Kunst en amusement

Hoofdstuk 6:  kunst en amusement

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 6:  kunst en amusement

Slide 1 - Diapositive

een nieuwe amusementen cultuur
In de eerste helft van de twintigste eeuw groeit het amusement in West-Europa. Hierdoor ontstaan allerlei nieuwe stijlen in de dans, film, bouwkunst en muziekindustrie. 

Slide 2 - Diapositive

amusement in de bouwkunst
- Na WOl was er veel welvaart > mensen waren op zoek naar een vorm van kunst die luxe en welvaart uitbeeldde 
- 'art-deco' wordt groot > gebouwen worden gedecoreerd met kleuren, lijnen en geometrische vormen

Slide 3 - Diapositive

Van welke stijlen is art-deco een mix?

Slide 4 - Question ouverte

Chrysler Building in NYC

Slide 5 - Diapositive

Welke kenmerken van art-deco zie je terug in dit gebouw?

Slide 6 - Question ouverte

Philipsradio, art-deco ontwerp uit 1931

Slide 7 - Diapositive

muziek als amusement
- aan het begin van de twintigste eeuw wordt een grote impuls aan de muziekindustrie gegeven door de lang onderdrukte Afro-Amerikanen
- Afro-Amerikanen hebben weinig wetten en geld dus gaan ze bedelen of muziek maken
- Er ontstaan 2 grote nieuwe muzieksoorten: jazz en blues

Slide 8 - Diapositive

blues
- Ontstaan in Storyville
-De naam blues komt van 'blue note' of terwijl 'valse noot' > zingen ellendige aspecten van het leven
- Bluesliederen zijn melancholisch, kennen 12 maten en bestaan uit 3 regels waarvan de eerste herhaald wordt
Voorbeeld: Bessie Smith, bekendste blueszangeres

Slide 9 - Diapositive

Bluesmuziek heeft als onderwerp de ellende van het leven van ….
A
Blanken
B
Zwarten
C
Vrouwen
D
Alledag

Slide 10 - Quiz

jazz + levenslied
- Voorganger ragtime genoemd, onstaan in New Orleans
- Ritme en melodie lopen niet gelijk > kapotte maat > ragged time 
- Kenmerken jazz = swingend ritme, accentverschuivingen
- Onderscheid tussen Chicago-style-jazz (=zwart) en dixieland jazz (=wit) 
- levenslied = De Nederlandse reactie op bluesmuziek

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

dans als amusement
- Cakewalk = Een soort parodie van de Zwarten die de stijve manier van dansen van de blanken overdreven nadoen 
- Tapdans= Ontstaan in ondergrondse jazzclubs, ijzertjes onder schoenen passen goed bij ritmische muziek
- Revue = Combinatie van dans, zang, cabaret en goochelen. Populair in West-Europa

Slide 13 - Diapositive

Cette vidéo n'est plus disponible
Voorbeeld tapdans: Bojangles Robinson
Voorbeeld revue: Josephine Baker

Slide 14 - Diapositive

Charlie Chaplin was een tapdanser
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

film als amusement
- Film komt op en wordt groot 
- Door kleuren- en geluidsfilms bioscopen populairder
- Blockbusters ontstaan
- Showfilms/ musicalfilms worden groot 
-Slapsticks zijn komische films  worden het populairste genre
- Animatie ontstaan in de vorm van stopmotion, Walt Disney ontwikkelt karakter Mickey Mouse
- Door uitvinding special effects iets nieuws aan films toegevoegd

Slide 16 - Diapositive

voorbeeld slapstick: Laurel and Hardy ( ook wel bekend als de dikke en de dunne)

Slide 17 - Diapositive

Het eerste prototype van Mickey Mouse heette Steamboat Mickey.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz