Les 1.2 Gazon onderhoud (4,5)

Groen
Les 1.2; Gazon onderhoud
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
GroenVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4Leerroute 5

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

Éléments de cette leçon

Groen
Les 1.2; Gazon onderhoud

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel
  • In deze les gaan we samen kijken hoe je moet grasmaaien en welke grasmaaiers er bestaan.
  • Verder leer je wat er bij het onderhouden van gras komt kijken behalve maaien. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soorten grasmaaiers
kennen jullie al?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Messenkooimaaier


  • ideaal voor vlakke en kort  gemaaide gazons
  • snijdt/knipt het gras eraf
  • geeft gavere grassprieten
  • messen slijten sneller
Cirkelmaaier


  • beter in maaien van langer gras en oneffen terrein 
  • slaat het gras eraf
  • hierdoor gras iets rafeliger
  • mes in maaier draait snel rond. Let op: rommel/stenen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bosmaaier (Les 4.2) is vooral handig op plaatsen waar je met een gewone grasmaaier niet kunt komen.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

beter in maaien van langer gras en oneffen terrein
Ideaal voor vlakke en kort gemaaide gazons
Slaat het gras eraf
Snijdt het gras eraf 
Cirkelmaaier
Messen
kooimaaier

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom grasmaaien?
(er zijn meerdere antwoorden goed)
A
Het ziet er netjes uit
B
Onkruid krijgt minder kans
C
Het gras wordt steviger en voller
D
De bodem krijgt zo meer zon en zuurstof

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer gebruik je een bosmaaier?
A
Bij het maaien van gras op een talud (schuin vlak langs een weg)
B
Bij een groot vlak grasveld
C
Bij het onkruid verwijderen in een plantenborder
D
Bij het snoeien van een boom

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer maai je?
Het maaien doe je als het gras begint te groeien.
Dit is vanaf ongeveer 11 graden Celsius.
Dit is meestal van eind maart tot en met november.
  • Bij heel zonnig en droog weer beter niet maaien, omdat anders de graszode verdroogt. 
  • Bij regenachtig weer wordt maaien afgeraden, de grassnippers  kleven dan samen (vastlopen machine).

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kort moet ik het gras maaien?
  • Speelveld/voetbalveld 3-5 cm hoog
  • Siergazon 2-3 cm hoog
  • Golfbaan 0,5 cm hoog

Afhankelijk waarvoor het gras bedoeld is,
maar ook van weeromstandigheden.
Maai nooit meer dan 1/3 van het gras af.


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maaipatronen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doe je met het maaisel?
Het gemaaide gras noem je maaisel. Als je vaak maait, kun je het maaisel laten liggen. Het weinig maaisel verdwijnt in de grond. Als je niet vaak maait: opvangbak of opharken met grashark (anders lelijke plekken).

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je maait op plaatsen waar je minder vaak komt, is het handig om eerst over het gras te lopen en goed te kijken. Waarom?
A
Zo kan de grasmaaier rustig wennen aan de nieuwe omgeving.
B
Zo kan je stenen, takken en andere objecten zien en weghalen.
C
Dat is onzin. Gewoon direct maaien. Tijd is geld
D
Zo kunnen de mollen, muizen en andere dieren gaan schuilen.

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom zou je Mulchen (een techniek waarbij het afgemaaide gras op het gazon blijft liggen)?
A
Het ziet er netjes uit
B
Zorgt voor voedingsstoffen
C
Je hoeft niet steeds de opvangbak te legen
D
De bodem krijgt zo meer zon en zuurstof

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kort maai je speelgras?
A
0,5 cm
B
2-3 cm
C
4-5 cm
D
10 cm

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Verticuteren
  • Door te verticuteren haal je het onkruid en mos weg. Een bijkomend voordeel is dat de wortels van het gras worden doorgesneden. Het gras gaat opnieuw wortelen en krijgt daardoor een dichtere zode. 
  • Verticuteren doe je meestal aan het begin van het groeiseizoen. Echter niet bij pas aangelegd gazon (na 3 jaar).

