H3E week 2, les 2 09-09-2020

Mevrouw de Cuba

Spaans
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Mevrouw de Cuba

Spaans

Slide 1 - Diapositive

Los objetivos
  • Weten wat plaatsaanduiding is
  • Herhaling van de persoonlijk voornaamwoord
  • Verdiepen in het onderwerp 'la casa'

Slide 2 - Diapositive

Programa de hoy

  • Escuchar (20 min)
  • Gramática (30 min)
  • La casa (10 min)
  • Alfsuiting van de les (5 min)

Slide 3 - Diapositive

Luisteren
  • Escuchar : Tekstboek p.7
  • Hacer: Ejercicios Werkboek p.10 y 11  NRS. 5 y 6

timer
20:00
Fragmento 1, Ejercicio 5B y 6A
Fragmento 2, Ejercicio 6BC
Fragmento 3, Ejerdicio 6D

Slide 4 - Diapositive

Plaatsaanduiding

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

De meeste voorzetsels worden gevolgd door 
'de'  + lidwoord + zelfstandignaamwoord
debajo de la caja
MAAR: entre las cajas

Slide 7 - Diapositive

Persoonlijk voornaamwoord
Wat zijn de persoonlijk voornaamwoorden in het Spaans?
yo                                                         ik
tú                                                          jij
él / ella /  usted                              hij / zij / u
nosotros / nosotras                    wij
vosotros / vosotras                      jullie
ellos / ellas / ustedes                  zij / u meervoud

Slide 8 - Diapositive

Persoonlijk vnw

Zet het juiste persoonlijk voornaamwoord neer

  1. Tú y yo
  2. Ella y tú
  3. Pedro y él
  4. María y Ana
  5. Señor López
  6. La chica

Slide 9 - Diapositive

Juiste antwoorden
  1. Nosotros
  2. Vosotros/as
  3. Ellos
  4. Ellas
  5. Él/ usted
  6. Ella

Slide 10 - Diapositive

persoonlijk voornaamwoorden
Twijfel je of je het juiste persoonlijk voornaamwoord gebruikt?


                    TIP:

Naam + yo = nosotros/as
Naam + tú = vosotros/as
Naam + naam = ellos/ellas/ustedes

Slide 11 - Diapositive

¡La descripción de nuestra casa!
Mi casa tiene [+ruimtes]
Mi [ruimte] es [kleur] 
Tengo [meubel of ruimte} + [kleur].
La casa de Pablo tiene..
Mi [meubel] es [kleur].

Slide 12 - Diapositive

¡ A trabajar!
La vivienda (Classroom)
Página26, 27 y 28


Als je klaar bent?
Woordjes leren 1.1 & 1.2
timer
25:00

Slide 13 - Diapositive

  • Leren vocabulario 1.1 y 1.2
  • Begin tekst mi casa, mi barrio, mi habitación P.31-32
  • Afmaken opdrachten van de les(Thema boekje 'La vivienda'  p. 26-27-28)

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive