Cultuur van het moderne - hfst 6

Cultuur van het moderne
Cultuur van het moderne
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Cultuur van het moderne
Cultuur van het moderne

Slide 1 - Diapositive


Kunst & amusement

De technologie ontwikkelt zich ontzettend snel, treinen gaan steeds sneller. De eerste auto's verschijnen in het straatbeeld. Eind 19e eeuw ontstond de fotografie en begin 20e eeuw ontstaat ook de stomme film.  Radio's zijn grootschalig verspreid, maar de televisie pas vanaf de jaren 40.
Dat is een film zonder geluid

Slide 2 - Diapositive

Muziek als amusement

Slide 3 - Diapositive

Blues
Oorspronkelijk van Afro-Amerikanen
Na de Amerikaanse burgeroorlog slaven wel vrij, maar hebben niet veel rechten. Er is weinig werkgelegenheid voor ongeschoolde zwarte mensen. In andere gevallen worden ze slecht betaald.  Het enige wat ze konden doen was bedelen óf muziek maken. 
Muziek maken was een manier om hun ellende te uiten en te verminderen. Deze muziek bevat dus melancholische inhoud en toon, dus werd ze blues genoemd.

  blz. 78

Slide 4 - Diapositive

Wat is het onderwerp van bluesmuziek?

Slide 5 - Question ouverte

De teksten van bluesmuziek zijn vaak vrolijk.
A
True
B
False

Slide 6 - Quiz

Kenmerken van de blues
  • blue note
  • min of meer vast schema
  • maatschema bestaat uit twaalf maten
  • gaan over het uitzichtloze bestaan, verloren liefde en de onbereikbare zaken in het leven
  • teksten zijn melancholisch, ronduit droevig
  • zang wordt afgewisseld met instrumentele improvisatie
  • vaak heeft een wat rauwe, donkere zang

Slide 7 - Diapositive


Riley Ben King



  • Beter bekend als B.B. King
  • Leefde van 1925 - 2015
  • Amerikaanse bluesgitarist en singer-songwriter
  • Hij wordt gezien als een van de grootste bluesartiesten
  • Bekendste hit is cover van The Thrill Is Gone (1970)

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Noem een kenmerk van blues die je in het vorige fragment hoorde

Slide 10 - Question ouverte

Dans als amusement

Slide 11 - Diapositive


The cakewalk is een dans waarbij
A
Zwarte mensen de witte mensen imiteren en belachelijk maken
B
experiment met nieuwe danspassen
C
zwarte mensen op witte mensen willen lijken
D
dans waarmee kritiek wordt geuit op de burgerlijke dansen van rijke, witte mensen

Slide 12 - Quiz


Tapdans

In de periode van 1920 tot 1933 wordt de tapdans een populaire act. De snelle bewegingen en het ritmische geluid van de ijzertjes onder de schoenen zijn boeiend om te zien en te horen. In Hollywood komen er aantal films waarin tapdans een hoofdrol speelt met witte acteurs. 
Tapdans wordt pas echt populair als ook witte artiesten het gaan doen. Net als jazz is dit echter uit de zwarte cultuur. 

 blz. 81

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Bekende Amerikaanse tapdanser Fred Astaire trad op in vaudevilletheaters.
Wat is vaudeville?

Slide 15 - Question ouverte

Film als amusement


Film als amusement

Slide 16 - Diapositive

Komst van de geluidsfilm maakt zijn intrede
  • studio's en bioscopen moeten worden omgebouwd
  • sommige filmsterren verdwijnen 
  • er komt plaatst voor nieuwe acteurs, zangers, regisseurs en tekstschrijvers
  • gewoontes moeten worden afgeleerd, omdat zij gewend zijn aan het acteren bij stomme films
  • camera's nemen al kleine details, zoals gebaren en gezichtsuitdrukkingen
  • jaren 20 ineens kleurenfilms -> concurrentie tussen theaters en bioscopen
  • Hollywood begint aan zijn opmars
  • showfilms, musicalfilms, slapstick & de komische film, animatie in de film
  • film een belangrijk propagandamiddel -> onderdelen kunnen gecensureerd worden