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderhoud van een grasveld
  • Om het gras te onderhouden moet je behalve maaien ook bemesten en sproeien. 
  • Het gras gebruikt voedingsstoffen uit de bodem. Als je niet bijmest, wordt het gras op den duur geel. Het voedsel in de bodem is dan op.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bemesten
  • Organische mest is dierlijke, natuurlijke mest (koeien- en paardenpoep). Organische mest breng je meestal na de winter op het grasveld.
  • Anorganische mest, ofwel kunstmest, gebruik je de rest van het seizoen. (het beste om de twee maanden). Strooi nooit teveel kunstmest. Doordat zouten in het kunstmest vocht onttrekken, kan het gras verbranden.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Sproeien

  • Een gazon kan meestal goed tegen droogte. Sproeien doe je daarom alleen als het lang achter elkaar droog is. Je moet wel sproeien, voordat het gras geel wordt.
  • Je kunt beter af en toe goed overvloedig sproeien, dan het gras iedere dag een beetje water geven. (wortels groeien dieper). Sproei in de avond of ochtend zodat het water minder snel verdampt

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grasmat doorzaaien
  • Nadat je hebt geverticuteerd, zaai je het gazon opnieuw in. Dit helpt ook om de graszode dicht te maken. 
  • Voor het doorzaaien is een bodemtemperatuur nodig van minimaal 10 graden (voor ontkiemen zaden).
  • Er zijn twee momenten in het jaar dat je gras bij kunt zaaien. Dat is het voorjaar (maart tot mei) en het najaar (half augustus tot eind oktober). 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorzaken slechte staat gras
  • Het gras krijgt te weinig licht (hoge bomen)
  • Wateroverlast (storende laag in bodem)
  • De grond is te zuur (Bos, mos)

Slide 25 - Diapositive

Storende laag:
water kan na regen niet goed weg.
In de zomer kan het grondwater (capillaire werking) niet naar boven.
Wat doe je met verticuteren?
A
Je verwijdert de viltlaag en de wortels worden doorgesneden
B
Je verwijdert de wortels en het gras
C
Je geeft het gras voeding door te bemesten
D
Je brengt verticaal mos in het gazon

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het voordeel van het gras verticuteren?
A
Het gras krijgt beter licht, lucht en voedingsstoffen.
B
Het gras ziet er direct na het verticuteren goed uit.
C
Het onkruid heeft zo meer ruimte om te groeien
D
Het gras kan zo meer de hoogte in groeien.

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sproeien doe je 's zomers het best aan het einde van de dag. Waarom is dat?
A
Dan trekt het water niet meteen de grond in
B
Dan is het water goedkoper en kost het minder geld
C
Dan is het gras het droogst
D
Dan verdampt het water niet meteen door de zon

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom moet je een gazon tijdens het groeiseizoen vaker bemesten?
A
Dan kan het gras beter water vasthouden
B
Dan krijgt het gras meer licht en en lucht
C
Dan heeft het gras meer voeding nodig
D
Dan hoef je het gras minder vaak te maaien

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Organische
mest 


Kunstmest
Anorganische mest
Plantaardige
en/of dierlijke
mest

Slide 30 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb ik van deze les geleerd ?

Slide 31 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Praktijkles: wat ga je doen?


Je gaat het grasveld maaien met de accu grasmaaier en daarna ga je de graskanten knippen. Grasmaaien doe je in rechte banen. Door een maaipatroon te gebruiken, weet je zeker dat je het hele veld gemaaid hebt.


Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De graskanten knip je met een loopschaar of met de graskantenknipper/trimmer





Na 2 à 3 keer maaien, moet je de kanten knippen

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Praktijkles: waar let je op?
  • PBM: veiligheidsschoenen en -bril, gehoorbescherming
  • Controleer de accu grasmaaier en kantenknipper
  • Controleer het grasveld op rommel en stenen, en verwijder deze.

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Praktijkles: hoe doe je het?
Maai eerst 2 banen aan de kopeinden
Maai in rechte banen, loodrecht op de kopeinden, het hele veld
Maai de banen met ongeveer 10 cm overlap
Loop met rechte rug in één tempo 
Keer op de kopeinden

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evaluatie
Weten we hoe we straks in de praktijkles moeten maaien?

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik vond deze les...
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions