Basisstof 2

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Thema 4 voeding en vertering 

Basisstof 2 voedingsmiddelen en voedingsstoffen 

Lesdoel 

- Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsmiddelen noemen 

- Je kunt zes groepen voedingsstoffen met hun kenmerken en functies noemen 

- Je kunt aangeven hoe glucose en zetmeel aangetoond kunnen worden met een indicator

Verteringssappen bevatten enzymen. Wat zijn enzymen?

1. indicatoren
2. slotjes voor sleutels
3. stoffen die processen versnellen
4. stofjes die het beste werken bij 37 graden

Wat doen enzymen?

1. Enzymen verbranden voedingsstoffen
2. Enzymen maken voedingsstoffen kleiner/groter
3. Enzymen bevatten verteringssappen
4. Enzymen nemen voedingstoffen op in het bloed

Wat is het verschil tussen voedingsmiddelen en voedingsstoffen?

Voedingsmiddelen: alles wat je eet of drinkt

Voedingsstoffen: de bruikbare bestandsdelen in voedingsmiddelen 

Welke zes groepen
voedingsstoffen zijn er?

Welke vier functies
hebben de voedingsstoffen?

Eiwitten

Bouwstof en brandstof

- Voor enzymen

- Cytoplasma 

- Herstel 

Koolhydraten

Brandstoffen, reservestoffen en bouwstoffen 

- Energie (glucose en zetmeel)

- Glycogeen

- Vet 

Vetten 

Brandstof, bouwstof en reservestof 

Onverzadigde vetten: gezond, vloeibaar, bouwstof (celmembraan)

Verzadigde vetten: niet gezond (opslag vet), vast, brandstof

Water

Bouwstof

- Vervoer van stoffen in je lichaam

- 60% uit water

Mineralen

Bouwstoffen en beschermende stoffen 

- Botten -> Calcium

- Glazuur tanden -> Fluoride

- Vorming rode bloedcellen -> IJzer

Vitaminen

Bouwstoffen en beschermende stoffen 

- Vitamine D -> sterke botten

- Vitamine C -> immuunsysteem

- Vitamine K -> bloedstolling

Voedingsstoffen aantonen

Met een indicator 

Vul de tabel over twee voedingsstoffen in door aan te geven wat voor soorten voedingsstoffen ze zijn

Voedingsstoffen	Brandstof	Bouwstof	Reserve stof	Beschermende stof
Koolhydraten
Mineralen

Ja

Nee

Nee

Ja

Ja

Nee

Ja

Nee

Aan het werk! 

Maak een mindmap van basisstof 2

Klaar? 

Maak opdracht 12 en 14