

Slide 2 - Diapositive

Opfrissen!

Slide 3 - Diapositive

Naamwoordelijk gezegde (nwg)
Het naamwoordelijk gezegde (nwg) zegt wat iemand of iets 
IS WORDT / BLIJFT

Ik ben een docent. 
Ik word een docent.
Ik was vroeger een docent.
Ik zal wel altijd een docent blijven.

Slide 4 - Diapositive

WD
ND
Naamwoordelijk gezegde (NG)
Alle werkwoorden 
De eigenschap/
de toestand

Slide 5 - Diapositive

Even oefenen....in 2-tallen
Hij is jarenlang de populairste leraar geweest.

     WD=      
ND  =
NG = 

Slide 6 - Diapositive

Voor haar leeftijd blijft Marieke vrij klein. 


Noteer het HELE naamwoordelijk gezegde.  



Slide 7 - Diapositive

      
Wat gaan we deze les doen?

Opfrissen & oefenen
- o, pv, nwg, wwg, lv
- mv 
-bwb

Lesdoelen:
Ik kan in een zin de volgende onderdelen benoemen:
- PV, OW, WWG/ NWG, LV, MV, BWB

Slide 8 - Diapositive

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 9 - Question ouverte

Hoe kun je controleren of iets een zinsdeel is?

Slide 10 - Question ouverte

Let op! te/ aan

Slide 11 - Diapositive

Uit welke werkwoorden bestaat het wwg van de zin?
A
Werkwoordelijk deel
B
infinitief en voltooid deelwoord
C
alle werkwoorden bij elkaar
D
Naamwoordelijk deel

Slide 12 - Quiz

"De grijze jager" is nog steeds één van mijn favoriete boeken.

wwg of nwg?

Slide 13 - Question ouverte

"De grijze jager" is nog steeds één van mijn favoriete boeken.

Wat is het nwg?

Slide 14 - Question ouverte

"De grijze jager" is nog steeds één van mijn favoriete boeken.

Wat voor zinsdeel is " nog steeds"?
A
Nwg
B
Wwg
C
Bwb
D
Mv

Slide 15 - Quiz

Lijdend voorwerp (LV)
Het lijdend voorwerp is het voorwerp dat het onderwerp nodig heeft om de handeling uit te voeren.

Plukken - Ik pluk iets
          Geven- Ik geef een boek


Slide 16 - Diapositive

Lijdend voorwerp (LV)
Je stelt de vraag: wie/wat + wwg + ow?
Het antwoord is het lijdend voorwerp.

Let op: het lijdend voorwerp begint 
NOOIT met een voorzetsel!
Ik zit op de kast

Slide 17 - Diapositive

Volgens mij moeten we deze sommen maken.

Wat is het lv?
A
Deze sommen
B
Volgens mij
C
Moeten maken
D
Zit er niet in

Slide 18 - Quiz

Ik bracht haar naar school

Wat is het lv?
A
Geen lv
B
Haar
C
Bracht
D
Naar school

Slide 19 - Quiz

Onze leraar verzamelt oude lp’s.​

Wat is het lv?
A
Onze leraar
B
verzamelt
C
oude lp's
D
lp's

Slide 20 - Quiz

De verliefde jongen kocht een roos.

Wat is het lv?
A
De verliefde jongen
B
kocht
C
een roos
D
zit er niet in

Slide 21 - Quiz

Gisteren heeft mijn moeder alle shirts van ons elftal gewassen.

Wat is "gisteren?"
A
wwg
B
ond
C
bwb
D
lv

Slide 22 - Quiz

Jan gaf een vies doekje aan de leraar.

Wat is 'Jan'?
A
Een viezerik
B
lv
C
o
D
mv

Slide 23 - Quiz

Jan gaf de toets aan de leraar.

Wat is "aan de leraar?"
A
lv
B
mv
C
o
D
bwb

Slide 24 - Quiz

Wie heeft mijn scooter gerepareerd?

Mijn scooter =
A
o
B
mv
C
lv
D
wwg

Slide 25 - Quiz

Het nwg heeft nooit een lijdend voorwerp in de zin.
A
Dit is waar
B
Dit is niet waar

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Vidéo

Zo vind je het meewerkend voorwerp
1. Zoek eerst de pv, wwg, en het lv. 
2. Stel de vraag: Aan/Voor wie + wwg+ o + lv?

Ik heb gisteren de planten water gegeven. 

Slide 28 - Diapositive

Volgens mij geef jij de konijnen veel te vaak eten.

Wat is het mv?
A
Volgens mij
B
De konijnen
C
Eten
D
Veel te vaak

Slide 29 - Quiz

Sophie doet jou de groeten.

Wat is het meewerkend voorwerp?
A
Geen meewerkend voorwerp
B
Jou
C
Sophie
D
De groeten

Slide 30 - Quiz

Maak opdracht 7 op blz. 53
timer
5:00

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo

Er hangt vandaag een grote spin aan het plafond.
O:
pv:
wwg:
lv:
mv:
bwb:

Slide 34 - Diapositive

Volgende week donderdag haalt de taxichauffeur de reizigers om zes uur op.
O:
pv:
wwg:
lv:
mv:
bwb:

Slide 35 - Diapositive

Ik krijg straks vrienden te eten.
O:
pv:
wwg:
lv:
mv:
bwb:

Slide 36 - Diapositive