Les Begrijpend Lezen (24-10-22)

Herhalen begrippen begrijpend lezen 
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Herhalen begrippen begrijpend lezen 

Slide 1 - Diapositive


Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Wat betekent het woord hoofdgedachte?
A
De belangrijkste zin van een alinea
B
Het onderwerp van de tekst.
C
Een uitspraak waar je het wel of niet mee eens bent.
D
Het belangrijkste wat over het onderwerp wordt gezegd in één zin.

Slide 2 - Quiz

Informeren 
Overtuigen
Amuseren 
Activeren
De schrijver wil dat je iets te weten komt 
De schrijver wil dat jij na het lezen van de tekst dezelfde mening hebt als hij 
De schrijver wil je ontroeren of laten lachen
De schrijver wil dat je iets (niet) gaat doen

Slide 3 - Question de remorquage


Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Amuseren

Slide 4 - Quiz


Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 5 - Quiz

Wat is het tekstdoel?
A
De schrijver wil je amuseren (amuseren)
B
De schrijver wil informatie geven (informeren)
C
De schrijver wil je iets leren of uitleggen (instrueren)
D
De schrijver wil zijn mening geven (overtuigen)

Slide 6 - Quiz

Wat is het tekstdoel?
A
instrueren
B
activeren
C
overhalen
D
amuseren

Slide 7 - Quiz

Samenvatting van de tekst in 1 zin.
Een tekst kun je in logische stukken indelen. Een stuk dat bij elkaar hoort, heet een ...
Een beschrijving van 1 woord/een paar woorden waar de tekst over gaat.
Het onderwerp van een alinea
Overtuigen, amuseren, informeren
globaal, zoekend, grondig lezen
Hoofdgedachte
Alinea
Onderwerp
Deelonderwerp
Tekstdoelen
Leesstrategieën

Slide 8 - Question de remorquage

Disney neemt afscheid van de klassieke eigenschappen van de sprookjesprinses.

Rapunzel
afscheid disneyprinsessen
onderwerp
deelonderwerp
hoofdgedachte

Slide 9 - Question de remorquage

Tegenstellend 
verband
Chronologisch 
verband
Toelichtend
verband
Opsommend  
verband
Daarentegen
Vervolgens
Neem nou
Vroeger
Zoals
Ten slotte
Echter
Bovendien

Slide 10 - Question de remorquage

Tekstverband = opsomming
Tekstverband = tegenstelling
 
   ook

    maar

Slide 11 - Question de remorquage

Signaalwoord
Geen signaalwoord
 
   ook

   aan

  word

   zo

  door

  slecht

Slide 12 - Question de remorquage

Wat wordt bedoeld met de lay-out?
A
de uitleg van de tekst
B
de afbeelding bij de tekst
C
de opmaak van de tekst

Slide 13 - Quiz

  • Ik ken de de theorie van Lezen  (H1 t/m H6 , Nieuw Nederlands, 6e editie):
              - Hoofd- en bijzaken, hoofdgedachte;

              - Tekstdoel en publiek;
              - De verschillende tekstverbanden (opsomming, tegenstelling,                          toelichting, chronologisch, oorzaak-gevolg, voorwaardelijk) en                          bijbehorende signaalwoorden;
               - Mening, argument en conclusie;
               - Lay-out van een tekst.




Slide 14 - Diapositive