11.2 Ademhalen

Ademhalen
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Ademhalen

Slide 1 - Diapositive

Deze les
Uitleg 11.2
Lezen 11.2
Opdrachten wikiwijs maken

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Je weet hoe een insect ademt
Je weet hoe een vis zuurstof uit het water haalt
Je weet dat een plant moet ademhalen en hoe hij dat doet

Slide 3 - Diapositive

Hoe ademen insecten?
Insecten zoals vlinders en vliegen hebben geen longen maar: tracheeën. 

Trachee: vertakte buizen in het achterlijf gevuld met lucht. Hierdoor komt er zuurstof bij de cellen. 

Stigma: Hierdoor komt lucht met zuurstof in de trachee en gaat er koolstofdioxide naar buiten 

Slide 4 - Diapositive


Insecten hebben een open bloedsomloop. Deze bestaat uit 1 ader. Zuurstof wordt vervoert in tracheën, dus niet in het bloed.

Slide 5 - Diapositive

Tracheeën
  • Tracheeën zijn luchtbuizen in het lichaam van een insect.
  • Deze luchtbuizen hebben een opening aan de zijkant van het lichaam. Ze vormen een groot oppervlak door het hele lichaam.
  • Deze openingen noemen we stigmata

Slide 6 - Diapositive

Hoe ademen vissen?
Vissen halen zuurstof uit het water met kieuwen.

Een kiew bestaat uit een kieuwboog met daaraan kieuwplaatjes

De wanden van de kieuwplaatjes zijn sterk geplooid en heel dun ze bevatten veel bloedvaatjes. 

Vanaf de kieuwplaatjes stroomt het zuurstofrijke bloed naar alle andere organen.

In de kieuwplaatjes wordt koolstofdioxide vanuit het bloed aan het water afgegeven. 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Onderdelen kieuwen

Slide 10 - Diapositive

Tegenstroomprincipe
Het bloed in de kieuwen stroomt tegengesteld aan de waterstroom. Hierdoor vindt meer diffusie plaats, omdat de concentratie steeds zo groot mogelijk blijft.

Slide 11 - Diapositive

Diffusie

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

Slide 14 - Vidéo



gelijkstroomprincipe:  in het laatste gedeelte nauwelijks nog overdracht: concentraties worden gelijk.
tegenstroomprincipe: continu overdracht, hogere opbrengst: er blijft concentratieverschil

Slide 15 - Diapositive

Fotosynthese

Slide 16 - Diapositive

huidmondjes

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Gaswisseling

Slide 19 - Diapositive

Aan de slag
Lezen bladzijde 124-126
Maken opdrachten wikiwijs

Slide 20 - Diapositive