metalen B1

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Metalen en brandveiligheid

Huiswerk controle

Waarover ging de vorige les?

Waar worden metalen voor gebruikt?

- Sterk

- Buigen

- Smelten

- Bewerken

Metalen

Smeltpunt

Roest maakt kapot

Oxidelaag beschemd

Roest en oxideren

                                                                                                                 Vertinnen

Verven

Metaal beschermen

Wat: Maak opdracht 1 tot en met 3 (blz 81).

Hoe: Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw.

Hulp: Steek je vinger op en de docent loopt langs.

Tijd: 6 min.

Klaar: Doe even iets voor jezelf tot de les verder gaat.

             Wat niet af is, wordt huiswerk.

Opdrachten maken

Welke eigenschap heeft metaal?

Welke eigenschap heeft metaal?

Warmte geleiden

Wat wordt er wel en niet goed gedaan?

Brandveiligheid

Wat wordt er wel en niet goed gedaan?

- Blijf rustig.

Brandveiligheid

Wat wordt er wel en niet goed gedaan?

- Blijf rustig.

- Waarschuw iedereen in huis. Denk ook aan je huisdieren.

Brandveiligheid

Er komen vlammen uit een pan op het fornuis. Wat moet je doen?

1. Hard gillen en naar buiten rennen
2. Theedoeken in de pan gooien
3. De deksel op de pan doen, gas uitdraaien en de afzuigkap uitzetten.
4. Water over de pan gooien

Quizvraag:

Er komen vlammen uit de pan op het fornuis. Je moeder raakt in paniek. Wat moet ze nu doen?

Antwoord C.

Als je ziet dat er brand ontstaat in de pan kun je deze vaak nog zelf blussen. Dat doe je door de deksel op de pan te leggen. Laat de pan staan totdat die helemaal is afgekoeld. Gooi nooit water op brandend vet. Dan krijg je een enorme steekvlam.

Loop ook nooit met een pan vol brandend vet.

Bel voor de zekerheid 112. Met een warmtebeeldcamera kan de brandweer zien of het vuur zich via de afzuigkap door het huis verspreidt.

Wat doe je meteen als je grote vlammen in huis ziet?

1. Zelf proberen te blussen
2. Zo snel mogelijk naar buiten gaan
3. 112 bellen
4. Gillend rondrennen

Quizvraag:

Wat doe je meteen als je grote vlammen in huis ziet?

Antwoord B: Een grote brand geeft veel rook en is erg heet. Dus ga je inderdaad zo snel mogelijk naar buiten.

Stelregel: Brand groter dan een voetbal of er is veel rook?  Staat een accu in brand of een apparaat met een lithium ion batterij? De gevaren zijn dan te groot. Ga niet zélf blussen.  Breng iedereen in veiligheid en bel 112.

Wat wordt er wel en niet goed gedaan?

- Blijf rustig.

- Waarschuw iedereen in huis. Denk ook aan je huisdieren.

- Ga het huis uit. Sluit altijd alle deuren achter je.

Brandveiligheid

Wat wordt er wel en niet goed gedaan?

- Blijf rustig.

- Waarschuw iedereen in huis. Denk ook aan je huisdieren.

- Ga het huis uit. Sluit altijd alle deuren achter je.

- Blijf laag bij de grond, rook stijgt op.

Brandveiligheid

Brandveiligheid

Wat wordt er wel en niet goed gedaan?

- Blijf rustig.

- Waarschuw iedereen in huis. Denk ook aan je huisdieren.

- Ga het huis uit. Sluit altijd alle deuren achter je.

- Blijf laag bij de grond, rook stijgt op.

- Verzamel buiten op een afgesproken plaats. Waarschuw altijd je buren.

Brandveiligheid

Wat wordt er wel en niet goed gedaan?

- Blijf rustig.

- Waarschuw iedereen in huis. Denk ook aan je huisdieren.

- Ga het huis uit. Sluit altijd alle deuren achter je.

- Blijf laag bij de grond, rook stijgt op.

- Verzamel buiten op een afgesproken plaats. Waarschuw altijd je buren.

- Ga niet in de rook staan. Rook is altijd gevaarlijk!

Brandveiligheid

Wat wordt er wel en niet goed gedaan?

- Blijf rustig.

- Waarschuw iedereen in huis. Denk ook aan je huisdieren.

- Ga het huis uit. Sluit altijd alle deuren achter je.

- Blijf laag bij de grond, rook stijgt op.

- Verzamel buiten op een afgesproken plaats. Waarschuw altijd je buren.

- Ga niet in de rook staan. Rook is altijd gevaarlijk!

- Bel 112. Vertel zo goed mogelijk wat er aan de hand is.

Brandveiligheid

Wat wordt er wel en niet goed gedaan?

- Blijf rustig.

- Waarschuw iedereen in huis. Denk ook aan je huisdieren.

- Ga het huis uit. Sluit altijd alle deuren achter je.

- Blijf laag bij de grond, rook stijgt op.

- Verzamel buiten op een afgesproken plaats. Waarschuw altijd je buren.

- Ga niet in de rook staan. Rook is altijd gevaarlijk!

- Bel 112. Vertel zo goed mogelijk wat er aan de hand is.

- Ga niet terug het huis in! Rook is giftig. Adem rook nooit in.

Brandveiligheid

Binnen twee minuten kan een brand kan ontstaan die je niet meer kan blussen.

Brandveiligheid

Binnen twee minuten kan een brand kan ontstaan die je niet meer kan blussen.

- Elektrische apparaten

- Koken / vlam in de pan

Brandveiligheid

Wat: Maak opdracht 4 tot en met 11 (blz 85).

Hoe: Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw.

Hulp: Steek je vinger op en de docent loopt langs.

Tijd: Tot het einde van de les.

Klaar: Doe even iets voor jezelf tot de bel gaat.

             Wat niet af is, wordt huiswerk.

Opdrachten maken

Hoofdstuk 2 

   Paragraaf 3:   

- Maak opdracht 1 tot en met 11.

                   (blz 81 tot 91)

Huiswerk