Slide 17 - Diapositive

Charles Chaplin
  • Beter bekend als Charlie Chaplin 
  • Leefde van 1889-1977
  • Britse artiest, acteur, regisseur, componist en komiek. Zeer sterk in zijn mimespel
  • waarschijnlijk een van de bekendste filmsterren ter wereld en icoon van de filmindustrie
  • begint zijn carrière in het vaudevilletheater (net als meerdere artiesten)
  • Voorbeeld van zijn werk is Modern Times (1936)

Slide 18 - Diapositive

Modern Times (1936)
  • Verhaal: als  beginner arbeider in een fabriek in allerlei situaties belandt, die de nadelen van de modernisering weergeven. Hij krijgt een zenuwinstorting en belandt in de gevangenis. Hij zoekt wanhopig naar werk en probeert tegelijkertijd ook nog een goede toekomst te  vormen met een meisje van de straat.
  • Charlie Chaplin speelt hierin de hoofdrol
  • Veel van Chaplins films zijn gelaagd en hebben een onderliggend sociaal of politiek thema
  • In deze film  geeft hij kritiek op de moderne geïndustrialiseerde maatschappij. Arbeiders worden slecht behandeld en uitgebuit.
  • Hij laat deze kritiek wel op een andere manier zien dan bijvoorbeeld Fritz Lang. Dat doet hij door middel van zijn (subtiele) humor 

Slide 19 - Diapositive

Waar tegen is de film Modern Times een aanklacht?
A
tegen de opkomst van Hollywood
B
tegen de regering
C
tegen de politiek
D
tegen de opkomst van de massaproductie

Slide 20 - Quiz


Animatie in de film
  • 19e eeuw meerdere pogingen gedaan om een animatiefilm te maken
  • Stuart Blackton wordt wel de vader van de tekenfilm genoemd (1875 - 1941)
  • Blackton en Albert E. Smith produceren series in stop-motiontechniek
  • Blackton experimenteert later ook met vloeiende overgangen een meervoudige belichting -> magische effecten. Nu heet dat special effects
  • Zenas Winsor McCay (1867 - 1934) is de inspirator voor de eerste productie -> groot gevoel voor lijnperspectief en kleur
  • Walt Disney maakt de animatiefilm  volwassen (in de jaren 30-40) -> doorbraak met Steamboat Willie (1928)

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

In het vorige filmpje was er sprake van stop-motiontechniek. Hoe zag je dat dus in het filmpje?

Slide 23 - Question ouverte

Amusement in de bouwkunst

Slide 24 - Diapositive


Art-deco

De art-deco was een populaire beweging van 1920 tot 1939 die haar invloed had op de decoratieve en toegepaste kunst, bij zowel de architectuur, het grafische, industriële en interieurontwerp, als de beeldende kunst en kledingmode.
Vogue - Bird on Hand Square, Chuck Staley, 1920
Niagara Mohawk-gebouw, Melvin L. King and Bley & Lyman,1932
'Naakt Chocolade' glaslamo, Tiffany

Slide 25 - Diapositive

Wat is motief van art-deco-design?
A
bewegende mensen en bliksemflitsen
B
gestileerde bloemboeketten
C
figuren van jonge vrouwen
D
zigzagpatronen

Slide 26 - Quiz

 Art-deco-design
Ontwerpers maken graag gebruik van chroom, bakeliet, gepolijste steen en glas
Victoire, René Lalique (1928)
Mackintosh-klok, Charles Rennie Mackintosh, 1919
René Lalique

Slide 27 - Diapositive


Art-deco-bouwkunst

Na WO I laten Amerikaanse internationale bedrijven grote wolkenkrabbers bouwen, die macht en rijkdom uitstralen. Architecten en vormgevers zijn op zoek naar nieuwe stijlen die passen bij hun luxe van de welvaart. 
Normaal beheersen de Fransen de art-deco-disciplines, maar in dit geval beheersen de Amerikanen de bouwkunst in de art-deco.

Slide 28 - Diapositive


gedecoreerd met
- rood, zwart, goud & zilver en felle kleuren
- lijnen
- geometrische patronen
- strakke vormgeving
- abstractie
  Gebouwen
Eastern Columbia Building, Claud Beelman, 1930

Slide 29 - Diapositive

Welk gebouw past bij art-deco-bouwkunst

Slide 30 - Question ouverte

Welke kunststromingen passen bij de stijl art-deco
A
Surrealisme
B
futurisme
C
abstractie
D
Internationale Stijl

Slide 31 - Quiz