1.3 Grasmaaier

Gazon onderhoud
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
GroenVoortgezet speciaal onderwijsPraktijkonderwijsLeerjaar 1,3,5

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Gazon onderhoud

Slide 1 - Diapositive

Doel
Aan het einde van deze les weet je welke grasmaaiers er allemaal zijn en hoe een grasmaaier werkt.
Ook heb je geoefend met het maaien van het gras.

Slide 2 - Diapositive

Welke soorten grasmaaiers
kennen jullie al?

Slide 3 - Carte mentale

Zitmaaier
Voor een groot gazon

Hand(kooi)maaier
voor klein/middelgroot gazon

Slide 4 - Diapositive

Robot maaier

Motoraandrijving: benzine of elektrisch (accu/snoer)

Slide 5 - Diapositive

Klepelmaaier
slaat het gras kapot
Ideaal voor bermen en voor hoog opgaand gewas

Slide 6 - Diapositive

Bosmaaier
Voor de barm

Slide 7 - Diapositive

kooimaaier


  • ideaal voor vlakke en kort  gemaaide gazons
  • snijdt/knipt het gras eraf
  • geeft gavere grassprieten
  • messen slijten sneller
Cirkelmaaier


  • beter in maaien van langer gras en oneffen terrein 
  • slaat het gras eraf
  • hierdoor gras iets rafeliger
  • mes in maaier draait snel rond. Let op: rommel/stenen

Slide 8 - Diapositive

Waarom grasmaaien?
(er zijn meerdere antwoorden mogelijk)
A
Het ziet er netjes uit
B
Onkruid krijgt minder kans
C
Het gras wordt steviger en voller
D
De bodem krijgt zo meer zon en zuurstof

Slide 9 - Quiz

Wanneer maai je?
Het maaien doe je als het gras begint te groeien.
Dit is vanaf ongeveer 11 graden Celsius.
Dit is meestal van eind maart tot en met november.
Bij heel zonnig en droog weer mag je niet maaien, omdat anders de graszode verdroogt. Bij regenachtig weer wordt maaien afgeraden, de machine kan dan vastlopen.

Slide 10 - Diapositive

Hoe vaak moet je maaien?
Voorjaar: 1x per week

Zomer: 1-2x per week

Najaar: 1x om de 10 dagen

Slide 11 - Diapositive

Hoe kort moet ik het gras maaien?
  • Speelveld/voetbalveld 3-5 cm hoog
  • Gazon 2-3 cm hoog
  • Golfbaan 0,5 cm hoog

Afhnkelijk waarvoor het gras bedoeld is,
maar ook van weeromstandigheden (film).


Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Wat doe je met het maaisel?
Het gemaaide gras noem je maaisel. Als je vaak maait, kun je het maaisel laten liggen. Het weinig maaisel verdwijnt in de grond
Als je niet vaak maait: opvangbak of opharken met grashark

Slide 14 - Diapositive

De graskanten knip je met een loopschaar of met de graskantenknipper





Na 2 à 3 keer maaien, moet je de kanten knippen

Slide 15 - Diapositive

Praktijkles: wat ga je doen?


Je gaat het grasveld maaien met de grasmaaier en daarna ga je de graskanten knippen. Grasmaaien doe je in rechte banen. Door een maaipatroon te gebruiken, weet je zeker dat je het hele veld gemaaid hebt.


Slide 16 - Diapositive

Praktijkles: waar let je op?
  • PBM: veiligheidsschoenen , gehoorbescherming, veiligheidsbril
  • Controleer de accu grasmaaier en kantenknipper
  • Controleer het grasveld op rommel en stenen, en verwijder deze.

Slide 17 - Diapositive

Praktijkles: hoe doe je het?
Maai eerst 2 banen aan de kopeinden
Maai in rechte banen, loodrecht op de kopeinden, het hele veld
Maai de banen met ongeveer 10 cm overlap
Loop met rechte rug in één tempo 
Keer op de kopeinden

Slide 18 - Diapositive

Maai eerst de kopeinden

Slide 19 - Diapositive

Maai daarna de rest als volgt:

Slide 20 - Diapositive

Controle
Heb ik alle banen overlappend gemaaid?
Ligt er geen afgemaaid gras meer?
Verbeter zo nodig je werk en daarna:
 Maak het materiaal en gereedschap schoon. Breng het naar de vaste plek.

Slide 21 - Diapositive